Opdracht:Het volgende tekstje heeft steeds dezelfde zinsvolgorde. Maak de tekst gevarieerder door de zinsopbouw aan te passen.
Anna liep op een zonnige dag naar het park, terwijl ze haar boek vasthield. De vogels zongen vrolijk, en ze genoot van de rust. Ze ging op een bankje zitten, omdat ze wilde lezen. Terwijl ze las, zag ze een persoon die haar nieuwsgierig aankeek.