22/23 3E 31 okt t/m 4 nov Les 22+23 start H2

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

31. Oktober

Dit hoofdstuk wordt met een schriftelijke en mondelinge toets afgesloten.

aan het einde van de lessen kan je:

zeggen hoe je je voelt (ziek, enz.)

zeggen wat er gebeurd is

in een bericht schrijven dat je niet kan komen, omdat je ziek bent.

Woordenschat

Wat: woordenschat opbouwen voor een gesprekje

Hoe: je krijgt straks een tekst met een lijst met woorden en zoek hiervan de betekenis op

Informatie: woordenlijst uit je boek blz. 88/89 + www.mijnwoordenboek.nl

Tijd: 15 minuten

Verwerking: We wisselen elkaars werkblad uit en kijken deze na.

Daarna bespreken per tweetal wat jullie als antwoorden hebben

Eerder klaar?: blz. 56/57 opdr. 3, 4, 5 en 6

Bespreken werkblad

Je kan nu zeggen:

Ik heb rugpijn, buikpijn, kiespijn.

Oefenen gesprek

Wat: gesprek compleet maken en oefenen

Hoe: in je boek blz. 57/58 opdracht 6 en daarna met elkaar oefenen

Informatie: woordenlijst uit je boek blz. 88/89 

Tijd: 5 minuten

Verwerking: We bespreken de antwoorden. Ik wijs mensen aan die het gesprek voorlezen.

Eerder klaar?: blz. 56/58opdr. 3, 4, 5 en 6

Huiswerk?

Geen

Donnerstag 3. November

Zu tun:

Theorie ( 10 Min)

üben mit Wortschatz ((10Min)

 Gespräch ausschreiben

Aan het einde kan je:

verschil uitleggen tussen weh tun  en schmerzen

de woorden gewond geraakt, moe, vrolijk, hoofdpijn, zenuwachtig vertalen

Heb je met een klasgenoot 3x een gesprek gevoerd

Verschil Schmerzen en wehtun

Ich habe Bauchschmerzen -->

Mein Bauch tut weh --> 

Ich habe Halzschmerzen-->

Mein Halz tut weh-->

Wat betekent dan nu:

Schmerzen =

wehtun =

verletzt

Verletzt heeft 2 betekenissen

Ich bin verletzt --> ik ben gewond geraakt

Ich bin verletzt beim Basketballspielen--> ik ben geblesseerd bij basketbal spelen

Oefenen met woordenschat

via quiz

Vertaal:
Ich bin müde

Vertaal:
Ich bin froh

Vertaal
Ich bin nervös

Vertaal het volgende woord
der Arm

Vertaal het volgende woord
die Kopfschmerzen

Vertaal het volgende woord
Die Nase

Vertaal: Krankenhaus

Vertaal: Krank

Vertaal het woord
Medikament

1. medikament
2. medicijn

Vertaal het volgende woord:
Schmerzen

1. smeren
2. pijn

Vertaal het volgende woord:
die Halsschmerzen

1. Huidsmeren
2. Nekpijn
3. Keelpijn

Vertaal het volgende woord
Zahnschmerzen

1. tandpijn/Kiespijn
2. ziekpijn
3. zalf smeren

Gesprek uitschrijven

Wat: gesprek uitschrijven

Hoe: in je boek blz. 75 33  Daarna met elkaar oefenen

Informatie: woordenlijst uit je boek blz. 88/89  zinnen uit je boek blz. 73 opdr. 28

Tijd: 15 min

Verwerking: nakijken via nakijkblad. Mondeling presenteren in duo's Ik wijs mensen aan die het gesprek voorlezen.

Eerder klaar?: blz. 56/58 opdr. 3, 4A, 5, 6 en 7

Gesprek opvoeren

Klassikaal presenteren duo's het gesprek

Huiswerk voor morgen

Leer de uitgeschreven gesprekken uit je hoofd

NEEM JE MUZIEKOORTJES MEE!