What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
4.7 grammatica k3 en b3
4.7 grammatica (les 1)
Deze les:
-4.5 woorden opdracht 12 en 15 maken + bespreken
-starten met 4.7 (verschil tussen als en dan)
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
4.7 grammatica (les 1)
Deze les:
-4.5 woorden opdracht 12 en 15 maken + bespreken
-starten met 4.7 (verschil tussen als en dan)
Slide 1 - Slide
4.5 woorden
Maak opdracht 12 en opdracht 15 van 4.5
timer
10:00
Slide 2 - Slide
Grammatica
Als/dan, Jou/jouw
Mij/mijn
Slide 3 - Slide
Introductievraag
1) Meneer de Ruiter is groter als ik.
2) Meneer de Ruiter is groter dan ik.
Welke zin is denk je goed? En waarom? ;)
Slide 4 - Slide
Samengevat
Wanneer je verwijst naar een bezit gebruik je
jouw
: jouw fiets, mijn fiets
Wanneer je verwijst naar een persoon gebruik je
jou
: Is die fiets van jou? -> Ja, die fiets is van mij.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Sarah is even oud ... haar zus, want zij zijn tweeling.
Een appelboom is anders ... een perenboom.
Mijn vader is ouder ... mijn oom.
Ik vind cola net zo lekker ... cassis.
De film is anders ... ik had gedacht.
dan
als
dan
als
dan
Slide 7 - Drag question
Samengevat:
Als
gebruik je als iets hetzelfde is (even groot als)
Dan
gebruik je als er een verschil is: Kees is groter
dan
Jan.
Uitzondering: woordje
zo
(twee keer zo groot als). Er is wel een verschil, maar
door het woordje zo, krijg je als.
Slide 8 - Slide
Jesse is net zo lang... Joep.
A
als
B
dan
Slide 9 - Quiz
Mijn telefoon is nieuwer ... die van jou. (als/dan?)
A
Als
B
Dan
Slide 10 - Quiz
Mijn vriend is even grappig ... ik. (als/dan?)
A
Als
B
Dan
Slide 11 - Quiz
Dit boek is spannender ... het vorige. (als/dan?)
A
Als
B
Dan
Slide 12 - Quiz
Mijn fatbike rijdt sneller ... die van Pascal.
A
Als
B
Dan
Slide 13 - Quiz
Aan de slag
-Maak van 4.7 opdracht 3 en 4
-Maak het werkblad over als en dan.
Slide 14 - Slide
Tweede uur
-20 minuten lezen in je leesboek.
-Theorieblok 2 (jouw,jou,mij,mijn)
-4.7 opdracht 1 en 2 maken
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Ik geef ... de fiets.
... verhaal is waar.
Het is ... broer.
Geloof je ... niet?
mij
jouw
mijn
jou
Slide 17 - Drag question
Samengevat:
Wanneer je verwijst naar een bezit gebruik je jouw:
jouw
fiets,
mijn
fiets
Wanneer je verwijst naar een persoon gebruik je jou: Is die fiets van
jou
? -> Ja, die fiets is van
mij
.
Slide 18 - Slide
Is het boek van... vader?
A
Jou
B
Jouw
Slide 19 - Quiz
... broer komt mij ophalen.
A
Jouw
B
Jou
Slide 20 - Quiz
Wil je dat aan ... geven?
A
mijn
B
mij
Slide 21 - Quiz
... heeft hondenpoep onder ... schoen.
A
U/u
B
Uw/uw
C
Uw/u
D
U/uw
Slide 22 - Quiz
Jou - jouw
'Jou' is een persoonlijk voornaamwoord.
'Jouw' is een bezittelijk voornaamwoord.
Slide 23 - Slide
Is dat ____ vader?
A
jou
B
jouw
Slide 24 - Quiz
Ik vind ____ erg aardig.
A
jou
B
jouw
Slide 25 - Quiz
Aan de slag
-Maak van 4.7 opdracht 1 en 2
Slide 26 - Slide
More lessons like this
Lj3 Grammatica H4.7 basis en kader
February 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
4.7 grammatica k3 en b3
February 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Grammatica 6.2 Talent
September 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Lj3 Grammatica H4.7 basis en kader
March 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Herhaling 4.7
March 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
K4 - maandag 30 september
September 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
4.7 Grammatica
June 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
4.7 grammatica
April 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3