Les 4 - periode 1 (Het huwelijk)



Goedemorgen!
Telefoon in de (telefoon)tas

iPad, schrift en pen op tafel.

Ga zelfstandig aan de slag met het opgegeven werk.
Lesplan

Zelfstandig en in stilte werken aan module 2, blok 3. 

Klaar? Verder werken of lezen in je boek voor Nederlands.

    


Goedemorgen!
Lesdoelen:
Aan het eind van deze les weet je wat stijlfiguren, wat de soorten zijn en hebt met rijm, beeldspraak en stijlfiguren geoefend.
  
  Rijm

  Het huwelijk
timer
20:00
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson



Goedemorgen!
Telefoon in de (telefoon)tas

iPad, schrift en pen op tafel.

Ga zelfstandig aan de slag met het opgegeven werk.
Lesplan

Zelfstandig en in stilte werken aan module 2, blok 3. 

Klaar? Verder werken of lezen in je boek voor Nederlands.

    


Goedemorgen!
Lesdoelen:
Aan het eind van deze les weet je wat stijlfiguren, wat de soorten zijn en hebt met rijm, beeldspraak en stijlfiguren geoefend.
  
  Rijm

  Het huwelijk
timer
20:00

Slide 1 - Slide

20 minuten zelfstandig werken

Stijlfiguren

Tegenstelling
Herhaling
Paradox
Opsomming
Parallellisme
Pleonasme
Tautologie


Hyperbool
Eufemisme
Retorische vraag
Contaminatie
(Anti-)climax
Inversie
Litotes

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Tegenstelling (antithese)
'Maar tussen droom en daad staan wetten in de weg'

'Op school stonden ze op het bord geschreven,
Het werkwoord hebben en het werkwoord zijn;
hiermee was tijd, was eeuwigheid gegeven,
de ene werklijkheid,de ander schijn.'   

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
'Opzij, opzij, opzij.
Maak plaats, maak plaats, maak plaats.
We hebben ongelofelijke haast.'

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Paradox
  1. Hoe gespecialiseerder je bent, hoe minder je kan.
  2. Schrijven is de kunst van het weglaten.
  3. Het grote constante in het leven is verandering.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Opsomming (enumeratio)

"Wat ben jij een miezerig, vervelend, irritant, misselijk ventje!"

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Parallellisme
Ik houd van het proza, dat op mij toedruist, op mij aanraast, op mij neerdondert in een stormende stortvloed van passie.
Ik houd van het proza, dat onbewegelijk en ontzaglijk is als bergruggen.
Ik houd van het proza, dat dartelt en jubelt als een waaiend zomerwoud vol vogels.
Ik houd van het proza, dat ik daar zie staan met zijn volzinnen, als een stad van marmer.
Ik houd van het proza, dat over mij daalt als een gouden sneeuw van woorden.
                                                                                                                                                              Lodewijk van Deyssel

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Pleonasme
De witte sneeuw wacht
rustig op de hond die komt
Hij wordt geel gemaakt

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Tautologie
In vuur en vlam
Nooit ofte nimmer
Vast en zeker (of Vlaams: zeker en vast)
Idem dito

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hyperbool


Ze weende een zee van tranen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Eufemisme
poetsvrouw - werkster - schoonmaakster - huishoudelijke hulp - interieurverzorgster
gastarbeider - immigrant - allochtoon - medelander - nieuwe Nederlander - inwoners met een migratieachtergrond
bejaardentehuis - rusthuis - rustoord - home - woonzorgcentrum
invalide - mindervalide - andersvalide - gehandicapte - persoon met een handicap - mensen met een beperking - mensen met mogelijkheden

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Retorische vraag
  • Dominee: "En zijn wij niet allen zondaars?" 
  • Leraar: "Je wilt toch later goed verdienen?" 
  • Waarom snapt niemand dat ik soms retorische vragen stel? (door Bill Gates gebruikt op internetfora.)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Contaminatie
‘dus liggen we hier weer in hetzelfde bedje ziek
oude wonden dichten is moeilijker dan gedacht
en de nieuwe geven zich niet geronnen’

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

(Anti)climax
Schreeuwen, roepen, zeggen, fluisteren

Voorbeeld van Multatuli:
"Want aan U draag ik mijn boek op, Willem de Derde, Koning, Groothertog, Prins….meer dan Prins, Groothertog en Koning…. 
Keizer van het prachtige rijk van Insulinde."

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Inversie
Voorbeeld uit “Snikken en Grimlachjes” van Piet Paaltjens
Ik moet er gedurig aan denken
zelfs adem ik soms nog flauw
den geur in van zijn sigaren.
Hij kocht ze gewoonlijk bij Blaauw.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Litotes
Dat is geen slecht idee! (Dat is een goed idee)
Hij is niet achterlijk (Hij is slim)
Dat cijfer is niet verkeerd (Dat cijfer is goed)
Zij zijn niet vies van een glaasje (Zij drinken graag een borrel)
Dat was geen succes (Dat was een mislukking)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Rijmschema's

Gepaard
Gekruist
Omarmend
Gebroken






Soorten eindrijm

Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig




Assonantie
Alliteratie

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Het huwelijk
Toen hij bespeurde hoe de nevel van den tijd
in d’ ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven,
toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.

Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij den baard
en mat haar met den blik, maar kon niet meer begeren,
hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.
Het huwelijk

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Noem een beeldspraak in strofe 1.

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Welk eindrijm zie je in strofe 1?
A
abcd
B
abab
C
baab
D
abba

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet dit rijmschema?
A
Gekruist rijm
B
Gepaard rijm
C
Omarmend rijm
D
Gebroken rijm

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekenen de
laatste twee zinnen
van de tweede strofe?
Tweede strofe

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond
het merg uit haar gebeente, dat haar tóch bleef dragen.
Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,
en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.
 
Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen
en rennen door het vuur en door het water plassen
tot bij een ander lief in enig ander land.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Is de man nog verliefd op zijn vrouw, houdt hij nog van haar?
A
Ja
B
Nee
C
Weet niet

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

In deze strofe zit een opsomming.
Welke woorden?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

In deze strofe zit een tegenstelling.
Welke woorden?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

In deze strofe zit ook een tegenstelling.
Welke woorden?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in de weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.

Zo gingen jaren heen. De kinderen werden groot
en zagen dat de man die zij hun vader heetten,
bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
een godvergeten en vervaarlijk’ aanblik bood.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

"Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad"
In deze regel zit een...
A
alliteratie
B
assonantie
C
hyperbool
D
vrouwelijk rijm

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Alliteratie

Medeklinkerrijm
Rijm door gelijke mede-
klinkers in de beklem-
toonde lettergrepen
Liesje leerde Lotje lopen
langs de lange Lindelaan.
Assonantie


Klinkerrijm, rijm in de klinkers.
Roofvogels vlogen hoog boven de grootse loofbomen

"haar voorhoofd had doorkloven"



Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Rijmschema's:

gekruist rijm: abab
gepaard rijm: aabb
omarmend rijm: abba
gebroken rijm: abca
Rijmsoorten:
  • mannelijk: op één lettergreep: oen-poen
  • vrouwelijk: rijm met de klemtoon op de voorlaatste lettergreep: slapen-gapen
  • onzijdig: rijm met de klemtoon op de tweevoor-laatste: kinderen-hinderen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Werk door aan blok 4 van module 2 of lees in je boek.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Volgende les
In de les: 
Metrum
Indeling presentatiemomenten

In de werkles en thuis: 
lees je boek en 
werk aan de 
presentatiemodule (1)

Slide 36 - Slide

This item has no instructions