This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Planning
Welkom
Mededelingen
Terugblik vorige les
Uitleg paragraaf 1.2 'Doel en publiek'
Aan de slag!
Slide 1 - Slide
Leg uit wat de definitie van 'hoofdgedachte' is.
Slide 2 - Open question
Waar vind je meestal het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
Slide 5 - Open question
1.2 Doel en publiek
Teksten over hetzelfde onderwerp kunnen totaal verschillen. Het hangt er maar vanaf welk doel de schrijver met zijn tekst heeft en voor welk publiek hij de tekst schrijft. Neem bijvoorbeeld twee teksten over het onderwerp ‘bijbaantjes’. De eerste tekst komt uit een weekendbijlage bij de krant en geeft een overzicht van de meest voorkomende en populaire bijbaantjes. Het doel is een breed publiek over het onderwerp te informeren. De tweede tekst is een advertentie van een grote hotelketen op de site van Student.net. De tekst wil studenten overhalen een bijbaan in een van de hotels te nemen.
Als je het doel en het publiek van een tekst wilt weten, hoef je de tekst niet intensief te lezen. Als je een tekst globaal doorleest, weet je vaak al wat voor tekstsoort het is en kun je het hoofddoel aangeven.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Welke tekstvorm hoort bij het gegeven tekstdoel?
Overhalen
Amuseren
Uitleg geven
Informeren
Slide 11 - Drag question
Nu maken en huiswerk
Paragraaf 1.1 Onderwerp en Hoofdgedachte opdracht 2, 3 en de examenopdracht afmaken (voor wie hier nog niet mee klaar is)