Les 10 03-03-2025 2HVMC

Willkommen!
Hallo! Hi!
Servus! 
Grüß Gott! 
Wie geht's? 
Wie geht es dir? 
Mir geht es gut, danke! Und dir?
Mir geht es auch gut!
Guten Morgen/Tag/Abend!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Willkommen!
Hallo! Hi!
Servus! 
Grüß Gott! 
Wie geht's? 
Wie geht es dir? 
Mir geht es gut, danke! Und dir?
Mir geht es auch gut!
Guten Morgen/Tag/Abend!

Slide 1 - Slide

Programm heute
  • herhaling grammatica hoofdstuk 4

  • Quiz grammatica hoofdstuk 4

Slide 2 - Slide

Uitleg
  • Leg je buurman/vrouw uit hoe je het zwakke werkwoord vervoegt
     aan de hand van de (fe)esttentenregel. blz. 118

  • Je buurman/vrouw legt jou vervolgens uit hoe je het voltooid deelwoord  vormt in het Duits en welke uitzonderingen er zijn op de regel blz. 121

  • Degene die het uitlegt kan zijn boek erbij houden
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Het werkwoord in de tegenwoordige tijd
FEESTTENTEN-REGEL

Slide 4 - Slide

Hoofdregel (fe)e-st-t-en-t-en)
FE-
ich
spiele
du
spielst
er / sie / es
spielt
wir
spielen
ihr
spielt
sie / Sie
spielen

Slide 5 - Slide

Uitzondering - als de stam op een -s, -ß, of -z eindigt, krijg je bij 'du', geen -st, maar alleen een -t
ich
heiße
du 
heißt
er / sie / es
heißt
wir
heißen
ihr
heißt
sie / Sie 
heißen

Slide 6 - Slide

Hoe gebruik je deze regels?
1. Neem de stam van het werkwoord: haal -en van het hele werkwoord: spielen => spiel

2. Kijk welk persoonlijk voornaamwoord in de zin staat: ich, du, er/sie/es, wir, ihr, sie/Sie

3. Als het persoonlijk voornaamwoord er niet staat, bedenkt door welk persoonlijk                                    voornaamwoord je het onderwerp in de zin kunt vervangen.
   Mein Bruder = ? Marianne und Peter =

4. Kies vervolgens de juiste uitgang: e, st, t, en, t, en
 

Slide 7 - Slide

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
stam + st
stam + e
stam + t
stam + en
stam + t
stam + en

Slide 8 - Drag question

Ich ...... einen Brief (schreiben)
A
schreib
B
schreibe
C
schreibt
D
schreiben

Slide 9 - Quiz

Wir ....... gerne Karaoke. (singen)
A
singe
B
singen
C
singt
D
singst

Slide 10 - Quiz

....... Susanne auch ins Kino? (gehen)
A
gehe
B
gehst
C
geht
D
gehen

Slide 11 - Quiz

Peter und Tom ...... jeden Samstag Sport. (machen)
A
mache
B
machst
C
macht
D
machen

Slide 12 - Quiz

Max . . . seiner Freundin Ohrringe.
[schenken]

Slide 13 - Open question

... du deine Zähne zweimal am Tag?
[putzen]

Slide 14 - Open question

uitzonderingen op de regel voor het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden:
A
werkwoorden die op -ieren eindigen --> stam + t
B
werkwoorden die met be- , ver-, en er- beginnen --> stam+ t
C
beide bovenstaande zijn juist

Slide 15 - Quiz

Het voltooid deelwoord van het werkwoord machen is
A
macht
B
gemacht
C
machen
D
gemachd

Slide 16 - Quiz

Het voltooid deelwoord van het werkwoord spielen is
A
gespielt
B
spielt
C
gespield
D
spield

Slide 17 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van 'kaufen'?
A
gekaufen
B
gekauft
C
gekauftet
D
gekaufd

Slide 18 - Quiz

voltooid deelwoord van wohnen
A
gewohnt
B
gewohnd
C
gewonht
D
gewohnet

Slide 19 - Quiz

Voltooid deelwoord van gratulieren
A
gegratuliert
B
vergratuliert
C
gratuliert
D
grutijuisdfjkhsdfn

Slide 20 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord in deze zin
Er hat seine Hausaufgaben (machen) ... .
A
gemacht
B
gemachen

Slide 21 - Quiz

Ik snap de grammatica van de werkwoorden
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Afsluiting les/ huiswerk /volgende les
  • Huiswerk:
     
    Lees de tekst op blz. 169 en maak Aufgaben 46a/b en 47
     Leer de woordjes van H Lesen (blz. 173)

  • Volgende les:
     Grammatik: "eine" und "keine"

Slide 23 - Slide

Wiedersehen!
Tschüss!
Schönen Tag!

Slide 24 - Slide