D3. Gelijktijdigheid (opg.9-11)

Les 4/8. D2 - D3
Deze les:
  • D2. Ruimtetijd-diagram voor relativistische mechanica (opg.9-11)
  • D3. Gelijktijdigheid en twee waarnemers in één diagram
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Les 4/8. D2 - D3
Deze les:
  • D2. Ruimtetijd-diagram voor relativistische mechanica (opg.9-11)
  • D3. Gelijktijdigheid en twee waarnemers in één diagram

Slide 1 - Slide

De eenheid van de ct-as is
A
s
B
m
C
m/s
D
geen eenheid

Slide 2 - Quiz

Met welke formule bepaal je de snelheid in een (ct,x)-diagram?
A
v = Δx / Δt
B
v = Δt / Δx
C
v = Δx / Δct
D
v = (Δx / Δct) . c

Slide 3 - Quiz

Waarom moeten de assen in een (ct,x)-diagram dezelfde schaalfactor gebruiken?
timer
1:00

Slide 4 - Open question

Snelheid bepalen: 2e methode
  • Methode 1: Met een driehoek: v = (Δx / Δct) . c
  • Met de hulpvariabele ꞵ schrijven we dit als v = ꞵ . c
  • Bijv. ꞵ = 0,80 betekent v = 0,80 c
  • Methode 2: Met de hoek α tussen wereldlijn en de tijd-as:
  • α = tan-1(ꞵ)
  • Dus ꞵ = 0,80 kan je tekenen met α = tan-1(0,80) = 39 graden.

Slide 5 - Slide

Verschil tussen bijwonen en waarnemen
  • Het begin P van het concert ligt buiten de lichtkegel van de waarnemer in de oorsprong O.
  • De waarnemer kan het begin niet bijwonen
  • Kan de waarnemer het begin van het concert wel waarnemen?
  • Dat wordt bepaald door de lichtkegel vanuit P.

Slide 6 - Slide

Huiswerk opgave 9a
  • Licht heeft een snelheid! c = 3,00 . 108 m/s.
  • De afstand aarde-zon is 0,150 . 1012 m (BINAS 31A)
  • Wordt gebruikt als 'astronomische eenheid' (BINAS 5!)
  • s = v . t geeft:
  • Het licht van de zon heeft 8 minuten nodig om ons te bereiken.

Slide 7 - Slide

Opgave 9b
  • Een beetje gekunstelde vraag, maar geeft oefening in terminologie.
  • Neem je 'een gebeurtenis A op aarde' eerder of later waar op de maan?
  • Waarnemen heeft te maken met licht dat van de gebeurtenis naar jou toekomt ('het gevolg van de gebeurtenis' is dat jij deze waarneemt).
  • Licht heeft daarvoor tijd nodig.
  • De wereldlijn van een foton vanaf de gebeurtenis snijdt jouw wereldlijn op een later tijdstip dan het tijdstip van gebeurtenis A.
  • Dat snijpunt is de gebeurtenis B dat jij de gebeurtenis A waarneemt.

Slide 8 - Slide

Opgave 10
Kijk zelf na met de uitwerkingen
of met mijn video-uitleg (zie classroom)

Let op de correcties op het katern (in classroom):
Vraag 10b gaat over 'bijwonen', niet over 'waarnemen'

Slide 9 - Slide

Opgave 10b
De waarnemer op aarde (=referentiestelsel) kan gebeurtenis A (supernova) niet bijwonen (zit niet in zijn lichtkegel).

Net als concert in fig. D13.

Slide 10 - Slide

Opgave 11: Beginpunt en steilheid tekenen. Oefen dit!

Slide 11 - Slide

D3. Gelijktijdigheid
samen met tijdrek een centraal begrip

Slide 12 - Slide

Gedachtenexperiment met Tracy, Esmay en Jorn
.. is dit een didactisch beter voorbeeld
dan Einsteins bliksem op het perron?
of is dit anders? (en de trein met sensoren gelijk aan bliksem?)
Hoe doet Bais het?

Slide 13 - Slide

Ref. Esmay: B en D gelijktijdig
Ref. Tracy: B en D niet gelijktijdig

Slide 14 - Slide

Tijd-coördinaten aflezen
  • Gelijktijdigheid bepalen we door de tijd-coördinaat af te lezen van beide gebeurtenissen. Dezelfde tijd-coördinaat betekent gelijktijdig.
  • Een tijd-coördinaat van een gebeurtenis bepaal je door vanaf de gebeurtenis horizontaal naar de tijd-as te gaan.
  • Dit is precies wat je in een (x,t)-diagram deed en bij wiskunde in een assenstelsel.

Slide 15 - Slide

Wat is hier aan de hand?
  • Voor Tracy 'rennen' Esmay en Jorn naar rechts.
  • Voor Tracy heeft het licht meer tijd nodig om bij Jorn te komen, 'om Jorn in te halen'.
  • De lichtsnelheid is nog steeds altijd gelijk voor alle waarnemers, maar voor Tracy moet het licht meer afstand afleggen om Jorn te bereiken.
  • Resultaat: Gelijktijdigheid is niet voor alle waarnemers gelijk.

Slide 16 - Slide

Twee ref.stelsels in één diagram

Slide 17 - Slide

Een 'schuin' referentiestelsel
  • Aflezen van een tijd-coördinaat doe je nu door parallel aan de x-as naar de tijd-as te gaan.
  • En dat is voor het schuine referentiestelsel van de bewegende waarnemer niet meer horizontaal!
  • Op dezelfde manier bepaal je de plaats-coördinaat van een gebeurtenis door parallel aan de tijd-as naar de plaats-as te gaan. En dit bepaalt of twee gebeurtenissen op de zelfde plaats zijn gebeurd.

Slide 18 - Slide

Constructie van de x'-as
Twee manieren:
  1. De hoek met de tijd-as uitzetten als hoek met de ruimte-as.
  2. Spiegelen in de wereldlijn van de foton (eenvoudiger bij stompe hoeken)

Slide 19 - Slide

Huiswerk
Bestudeer D3 tm diagram met twee waarnemers
Maak opgaven 12-14

Slide 20 - Slide