22 september les 3

onderwerp schrijven
Het schrijfplan
NU Nederlands deel B 
schrijven 2.1
bladzijde 94
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

onderwerp schrijven
Het schrijfplan
NU Nederlands deel B 
schrijven 2.1
bladzijde 94

Slide 1 - Slide

leedoelen
Na deze les weet ik wat een schrijfplan is.
Na deze les kan ik van een woordweb een schrijfplan maken.

Slide 2 - Slide

onderwerp taalverzorging
Signaalwoorden: 
herhalen: reden of argument
nieuw: doel - middel

Slide 3 - Slide

leerdoel
Na deze les weet ik 2 nieuwe signaalwoorden die een reden of een argument aangeven én 2 nieuwe woorden die een doel - middel aangeven
Na deze les kan ik 4 nieuwe signaalwoorden gebruiken.

Slide 4 - Slide

Het schrijfplan

Slide 5 - Slide

Kijk- en luistervraag
Er wordt vertelt over het middenstuk.
Wat moet je in een logische volgorde zetten?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

deelonderwerpen 
We gaan de deelonderwerpen voor het middenstuk in een logische volgorde zetten.
We maken dus alinea's.

Slide 8 - Slide

Hoe maak je alinea's?

Slide 9 - Slide

stap 1: woordweb
Je hebt een onderwerp voor jouw dagverslag.
Bijvoorbeeld: verzorgen lichaam.
Je maakt een woordweb.
kijk naar het voorbeeld over 'verzorgen lichaam'. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

stap 2: groepjes maken
In de volgende stap maak je groepjes van de woorden.
Hulpvraag: Welke woorden horen bij elkaar, vind jij?
kijk naar het voorbeeld dat hierna verschijnt.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

stap 3: volgorde bedenken
Kijk naar jouw groepjes. Maak een volgorde in tijd of in wat je doet.
in tijd ( 's ochtends, 's middags, 's avonds)
in wat je doet: eerst doe ik... dan doe ik ... daarna doe ik... ten slotte...


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

stap 3: signaalwoorden 
Als je de alinea's hebt gemaakt, dan bedenk je bij iedere alinea een signaalwoord dat bij de woorden past.
Kijk en bestudeer het voorbeeld.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Even oefenen met de signaalwoorden?

Slide 18 - Slide

"en " geeft aan:
A
doel - middel
B
opsomming
C
samenvatting
D
tijd

Slide 19 - Quiz

"eerst, daarna, ten slotte" geeft aan:
A
tijd
B
samenvatting
C
volgorde
D
doel-middel

Slide 20 - Quiz

"bijvoorbeeld" geeft aan:
A
toelichting of voorbeeld
B
tijd
C
samenvatting
D
doel-middel

Slide 21 - Quiz

Het schrijfplan
Je bent nu klaar om het schrijfplan in te vullen.
Van les 2 weet je wat:
het onderwerp, het schrijfdoel, het publiek en de hoofdgedachte is.
Dit vul je op het schrijfplan in.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

vervolgens:

Vul je de alinea's in uit stap 3 .

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Zo ziet het schrijfplan eruit:

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Wat is de functie van een schrijfplan?

Slide 28 - Open question

Opdracht 
Maak het schrijfplan bij jouw woordweb.
Kijk in jouw LessonUp les 3 naar alle stappen.
Maak eerst stap 1 tot en met 3.
Daarna vul je het schrijfplan in.

Slide 29 - Slide

Huiswerk
Schrijfplan klaar?
Schrijf dan nu het dagverslag.
Per alinea maak je van de woorden zinnen.
Je mag ook extra zinnen maken.
Daar wordt jouw tekst leuker van!


Slide 30 - Slide

Signaalwoorden
doel - middel
Nu Nederlands deel B bladzijde 251.

Slide 31 - Slide

doel - middel
Ik gebruik een tandenborstel, om mijn tanden te poetsen.

Slide 32 - Slide

Wat is het doel?
A
tandenborstel
B
tandpasta
C
tanden
D
tandenpoetsen

Slide 33 - Quiz

doel - middel
Ik gebruik een pen, zodat ik kan schrijven.

Slide 34 - Slide

Wat is het middel?
A
schrijven
B
een pen
C
papier
D
tekst

Slide 35 - Quiz

DOEL
MIDDEL
kam
verslag schrijven
computer
fiets
plezier maken
bioscoop bezoeken
wandelen

Slide 36 - Drag question

Opdracht
Je loopt stage bij een kinderdagverblijf.
Bedenk een voorbeeld van doel - middel.
Schrijf de zin op mét het goede signaalwoord.

Slide 37 - Slide

Opdracht
Schrijf deze zin nog een keer maar met een ander signaalwoord uit het rijtje doel - middel.

Slide 38 - Slide

Huiswerk
Gebruik in jouw dagverslag 1x een signaalwoord dat doel-middel aangeeft.

Slide 39 - Slide

Huiswerk
Deel B
Schrijven 2.1 opdracht 1 en 2
Formuleren en stijl 1.2 opdracht 1 en 2

Slide 40 - Slide

Noem 2 dingen die je hebt geleerd.

Slide 41 - Open question

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll