This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
7.2 Zuren en zure oplossingen
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je leert wat de chemische eigenschappen zijn van zuren.
Je leert een aantal bekende zuren kennen.
Je leert het verschil kennen tussen sterke en zwakke zuren.
Slide 2 - Slide
Herhaling koolstofchemie
Ethaan
Eth = 2 C
-aan = enkele bindingen tussen C's
Binas 66CD
Ethaanzuur
zuur = COOH-groep
Molecuulformule ethaanzuur = CH3COOH
Slide 3 - Slide
Geef de naam van het molecuul.
Slide 4 - Open question
Zuren en zure oplossingen
Alle zure oplossingen:
hebben een zure smaak;
beïnvloeden de kleur van zuur‑base‑indicatoren;
geleiden elektrische stroom;
hebben een pH‑waarde die kleiner is dan 7.
Let op:
Er is een verschil tussen (geconcentreerde) zuren en zure oplossingen. Geconcentreerde zuren hebben deze eigenschappen niet! Zure oplossingen dus wel!
Geconcentreerde zuren zijn terug te vinden in 66B linkerkolom.
Slide 5 - Slide
Zuren en zure oplossingen
Een zuur is een deeltje wat één of meerdere H+-ionen kan afstaan aan een base.
Ook wel een H+ donor genoemd.
Als een zuur oplost in water dan splitst het zuur zich op in lossen ionen; Daarbij neemt het water H+ -ion op. Er onstaat dan H3O+ en het zuurrest-ion.
Hoe meer H3O+ -ionen in een oplossing, hoe zuurder de oplossing (dus hoe lager de pH).
Bij een alkaanzuur, wordt de H+ van de zuurgroep afgestaan.
Slide 6 - Slide
Oplosvergelijkingen van zuren
Waterstofchloridegas in water tot zoutzuur (opl. van waterstofchloride in water (Binas 66A)):
HCl (g) + H2O --> H3O+ (aq) + Cl- (aq)
Geconcentreerd zwavelzuur in water (Binas 66B) tot zwavelzuuroplossing
H2SO4 (l) + 2 H2O --> 2 H3O+ + SO42-(aq)
geconcentreerd azijnzuur tot een azijnzuuroplossing (ethaanzuur, Binas 66A) in water:
CH3COOH (l) + H2O -> H3O+ (aq) + CH3COO-(aq)
Slide 7 - Slide
Geef de vergelijking waarbij mierenzuur wordt opgelost met toestandsaanduidingen. Gebruik Binas 66A/D (en evt. 49).
Slide 8 - Open question
uitleg quizvraag
Mierenzuur is de triviale naam van methaanzuur.
Molecuulformule methaanzuur is HCOOH.
HCOOH (l) + H2O -> H3O+ (aq) + HCOO- (aq)
Slide 9 - Slide
Sterke en zwakke zuren
Oplossingen van sterke zuren bevatten geen opgeloste zuurmoleculen. Er zijn alleen H3O+‑ionen en zuurrestionen aanwezig.
Je hoeft alleen sterke zuren te kennen! Zwakke zuren moet je wel kunnen herkennen.
Slide 10 - Slide
Sterke en zwakke zuren
Binas 49geeft een overzicht van bekende zuren en basen.
Onder te verdelen in: sterk, zwak en zeer zwak, zie volgende slide.
Hoe sterker een zuur, hoe makkelijker het H+-ion kan worden afgesplitst.
Bij gelijke molariteit (hoeveelheid mol per L), heeft een sterk zuur;
een lagere pH dan een zwak zuur,
veel betere stroomgeleiding dan een zwak zuur,
zal hij sterker reageren dan een zwak zuur (meer H3O+ in oplossing).
Slide 11 - Slide
Binas 49
Slide 12 - Slide
Is salpeterzuur een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49 en 66B.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base
Slide 13 - Quiz
Is het sulfide-ion een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base
Slide 14 - Quiz
Is het ammonium-ion een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 66B en 49.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base
Slide 15 - Quiz
Binas 49
NH4+
S2-
HNO3
In rood de antwoorden op de quizvragen
Slide 16 - Slide
Applet - sterke en zwakke zuren/basen
Op de volgende slide staat een link naar een applet over sterke en zwakke zuren en basen.
Je kunt de pH meten met een pH-meter en universeel indicatorpapier bij verschillende oplossingen.