Taalkwesties als/dan en jou/jouw

1 / 28
next
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Groter
A
dan
B
als

Slide 2 - Quiz

Als - dan

Slide 3 - Slide

Sarah is even oud ... haar zus, want zij zijn tweeling. 
Een appelboom is anders ... een perenboom. 
Mijn vader is ouder ... mijn oom. 
Ik vind cola net zo lekker ... cassis. 
De film is anders ... ik had gedacht. 
dan 
als 
dan 
als 
dan
als 
dan 
als 
dan 
als 

Slide 4 - Drag question

Hij weet gewoon meer als/ dan ik.
A
als
B
dan

Slide 5 - Quiz

Ben jij groter als/dan mij?
A
als
B
dan

Slide 6 - Quiz

Jullie eten meer als/dan wij.
A
als
B
dan

Slide 7 - Quiz

'Als' en 'dan'
Even groot --> als
Groter--> dan

Slide 8 - Slide

Hij zingt mooier dan/als haar/zij.
A
dan haar
B
dan zij
C
als haar
D
als zij

Slide 9 - Quiz

Zij zijn slimmer dan / als wij.
A
dan
B
als

Slide 10 - Quiz

Evi heeft dezelfde schoenen dan / als Isa
A
dan
B
als

Slide 11 - Quiz

Voornaamwoorden
jou-jouw

Slide 12 - Slide

Ik heb jou/jouw rugzak meegenomen.
A
jou
B
jouw

Slide 13 - Quiz

Is dit jouw/jou schrift?
A
jouw
B
jou

Slide 14 - Quiz

Ik heb jou/jouw leesboek.
A
jou
B
jouw

Slide 15 - Quiz

Ik zie ...
A
jou
B
jouw

Slide 16 - Quiz

jou of jouw? Ik bel jou / jouw morgen even, goed?
A
jou
B
jouw

Slide 17 - Quiz

jou/jouw
jou - Ik heb jou gebeld. 
jou = iemand

jouw - Ik heb jouw telefoon gebruikt
jouw = jouw telefoon 

Slide 18 - Slide

Inmiddels zijn … vrienden vertrokken.
A
jou
B
jouw

Slide 19 - Quiz

Is dat ... huis?
A
jou
B
jouw

Slide 20 - Quiz

Het is ... schuld.
A
jou
B
jouw

Slide 21 - Quiz

Hoe is het met ...?
A
jou
B
jouw

Slide 22 - Quiz

Wat is ____ naam?
A
jou
B
jouw

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Video

Is dat ____ vader?
A
jou
B
jouw

Slide 25 - Quiz

Ik heb ____ boek gelezen.
A
jou
B
jouw

Slide 26 - Quiz

____ tas is rood.
A
Jou
B
Jouw

Slide 27 - Quiz

..... moeder komt vanmiddag ook
A
jou
B
jouw

Slide 28 - Quiz