2.7 Grammatica zinsdelen

3 havo - dinsdag 15 maart
Lezen!
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

3 havo - dinsdag 15 maart
Lezen!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Planning komende tijd
Voorbereiden toetsweek:
  • 3.3 Lezen (3x)
  • 2.7 Zinsdelen (alleen nevenschikking en onderschikking) (1x)

Let op: 3.9 Spelling vervalt dus!

Slide 3 - Slide

Maar eerst...
Denken jullie aan:
- Elevatorpitch
- Boektrailer

Als ik voor vrijdag niets van je heb ontvangen of gehoord,
voer ik een 1 in.


Slide 4 - Slide

2.7 Grammatica zinsdelen
In deze paragraaf leer je:
  • wat nevenschikking is
  • wat onderschikking is

Slide 5 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
Talent, p.128: opdracht 1
  • markeer/onderstreep alle persoonsvormen
  • markeer bij 1b: enkelvoudig of samengesteld
timer
4:00

Slide 6 - Slide

Antwoorden
1. denken, blootgeven - samengesteld
2. vroeg, mocht - samengesteld
3. mocht, zagen - samengesteld
4. vond, moest - samengesteld
5. leren, begrijp - samengesteld
6. gedraag - enkelvoudig

Slide 7 - Slide

Samengestelde zinnen (aantekening!)
Samengestelde zin: zin met meer dan 1 pv
  • nevenschikkend: 2 hoofdzinnen (HZ) met nevenschikkend voegwoord
  • onderschikkend: 1 hoofdzin (HZ) en 1 bijzin (BZ) met onderschikkend voegwoord

Slide 8 - Slide

Hoofd- en bijzin (aantekening!)
Hoofdzin
  • Onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar: er passen (bijna nooit) andere zinsdelen tussen.
  • De persoonsvorm staat voor in de zin:  eerste of tweede zinsdeel.

Bijzin
  • Tussen onderwerp en persoonsvorm kúnnen andere zinsdelen staan (bijvoorbeeld 'niet' of 'ook').
  • De persoonsvorm staat vaak achter in de zin.

Slide 9 - Slide

Voorbeelden
Ik ga naar huis -> Ik niet ga naar huis ->  HZ

Ik ga naar huis, want ik ben vrij -> Ik niet ga naar huis, want ik ook ben vrij -> 2 x HZ (nevenschikkend)

Ik ga naar huis, omdat ik vrij ben -> Ik niet ga naar huis, omdat ik ook vrij ben -> HZ + BZ (onderschikkend)

Slide 10 - Slide

Nevenschikkende zinnen
2 hoofdzinnen verbonden met nevenschikkend voegwoord.

Nevenschikkende voegwoorden: of, en, want, dus, maar (ezelsbruggetje: 'Geef mij die ovenwant dus maar!')

Slide 11 - Slide

Oefenen!
Huiswerk donderdag 17 maart:
2.7 Grammatica zinsdelen, maak opdracht 3 en 4

Slide 12 - Slide

3 havo - dinsdag 22 maart

Slide 13 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
2.7 Grammatica zinsdelen:
  •  herhalen theorie
  • oefenen met nevenschikkende en onderschikkende zinnen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Huiswerk
2.7 Grammatica: opdracht 3 en 4

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Oefenen met onderschikkende zinnen

2.7 Grammatica, maak opdracht 5 t/m 7



Klaar? Maak opdracht 8.
En noteer wat je nog niet snapt.
timer
15:00

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Huiswerk donderdag 24 maart
Leer theorie 2.7 Grammatica (nevenschikking en onderschikking) en noteer eventuele vragen die je nog hebt.

Slide 23 - Slide

3 havo - donderdag 24 maart

Slide 24 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Grammatica:
- puntjes op de i
- oefenen
- leren

Slide 25 - Slide

Huiswerk bespreken
2.7 Grammatica - nevenschikking en onderschikking

Zijn er nog vragen?

Slide 26 - Slide

En nu even checken...

Slide 27 - Slide

Een samengestelde zin heeft altijd één persoonsvorm.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

In een bijzin staan onderwerp en persoonsvorm nooit naast elkaar.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Een zin met één persoonsvorm heet een enkelvoudige zin.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz

Grote gezinnen worden zeldzaam, maar er bestaan nog altijd gezinnen met zes of meer kinderen.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 31 - Quiz

Zes studerende kinderen kunnen een behoorlijke kostenpost vormen voor ouders.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 32 - Quiz

Veel jongeren, vooral die in het zuiden van het land, praten met een accent.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 33 - Quiz

In het nieuwe restaurant stond de ober al op ons te wachten en hij begroette ons hartelijk.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 34 - Quiz

Toen de zomervakantie dichterbij kwam, werden sommige leerlingen minder gemotiveerd.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 35 - Quiz

Denk je dat deze nieuwe sport een kans maakt om toegelaten te worden op de Olympische Spelen?
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 36 - Quiz

Honderden jongeren stonden in de rij voor het concert, want het optreden van de plaatselijke band was gratis.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 37 - Quiz

Leren voor de toetsweek
Kies:
- maak een samenvatting
- cambiumned: oefenen grammatica -> enkelvoudig, nevenschikkend of onderschikkend?
- bedenk eigen toets met antwoordmodel en laat die door buurman/-vrouw maken
- stel de vragen die je nu nog hebt

Slide 38 - Slide