1. Discussieer over de volgende vragen.
- Wat is er voor en tijdens de moord gebeurd?
- Wie is de dader?
- Waarom is de moord gepleegd (wat is het motief)?
2. Wat zijn de feiten (= wat weten jullie zeker)?
3. Wat zijn jullie vermoedens (= wat denken jullie)?
4. Maak samen jullie reconstructie. Maak zo veel mogelijk gebruik van de feiten.
5. Bekijk de checklist ‘Een goede reconstructie’. Voldoet jullie reconstructie hieraan?
6. Vul je reconstructie zo nodig aan en bewaar deze voor de volgende les.
Als jullie nog tijd over hebben, begin dan met de voorbereiding van jullie presentatie van de reconstructie. Ga hiervoor naar les 7.