Examentraining
1 / 31
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Wat is je doel voor dit weekend?
Wat hoop je te leren?
Wat hoop je te leren?
Slide 6 - Mind map
Geef jezelf een cijfer in hoe vaardig je nu bent.
Slide 7 - Poll
Waar heb je de meeste oefening in nodig?
Statistiek
Formules herleiden
Exponentiële groei
Lineaire groei
Redeneren met formules
Vergelijking oplossen
Rekenen met procenten
Onderzoeksvraag
Slide 8 - Poll
Slide 9 - Slide
Wat heb je tot nu toe geleerd?
Slide 10 - Open question
Met welke vraag zit je momenteel nog?
Slide 11 - Open question
CE2023 - Vraag 1
Geef het antwoord in één decimaal.
A
10,0%
B
4,1%
C
4,2%
D
4,3%
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
In de periode 1990-2010 nam het aantal broedende kieviten elk jaar met 3% af.
Bereken met hoeveel procent het aantal broedende kieviten in de periode1990-2010 is afgenomen.
Geef je antwoord in hele procenten.
Bereken met hoeveel procent het aantal broedende kieviten in de periode1990-2010 is afgenomen.
Geef je antwoord in hele procenten.
A
54
B
46
C
20
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
We kijken nu naar personen van 65 jaar of ouder. Neem ook voor deze
leeftijdsgroep aan dat het verband tussen het aantal huisartsconsulten per
persoon per jaar (A) en de leeftijd in jaren (l) lineair is. Voor personen van
65 jaar is het aantal huisartsconsulten per persoon per jaar gelijk aan 5.
Voor personen van 80 jaar is dit aantal gelijk aan 9.
Bereken met deze gegevens het aantal huisartsconsulten per persoon per
jaar voor personen die 92 jaar oud zijn. Geef je antwoord als geheel getal.
leeftijdsgroep aan dat het verband tussen het aantal huisartsconsulten per
persoon per jaar (A) en de leeftijd in jaren (l) lineair is. Voor personen van
65 jaar is het aantal huisartsconsulten per persoon per jaar gelijk aan 5.
Voor personen van 80 jaar is dit aantal gelijk aan 9.
Bereken met deze gegevens het aantal huisartsconsulten per persoon per
jaar voor personen die 92 jaar oud zijn. Geef je antwoord als geheel getal.
A
13
B
3
C
12
Slide 19 - Quiz
Welk soort variabele is dit?
'aantal ambulanceritten'
A
Nomiaal
B
Ordinaal
C
Discreet
D
Continu
Slide 20 - Quiz
Welk soort variabele is dit?
'mate van urgentie'
A
Nomiaal
B
Ordinaal
C
Discreet
D
Continu
Slide 21 - Quiz
Welk soort variabele is dit?
'responstijd'
A
Nomiaal
B
Ordinaal
C
Discreet
D
Continu
Slide 22 - Quiz
Welk soort variabele is dit?
'regio'
A
Nomiaal
B
Ordinaal
C
Discreet
D
Continu
Slide 23 - Quiz
De leerlingen die op deze manier in de steekproef terecht zouden komen, vormen geen aselecte steekproef. Leg dit uit.
Blz. 84 >> vraag 10 (CE-2023-1)
Slide 24 - Open question
Welke verschilberekening voeren we hier uit?
Blz. 85 >> vraag 13 (CE-2023-1)
A
Phi
B
MaxVcp
C
Effectgrootte
D
Boxplots
Slide 25 - Quiz
Bereken phi in 3 decimalen nauwkeurig.
Blz. 85 >> vraag 13 (CE-2023-1)
A
-0,02
B
0,02
C
0,08
D
-0,08
Slide 26 - Quiz
Rechts-scheve verdeling
Links-scheve verdeling
Slide 27 - Drag question
'Bedenk dat de frequentie altijd op de y-as staat.'
Normale verdeling
Links-scheve verdeling
Rechts-scheve verdeling
Tweetoppige verdeling
Slide 28 - Drag question
Wat heb je tot nu toe geleerd?
Slide 29 - Open question
Geef jezelf een cijfer in hoe vaardig jij je nu voelt.
Slide 30 - Poll
Met welke vraag zit je momenteel nog?
