What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2VMBO-KGT H4 I
Persoonlijk voornaamwoord
Persoonlijkvoornaamwoord in 1e en 4e naamval:
Ik - Mij
Ich- Mich
.......
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Persoonlijk voornaamwoord
Persoonlijkvoornaamwoord in 1e en 4e naamval:
Ik - Mij
Ich- Mich
.......
Slide 1 - Slide
Verandering van persoonlijkvoornaamwoord.
In het Nederlands en Duits kan het persoonlijk voornaamwoord veranderen wanneer het in een ander zinsdeel staat.
Voorbeeld:
Ik heb hem gezien.
Hij werd door mij gezien
Slide 2 - Slide
Onderwerp en lijdendvoorwerp
Het is ook voor het schrijven van de Duitse taal belangrijk dat je weet hoe je een onderwerp en lijdendvoorwerp vindt.
Slide 3 - Slide
Onderwerp
Hoe vind je een onderwerp in een Duitse zin?
1: Vertaal de zin naar het Nederlands.
2: Stel de vraag: wie of wat + gezegde.
3: Antwoord op die vraag is het onderwerp.
Slide 4 - Slide
Onderwerp
Voorbeeld:
Er ist nicht da.
Stap 1: Hij is er niet.
Stap 2: Wie is er niet?
Stap 3: Onderwerp = Hij
Slide 5 - Slide
Lijdendvoorwerp
Hoe vind je een lijdendvoorwerp in een Duitse zin?
1: Vertaal de zin naar het Nederlands.
2: Vind het onderwerp.
3: Stel de vraag "Wie" of "wat" + gezegde+ onderwerp.
4: Antwoord op de vraag is het lijdendvoorwerp
Slide 6 - Slide
Lijdendvoorwerp
Ich hole ihn.
Stap 1: Ik haal hem.
Stap 2: Wie haalt? Onderwerp = Ik.
Stap 3: Wie haal ik? = Lijdendvoorwerp = hem.
Slide 7 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord
Onderwerp / 1e naamval
ik / ich
jij / du
hij / er
zij / sie
het/es
wij / wir
jullie / ihr
zij / sie
u / Sie
Persoonlijk voornaamwoord
Lijdend v.w./ 4e naamval
mij /mich
jou/ dich
hem/ ihn
haar/ sie
het/es
ons/uns
jullie/ euch
hun/ sie
u/Sie
Slide 8 - Slide
Wat is in volgende zin het onderwerp?
Kennt er dich?
A
Kennt
B
er
C
dich
D
er + dich
Slide 9 - Quiz
Wat is in volgende zin het onderwerp?
Sie kennen uns noch nicht.
A
Sie
B
kennen
C
uns
D
noch
Slide 10 - Quiz
Wat is in volgende zin het onderwerp?
Nimmst du mich mit?
A
Nimmst
B
du
C
mich
D
mit
Slide 11 - Quiz
Wat is in volgende zin het lijdend v.w.?
Ich habe sie gehört.
A
Ich
B
habe
C
sie
D
gehört
Slide 12 - Quiz
Wat is in volgende zin het lijdend v.w.?
Ich lass dich hier nicht rein.
A
Ich
B
lass
C
dich
D
rein
Slide 13 - Quiz
Vertaal naar het Duits:
Ken(=Kennst) jij hem?
Slide 14 - Open question
Vertaal naar het Duits:
Vind jij mij aardig(=nett)?
Slide 15 - Open question
Vertaal naar het Duits:
Zij kent hem.
Slide 16 - Open question
Zum Schluss:
Leer de rijtjes van het persoonlijkvoornaamwoord in 1e en 4e naamval uit je hoofd!
Viel Erfolg!!
Slide 17 - Slide
More lessons like this
3 havo Kapitel 2 5 les DU 4
October 2024
- Lesson with
26 slides
Duits
Secondary Education
3 h Gesundheit DU4 L1
October 2024
- Lesson with
20 slides
Duits
Secondary Education
2KGT K5 persoonlijke voornaamwoord 1e en 4e naamval
January 2024
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
3 h Gesundheit DU4 L2 Grammatik
October 2024
- Lesson with
16 slides
Duits
Secondary Education
2KGT K4 persoonlijke voornaamwoord 1e en 4e naamval
January 2020
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
3 h Gesundheit DU3 L1
October 2024
- Lesson with
26 slides
Duits
Secondary Education
persoonlijke voornaamwoord 1e en 4e naamval
February 2023
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein
September 2019
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1