04-11

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Was machen wir heute?

• Lernziele des Unterrichts;
  
• Hausaufgaben besprechen;
  
• Erklärung schmerzen und weh tun;
  
• Wörter üben;
  
• Gespräch machen;
• Hausaufgaben;
  
• Ende der Klasse;

Lernziele des Unterrichts

Am Ende weißt/kannst du:

• Het verschil uitleggen tussen schmerzen en weh tun; 
• De woorden gewond geraakt, moe, vrolijk, hoofdpijn, zenuwachtig vertalen naar het Duits;
• Heb je 3x een gesprek gevoerd met een klasgenoot;

Hausaufgaben besprechen -> Aufgabe 3 besprechen wir zusammen

Erklärung schmerzen und weh tun

Ich habe Bauchschmerzen -->

Mein Bauch tut weh --> 

Ich habe Halzschmerzen-->

Mein Halz tut weh-->

Wat betekent dan nu:

Schmerzen =

wehtun =

Vertaal:
Ich bin müde

Vertaal:
Ich bin froh

Vertaal
Ich bin nervös

Vertaal het volgende woord
der Arm

Vertaal het volgende woord
die Kopfschmerzen

Vertaal het volgende woord
Die Nase

Vertaal: Krankenhaus

Vertaal: Krank

Vertaal het woord
Medikament

1. medikament
2. medicijn

Vertaal het volgende woord:
Schmerzen

1. smeren
2. pijn

Vertaal het volgende woord:
die Halsschmerzen

1. Huidsmeren
2. Nekpijn
3. Keelpijn

Vertaal het volgende woord
Zahnschmerzen

1. tandpijn/Kiespijn
2. ziekpijn
3. zalf smeren

Gespräch machen

Wat: Gesprek uitschrijven

Hoe: In je boek blz. 69 opdracht 37 en 38  Daarna met elkaar oefenen

Informatie: Woordenlijst uit je boek blz. 80/81 en zinnen uit je boek blz. 67 opdr. 32

Tijd: 15 min

Verwerking: Nakijken via nakijkblad. Mondeling presenteren in duo's. Ik wijs mensen aan die het gesprek voorlezen.

Eerder klaar?: blz. 52/53 opdr. 3, 4A, 5 en 6

Aufgabe 1 -> Niederländisch

Aufgabe 1 -> Deutsch

Aufgabe 2 -> Deutsch

Aufgabe 2 -> Niederländisch

Hausaufgaben

Was? --> De 2 gesprekken leren

Wo? --> Op het blad

Wann? --> Montag 7. November

Was brauchst du? --> Je eigen uitgeschreven gesprekken

NEEM JE OORTJES MEE AANKOMENDE MAANDAG -> LUISTEROEFENING!