Door verschillen in niche kunnen verschillende soorten samenleven in dezelfde habitat.
Slide 8 - Slide
Verschil habitat - niche
habitat is het "adres"
niche het "beroep"
Slide 9 - Slide
Op de X-as van deze grafiek wordt de vochtigheid van de grond weergeven. Op de Y-as zie je de overlevingskansen van de verschillende planten soorten a, b, c en d
Welke van de uitspraken is niet waar.
A
Binnen de tolerantie grenzen van c komen soort d en b ook voor.
B
Soort b heeft een grotere tolerantiegrens en is daarom beter bestand tegen schommelingen
C
Soort a en c komen niet naast elkaar voor in een gebied.
D
Bij de optimum waarde van a kunnen soorten b, c en d niet overleven.
Slide 10 - Quiz
Biotische factoren= invloed van andere organismen op een organisme. Vb:
Concurrenten
Voedsel
Predatoren
Ziekteverwekkers
Enz...
Abiotische factoren: invloed van de niet-levende natuur op een organisme. Vb:
Water
Wind
Zon
Aarde
Zoutgehalte
Enz..
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Hoeveel konijnen ving hij de eerste keer?
A
189 konijnen
B
14000 konijnen
C
440 konijnen
D
278 konijnen
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Tolerantiegrenzen
Slide 15 - Slide
Wat is een soort?
A
Individuen met sterke genetische overenkomsten.
B
Individuen die vruchtbare kinderen kunnen krijgen.
C
Individuen die nakomelingen kunnen maken.
D
Individuen die genetisch niet te onderscheiden zijn.
Slide 16 - Quiz
Geef hier je antwoord van de vorige slide
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 17 - Quiz
Wat is een voorbeeld van beperkende factor voor een boom?
A
Het hebben van een hoeveelheid bladeren.
B
De aanwezigheid van stikstof in de lucht.
C
De hoeveelheid water in de grond.
D
De aanwezigheid van konijnen in de buurt.
Slide 18 - Quiz
Habitat
de levensomgeving van plant /schimmel /dier/bacterie.
Bij planten ook standplaats genoemt ipv habitat.
plaats = de plek in een ecosysteem waar je een organisme leeft
Slide 19 - Slide
Welke curve was de Blauwe reiger?
A
grafiek Q
B
grafiek P
Slide 20 - Quiz
Welke curve is de blauwe reiger?
Slide 21 - Slide
Niche
Soorten kunnen (gedeeltelijk) dezelfde habitat hebben.
Dit kan omdat ze een verschillende rol of functie hebben
de rol of functie van een organisme noemen we Niche
gaat over de interactie van de soort met het ecosysteem.
Bijv.:
de rol van een boomsoort is het geven beschutting, nestgelegenheid, schaduw en voedselbron zijn.