les 4 catering deel 2 soep en broodjes bereiden

• Ges
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Overzicht Periode 2 

• Thema: FDCI
• Benodigde lesmaterialen: powerpoint, werkboek, receptenboek

Week 1	Week 2	Week 3	Week 4	Week 5
intro	beroepshouding	catering	catering	schoonmaak + vergadering

Week 6	Week 7	Week 8	Week 9	Week 10
schoonmaak + vergadering	administratief	administratief	catering+ vergadering	inhaalles

JdW-kijkwijzer

Lesopbouw:

1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren
2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden
3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
4. EVALUATIE: Afsluiting

startklaar

start van de les: 

- spullen onder werkbank

- jas en haarnetje aan

- handen wassen

- werkbank schoon 

klaar? recept gaan lezen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Checklist:

Het activeren van relevante voorkennis als een  kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof .

Terugblik-opdracht

2. Voorkennis activeren

De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

      Leerdoelen

• dranken eenvoudige gerechten als soep en snacks bereiden
  
• afruimen en afwasapparatuur bedienen.
• werken volgens HACCP richtlijnen
• aanrecht en keukenmeubilair schoonmaken

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Soep en broodjes bereiden

Soep verwarmen

• Voorradig of zelf kopen?
  
• Hoeveel soep is er nodig?
  
• Hoeveel per persoon?
  
• Wat voor soep?

Benodigdheden: grote pan,

 opscheplepel, soepkoppen, lepels

Stappenplan soep maken en serveren

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Broodjes beleggen

2 à 3 broodjes per persoon

Divers beleg: boter, kaas, vleeswaren,

 filet americain, eiersalade en

 kip-kerrie salade

Decoratie

Stappenplan broodjes maken

Hygiënisch werken

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Ingredienten

• 50 gram gehakt(halal)
• 500 ml water 
• 20 gram vermicelli
• 100 gram soepgroente
• 1 stuks bouillonblokje
• 1 eetlepel olie
• nootmuskaat, peper en zout

materialen

• steelpan
  
• soepkom
  
• eetlepel
  
• bekken
  
• afruimbak
  
• maatbeker

materialen

• schuimspaan
• snijplank groen
• pollepel
• vork
• grote soeplepel

Stap 1

doe 1 eetlepel olie in de pan. 

zet het vuur aan op de lage vlam. 

Stap 2

doe de soepgroente in de pan. 

Verwarm de groente tot ze zacht zijn. 

Stap 3

Doe het water in de pan. Doe de bouillonblok erin. 

Breng dit aan de kook (grote vlam)

Stap 3

Doe het water in de pan. Doe de bouillonblok erin. 

Breng dit aan de kook (grote vlam)

Stap 4

als de soep kookt: Voeg de vermicelli toe. 

roer dit even door. 

Stap 5

doe het gehakt in de bekken. 

doe er zout, peper en nootmuskaat bij. 

Stap 6

meng het gehakt met de vork. 

Stap 7

verdeel het gehakt in 10 porties. 

Draai hier 10 gelijke balletjes van. 

Stap 8

doe de gehakballetjes in de soep. 

Was je handen!

zet een timer voor 10 minuten.

Stap 10

schenk de soep met de soeplepel in je soepkom. 

zorg dat de rand schoon blijft. 

Aan de slag

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Materialen

Steelpan

bekken

Afruimbak

Koksmes

Bord

Snijplank

Tafelmes

1 vel keukenpapier

Ingredienten deeg PER 2

75 gram broodmix

6 gram boter

40 ml lauwwarm water

ingredienten beleg

1 ei

stukje komkommer

1/2 tomaat

1 blad sla

1 plak kaas

1 plak ham (halal)

Stap 1

Vul de steelpan met water

Kook het ei hard

..... minuten?

Stap 2

Giet het kokende water af in de wasbak

Schrik het ei in koud water

Stap 3

Was de sla

Dep het blad droog met keukenpapier

Stap 4

Snijd het broodje open

Besmeer met margarine

Stap 5

• Eminiceer de komkommer

• Eminiceer de tomaat

• Eminiceer het hardgekookte ei

Stap 6

Leg op het broodje de sla

Leg de kaas op de sla

Leg de ham op de kaas

Stap 7

Maak het broodje af met de komkommer, tomaat en ei

Bestrooi met een beetje peper en zout

afwassen

1.  eten weg
2. voorspoelen
3. afwassen
4. naspoelen 
5. drogen
6. opruimen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

iemand is vegetarisch, wat moet je weg laten in het eten?

1. kaas
2. ham
3. gehakt
4. boter

7. Formatief handelen

De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

    Begrippen uit deze les

• brunoise
• snipperen
• hakken
• voorspoelen
• kokend water

Afsluiting

doelen: dranken eenvoudige gerechten als soep en snacks bereiden

volgende week: klachten en afruimen

gedrag: 

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Exit ticket

Eindslide.

Ruimte voor een contactgegevens etc.