Mens en omgeving blok 4 t/m 6 minitoets voorbereiding

werken in stilte
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

werken in stilte

Slide 1 - Slide

voorbereiden minitoets 
blok 4 t/m 6

Slide 2 - Slide

wat moet je noteren bij een telefoonnotitie?

Slide 3 - Mind map

Als je speelgoed gaat schoonmaken zijn er drie groepen. Noem ze.

Slide 4 - Open question

Als je een e-mail heb gestuurd, waar je kan je deze e-mail terugvinden?

Slide 5 - Open question

Een klamvochtige doek is
A
droog
B
nat
C
een beetje vochtig

Slide 6 - Quiz

wasactieve stoffen verwijderen het vuil uit de kleding en houden het vuil in het water vast
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Enzymen houden de kalkdeeltjes uit het water zwevend.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat is een condensdroger?
A
als de waterdamp via een slang naar buiten gaat
B
het water wordt opgevangen in een waterreservoir

Slide 9 - Quiz

Waarom strijken we?

Slide 10 - Open question

Wat is een goede aanhef in je sollicitatiebrief?

Slide 11 - Open question

Beyonce kan goed zingen. Dit is een voorbeeld van
A
subjectief
B
objectief

Slide 12 - Quiz

Met rapporteren beschrijf je hoe iets is verlopen
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

wat zijn voorbeelden van hulpmiddelen voor mensen met een beperking ?

Slide 14 - Mind map

Een moodboard is een bord
A
een collage hoe je iets wil inrichten/ uitbeelden
B
een hulpmiddel om beter te kunnen eten

Slide 15 - Quiz

Non- verbale feedback is
A
communicatie met woorden
B
communicatie zonder woorden
C
gebaren
D
uitdrukkingen

Slide 16 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van open vragen?

Slide 17 - Open question

Een gesloten vraag is:
Zit jij in klas 3B?
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Intonatie betekent
A
dat je geïrriteerd bent
B
dat je verschillende gebaren maakt
C
dat je verschillende toonhoogtes in je stem gebruikt

Slide 19 - Quiz

representatief betekent
A
dat je er goed verzorgd professioneel uitziet
B
dat je er hygiënisch en netjes uitziet
C
dat je voor je zelf kan opkomen

Slide 20 - Quiz

Als je een openbaar gebouw wil binnen komen met een rolstoel, moet er naast een trap ook een

Slide 21 - Open question