Oefening 4
Laat de leerlingen werkblad 2 erbij pakken.
Vraag wat ze zien op de foto.
Vraag hoeveel het omcirkelde bedrag bedraagt.
Vertel dat het de bon van Sam is. Sam gaat naar de winkel om de schoenen te ruilen.
Lees onderstaande tekst.
- Sam gaat naar de schoenenwinkel. Hij praat met de verkoper.
- Kan ik u helpen? Zegt de verkoper.
- Ja, zegt Sam, ik wil deze schoenen ruilen.
- Zijn de schoenen niet goed? Vraagt de verkoper.
- Mijn vrouw vindt de schoenen niet mooi, zegt Sam.
- Hebt u de bon, meneer?
- Alstublieft.
- U krijgt uw geld terug. Dat is 151,95.
- Dank u wel. Tot ziens, zegt de verkoper.