3.1 Voedingsstoffen

10.1 Voedingsstoffen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

10.1 Voedingsstoffen

Slide 1 - Slide

voedingstoffen
Zes groepen:
  1. eiwitten
  2. koolhydraten
  3. vetten
  4. water 
  5. mineralen
  6. vetten

Slide 2 - Slide

Functies
Drie functies
  1. Bouwstof --> voortgezette assimilatie
  2. Brandstoffen --> energie
  3. Reservestoffen --> voor later gebruik

Slide 3 - Slide

Proteïne (eiwitten)
Eiwitten: ketens van aminozuren
20 verschillende aminozuren (BINAS tabel 67H)

Niet essentiële aminozuren:
worden gemaakt in de lever

Essentiële aminozuren:
8 aminozuren die je lichaam zelf niet kan maken uit andere stoffen. Deze moet je dus binnenkrijgen via je voeding

Slide 4 - Slide

Proteïnen 

Veel verschillende taken in het lichaam:
- Receptoren
- Hormonen
- Antilichamen
- Transporteiwitten (hemoglobine)
- Structuureiwitten (celskelet)
- Motoreiwitten (spieren)
 
.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Sachariden (koolhydraten)

Slide 7 - Slide

Sachariden (koolhydraten)
Ketens van monosachariden (suikers)
Bestaan uit C, H, en O's
Dienen als:
- Brandstof
- Reservestof (o.i.v insuline glycogeen)
- Bouwstof (DNA, ATP, herkenning door cellen)

Voedingsvezels:
Koolhydraten die niet verteerd kunnen worden door enzymen van mensen (Cellulose)
Toch belangrijk voor mensen want:
Darmbacteriën hebben wel enzymen die dat kunnen.
Verzadigd gevoel
Bevorderen darmwerking en stoelgang

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Lipiden (Vetten) 
Bestaan uit glycerol en vetzuren (verzadigd of onverzadigd)

Sommige vetzuren kun je niet maken, die zijn weer essentieel en moet je dus binnen krijgen door te eten.

Dienen als:
- Brandstof 
Bouwstof (celmembranen en cholesterol)
- Reservestof (warmte isolerende functie)

Vitaminen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

water
Water: belangrijke bouwstof en belangrijk oplosmiddel
Tevens transportmiddel en belangrijk bij regeling van lichaamstemperatuur

Slide 12 - Slide

Vitaminen
Vitaminen: nodig om processen in je lichaam goed te laten verlopen (bestanddeel van enzymen)
Belangrijke vitaminen: A, B, C, D en K

Provitaminen: hier kan je lichaam zelf vitaminen van vormen

Slide 13 - Slide

Mineralen
Mineralen (zouten):
Anorganische stoffen (fosfor, kalium, natrium)
Bouwstof (botten/tanden, calcium voor bloedstolling)
Spoorelementen heb je in kleine hoeveelheden nodig + bestanddelen van enzymen en hormonen.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Maken: 3.1 Opdracht 1, 2, 3 en 4
Klaar? Maak een begin met 5 t/m 9


timer
7:30

Slide 16 - Slide

Reflectie vorige les
Beantwoordt de volgende vragen:
1. Waartoe dienen vitaminen en mineralen?
2. Uit welke bouwstenen bestaan koolhydraten?
3. Wat betekend het als een bepaald vetzuur essentieel wordt genoemd?
4. Kunnen eiwitten dienen als brandstof?

Slide 17 - Slide

Lezen: Vanaf Water t/m Vitaminen
Tekst begripsvragen:
1. Hoeveel procent van het water dat je dagelijks opneemt komt bij verbranding vrij?
2. Op welke 4 manieren raak je water kwijt? 
3. Geef 2 voorbeelden van mineralen en hun functie in het lichaam.
4. Wat wordt bedoeld met spoorelementen?
5. Wat zijn provitaminen?

timer
7:00

Slide 18 - Slide

Maken: 3.1 Opdracht 6, 7, 8, 9
Klaar? Maak vraag 10


timer
7:30

Slide 19 - Slide

Oefentoetsvraag: 
Veganisme
Veganisten zijn mensen die geen dierlijke producten gebruiken in hun levensstijl. Dat betekend geen vlees, vis, kaas, eieren in hun eten. Ze eten voornamelijk groenten, fruit, noten, zaden, sojamelk en tofu. Veganisme is geen makkelijk dieet, veganisten moeten goed nadenken over wat ze iedere dag eten. 

(2p) 1. Noem een argument waarom veganisten goed moeten nadenken over wat ze iedere dag eten. 

Één van de problemen met het veganisme dieet is dat vitamine B12 niet in plantaardig voedsel te vinden is. Daarom worden veganisten geadviseerd om dit zelf erbij te slikken. Vooral voor kleine kinderen is dit belangrijk.

(2p) 2. Wat is de functie van vitamine B12? Welke gevolgen zou een tekort kunnen hebben voor de gezondheid? 


Slide 20 - Slide

Start 3.2 
Het maagdarmkanaal
Mechanische vertering:
Het samentrekken van de kringspieren zorgt ervoor dat de voedselbrij gekneed wordt en goed gemengd wordt met verteringsap

Chemische vertering:
In de verteringsappen zitten enzymen die de voedingsstoffen in de voedselbrij afbreken in hun monomeren. Dit proces noem je de chemische vertering. 

Darmperistaltiek
Door afwisselend samentrekken van kring- en lengtespieren wordt de voedselbrij richting de anus vervoerd. Het voedsel kan hierdoor maar 1 richting op. 

Slide 21 - Slide

Braindump
  • Lees kopje Het darmkanaal blz. 112
  • sla boek dicht
  • Schrijf op wat je hebt onthouden
  • Vergelijk wat je hebt onthouden met wat er in de tekst stond. Klopt het?
timer
2:30

Slide 22 - Slide

Aan de slag met de leerdoelen
Maken opdrachten af t/m 16

Lezen paragraaf 2: Verteringsstelsel

Slide 23 - Slide

Bouw-
stof
Brand-
stof
Reserve-
stof
Bescher-mende
stof
Eiwitten
ja
ja
-
-
Koolhydraten
ja
ja
ja
-
Vetten

ja
ja
ja
-
Water
ja
-
-
-
Vitamine
ja
-
-
ja
Mineralen
ja
-
-
ja

Slide 24 - Slide