welke organismen vormen de producenten in een meer of zee?
Slide 6 - Open question
bekijk afb. 23 op p.107 -welke organismen horen bij het eerste trofische niveau?
Slide 7 - Open question
bekijk afb. 23 op p.107 -tot welke orde consument horen wezel en tonijn in deze voedselketens
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e
Slide 8 - Quiz
-> autotroof - heterotroof
-> producent - consument - reducent
autotroof (-> auto = zelf, troof = voeden) -> kunnen eigen voedsel (= organische stoffen als suikers, vetten, eiwitten, DNA) zelf maken uit anorganische stoffen (CO2 en H2O) -> opbouwreactie -> producenten
heterotroof (hetero = ander) -> zijn voor hun voedsel afhankelijk van andere organismen -> consumenten
reducenten ten slotte breken organisch afval af tot anorganische stoffen (= voedsel voor de producenten) -> ze maken daarmee de kringloop rond -> zie afbeelding 25 op p.108)
Slide 9 - Slide
welke twee groepen organismen worden tot de reducenten gerekend?
Slide 10 - Open question
bekijk afbeelding 25 op p.108; afvaleters worden hier als aparte categorie genoemd, terwijl je ze ook zou kunnen onderbrengen in een van de drie andere categorieën: in welke categorie?
A
bij de producenten
B
bij de consumenten
C
bij de reducenten
D
bij de consumenten en bij de reducenten
Slide 11 - Quiz
assimilatie - dissimilatie: afb.26
assimilatie = opbouwreactie -> energie nodig (licht of energie die vrijkomt bij oxidatie van anorganische stoffen)
dissimilatie = afbraakreactie -> levert energie (ATP, warmte)
energie wordt gebruikt om kleine, energiearme anorganische stoffen (CO2, H2O, zouten) om te zetten in grote, energierijke organische stoffen (eerst glucose, daaruit vetzuren, aminozuren, andere koolhydraten)
Slide 21 - Slide
productiviteit
de productiviteit van een vegetatie wordt uitgedrukt in biomassatoename/groei ((k)g) per oppervlakte-eenheid (m2) per tijdseenheid (jaar)
Bruto Primaire Productie (BPP)= de hoeveelheid koolstof (CO2) die een vegetatie vastlegt (als glucose) bij de fotosynthese
Netto Primaire Productie (NPP) = de hoeveelheid koolstof die een vegetatie vastlegt in biomassa (groei)
BPP - dissimilatie = NPP
Slide 22 - Slide
energieverlies in een ecosysteem
afbeelding 31 (p.112): energiestromen in een ecosysteem
niet alle delen van planten, dieren zijn eetbaar (schors, wortels, hout, tanden, botten, vacht, etc.)
deel van het gegeten voedsel is wel eetbaar, maar onverteerbaar
elk organisme verbruikt een deel van de voedingsstoffen als brandstof -> dissimilatie (levert energie, maar geen groei)
Slide 23 - Slide
met welke letter wordt in een energiestroom schema de totale biomassa van een trofisch niveau weergegeven?
A
N
B
Pn
C
I
D
F
Slide 24 - Quiz
met welke letter wordt in een energiestroom schema de groei van een trofisch niveau weergegeven?
A
Pn
B
R
C
Pn+1
D
Fn+1
Slide 25 - Quiz
met welke letter wordt in een energiestroom schema de de ontlasting een trofisch niveau weergegeven?