Trede 8, les 2, kijken en luisteren: opletten geblazen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1
This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Welkom en pak alvast je leesboek
Slide 3 - Slide
Daltontijd: stillezen
timer
10:00
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Lesdoelen
Oranje: Je legt informatie en meningen van de spreker uit.
Je legt een relatie tussen het luisterfragment en je eigen kennis van de wereld.
Rood: Je herkent soorten informatiebronnen.
Je haalt voldoende informatie uit een instructie om of aanwijzing om de taak of handeling te kunnen uitvoeren.
Je herkent verbanden namelijk: opsomming, tijdvolgorde, tegenstelling en oorzaak-gevolg.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Dit slijm is heel mooi! Feit of een mening?
Slide 9 - Open question
Feit of mening?
Slide 10 - Slide
Feiten & meningen
Wat is een feit? En wat is een mening?
FEIT
MENING
Turnen is een gave sport
Het aantal calorieën in een Snickers is 321
Een iPhone 13 kost bij bol.com 810 euro.
Het familieweekend in de Ardennen vond ik erg gezellig.
Dat is duur!
Van regen word je nat.
Slide 11 - Drag question
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Je wilt weten hoe iets moet. Welke informatiebronnen kun je gebruiken?
Slide 14 - Open question
Informatiebronnen
Iemand raadplegen/vragen
Website
Zoekmachine
Youtube
Slide 15 - Slide
Met welke informatiebron vind je een instructie?
Slide 16 - Open question
Bekijk het fimpje
Kijk intensief
Let op de volgorde van de handelingen
Kijk naar de spreker als hij iets voordoet
Als je iets niet goed hebt begrepen, ga je zoekend kijken
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Instructie en signaalwoorden
Je hoort vaak signaalwoorden in een instructie. Signaalwoorden geven een verband aan (opsomming, tegenstelling, tijdvolgorde, oorzaak-gevolg). Het is handig ze te herkennen, want dan weet je wat er nog volgt.
Slide 19 - Slide
Opsommimg
Er komt nog iets van hetzelfde
Instructie bevat vaak signaalwoorden van opsomming
Vervolgens, bovendien, ten eerste, ten tweede, niet alleen ... maar, ook, daarna, ook, tevens, en.
Slide 20 - Slide
Tijdvolgorde
Noem je ook wel: chronologisch verband
Begin en een eind, met tussenstappen
Komt vaak in instructies voor
Daarna, eerst, toen, vroeger, nu, later, eerder
Slide 21 - Slide
Tegenstelling
Er komt een tegenstelling (leuk, niet leuk)
Daarentegen, echter, maar, toch
Slide 22 - Slide
Oorzaak en gevolg
Er gebeurt iets, waardoor er weer iets anders gebeurt.
Want, dat komt door, doordat, waardoor, daardoor
Slide 23 - Slide
Want
Maar
En
Ook
Of
Als
Daarna
Doordat
Welke signaalwoorden horen niet bij het tekstverband "opsomming"?
Welke signaalwoorden horen bij het tekstverband "opsomming"?
Slide 24 - Drag question
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van tijdvolgorde
Signaalwoorden van voorbeeld
maar
ook
ten eerste
toch
echter
en
bovendien
zoals
bijvoorbeeld
toen
als eerste
ten slotte
Slide 25 - Drag question
Week 15,
tab: opletten geblazen
Slide 26 - Slide
Wat vond je goed gaan?
Wat vond je het moeilijkst?
Wat vond je
leuk om te doen?
Slide 27 - Slide
Wat heb je deze les geleerd?
Slide 28 - Open question
Lesdoelen gehaald?
Oranje: Je legt informatie en meningen van de spreker uit.
Je legt een relatie tussen het luisterfragment en je eigen kennis van de wereld.
Rood: Je herkent soorten informatiebronnen.
Je haalt voldoende informatie uit een instructie om of aanwijzing om de taak of handeling te kunnen uitvoeren.
Je herkent verbanden namelijk: opsomming, tijdvolgorde, tegenstelling en oorzaak-gevolg.