This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Spaanse Brabander, les 6
Slide 1 - Slide
We kijken even naar de planning!
Slide 2 - Slide
Brederomonument,
op de Nieuwmarkt in Amsterdam
Jerolimo: "O joffrou, wildy my een courtesy bewijzen, so laet u slave toe dat hij u eensjens kust"
Een afwerende Trijn Jans: "Nou, Joncker, niet te stout, ay lieve houtje rust" (ze wil eerst geld zien).
Slide 3 - Slide
middeleeuwen
renaissance
memento mori
carpe diem
theocentrisch
antropocentrisch
Imiteren
didactisch
individualisme
collectivisme (groep)
ridderlijk
burgerlijk
Slide 4 - Drag question
Slide 5 - Video
translatio
imitatio
aemulatio
overtreffen
vertalen
navolgen
Slide 6 - Drag question
Wat zijn de kenmerken van de literatuur in de renaissance uit het filmpje?
Slide 7 - Open question
De 'regels voor een goed drama' van Aristoteles waren
A
eenheid van tijd, plaats en handeling
B
een toneelstuk heeft vijf bedrijven
C
er doen minimaal tien acteurs mee
D
elk bedrijf wordt afgesloten met een koorzang
Slide 8 - Quiz
Doel en functie van het toneel
In navolging van de klassieken: toneelschrijvers hielden het publiek een spiegel voor. Cicero had reeds over de klassieke komedie gezegd dat het ‘een nabootsing van het bestaan [was], een spiegel van het dagelijks leven en een beeld van de waarheid’.
Welke spiegel hield Bredero zijn publiek voor? Welke 'truc' gebruikt hij?
Slide 9 - Slide
Doel en functie van het toneel
Drama is een onvoltooid genre, dat pas in samenspel met het publiek volledig tot zijn recht komt.
Bredero verpakt zijn boodschap in volkstaal, met veel gevoel voor humor.
Slide 10 - Slide
Konstanten in de komedie
1. fabels keren vaak terug (thema's)
2. personages (knechten die hun bazen bijstaan of te slim af zijn)
In de Amsterdamde Nes, waar tegenwoordig De Brakke Grond staat, stond rond 1600 de Matgrietkapel. D'Eglentier huurde de zolder als clubhuis en hing er de vlag uit. Helemaal links staat het geboortehuis van Bredero.