This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
6.1 verzuiling
Slide 1 - Slide
kostwinnaarsgezin
Verzuiling
secularisatie
individualisering
egalitair gezin
sociale institutie
tot jaren '60
onderhandelingshuishouden
rationalisering
bevelshuishouding
jaren 60-80
Slide 2 - Drag question
Sleep de omschrijvingen naar de juiste plek
Voor de jaren 60
Vanaf de jaren 60
gehoorzaamheid
verzuiling
Ontzuiling
groepsnormen
welvaart
Individualisering
Secularisatie
Veel armoede
Slide 3 - Drag question
Eind jaren 1950 veranderden kleding en vrijetijdsbesteding van veel Nederlanders. Wat waren hiervan twee oorzaken?
Internet
Reclame
Social media
Tijdschriften
Verzuiling
Slide 4 - Drag question
1940
1950
1960
Tekst
Tekst
verzuiling
handelingsonbekwaam
babyboom
Slide 5 - Drag question
Tot de jaren '60
Jaren '60 tot '80
Vanaf de jaren '80
Kostwinnersgezin
Verzuiling
Ontzuiling
Socialisatoren: kerk, gezin en vereniging
Secularisering
Onderhandelingshuishouden
Socialisatoren: peergroup, media en onderwijs
Individualisering
Institutionalisering (Voorbeeld: verzuiling)
Geïndividualiseerd gezin
Rationalisering
Democratisering
Bevelshuishouden
Slide 6 - Drag question
Verzuiling
Marshallhulp
Emigreren
Slide 7 - Drag question
Plaats de begrippen op de juiste plek
Verzuiling
Triniteit
Reformatie
Secularisatie
Opstanding
Messias
Slide 8 - Drag question
Sleep de juiste omschrijving naar de foto. Let op er blijven er 3 over
Economische crisis
Vrouwenkiesrecht
Recht op Demonstratie
Verzuiling
Algemeen kiesrecht
confessionele mensen
Slide 9 - Drag question
Welk van de volgende instituten was niet verzuild?
A
School
B
Ziekenhuis
C
Openbaar vervoer
D
Sportclub
Slide 10 - Quiz
Wat is verzuiling?
A
De samenleving wordt ingedeeld op basis van levensbeschouwing
B
De samenleving wordt ingedeeld op basis van godsdiensten
C
De samenleving wordt ingedeeld op basis van leeftijd
D
De samenleving wordt ingedeeld op basis van geslacht
Slide 11 - Quiz
Wat past het beste bij de verzuiling?
A
een verdeelde samenleving
B
multiculturele samenleving
C
consumptiemaatschappij
D
secularisatie
Slide 12 - Quiz
Deze afbeelding past bij
A
secularisatie
B
individualisering
C
verzuiling
D
consumptiemaatschappij
Slide 13 - Quiz
Wat is ontzuiling?
A
Het verdwijnen van de verzuiling
B
Iemand die gelovig is
C
Het erger worden van de verzuiling
D
Geloven afschaffen
Slide 14 - Quiz
Welke uitspraak over de verzuiling is NIET waar? De verzuiling ...
A
ontstond in de politiek
B
ontstond in 1917 door de schoolstrijd
C
bestond voornamelijk uit eigen organisaties
D
bestond uit 4 zuilen
Slide 15 - Quiz
De verzuiling bestaat uit 5 groepen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Vanaf het einde van de negentiende eeuw werd Nederland een verzuilde samenleving.
Wat is een verzuilde samenleving?
A
Een samenleving opgedeeld in leeftijdsgroepen
B
Een samenleving die opgedeeld is op basis van religie
C
Een samenleving waar iedereen gelijk is
D
Een samenleving waar iedereen christelijk is/moet zijn
Slide 17 - Quiz
Welke groep mensen was tegen de verzuiling?
A
Katholieken
B
Liberalen
C
Protestanten
Slide 18 - Quiz
Tijdens WO2 ging de verzuilde samenleving een beetje weg. Ze wilde na WO2 een eenheid worden. Bleef Nederland een verzuilde samenleving of werd het een eenheid?
A
Het bleef een verzuilde samenleving
B
Het werd een eenheid
Slide 19 - Quiz
Door de Tweede Wereldoorlog wordt de verzuiling...
A
sterker
B
minder sterk
Slide 20 - Quiz
Hoe heet het dat de samenleving niet meer opgedeeld is in groepen?
A
Ontzuiling
B
Secularisatie
C
Verzuiling
D
Marshallhulp
Slide 21 - Quiz
Hfst 2; In de grafiek is een ontwikkeling te zien die past bij een begrip. Bij welk begrip past deze ontwikkeling?
A
Harmoniemodel
B
Ontzuiling
C
Ontkerkelijking
D
Verzuiling
Slide 22 - Quiz
Welke twee begrippen hangen in belangrijke mate met elkaar samen? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Verzuiling en secularisering
B
Pacificatie en ontzuiling
C
Secularisering en ontzuiling
D
Verzuiling en Pacificatie
Slide 23 - Quiz
Welke groep begon als eerste met de verzuiling?
A
katholieken
B
liberalen
C
protestanten
D
socialisten
Slide 24 - Quiz
Het verdwijnen van de verzuiling, mensen verlaten hun zuil
A
Feministen
B
Jongerencultuur
C
Ontzuiling
D
Waarden
Slide 25 - Quiz
Het ontstaan van het CDA komt door ...
A
Verzuiling
B
Ontzuiling
Slide 26 - Quiz
Waarmee begon de verzuiling?
A
Toen protestanten eind 19e eeuw eigen organisaties oprichtten.
B
Toen liberalen begonnen met een eigen krant voor hun leden.
C
Tijdens de Tweede Wereldoorlog toen Nederlanders zich gingen verzetten
D
Met de wederopbouw van Nederland na de oorlog
Slide 27 - Quiz
De verzuiling is vanaf 1870 tot 1960
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quiz
Wat was geen kritiek op de Verzuiling?
A
door de verdeeldheid had Duitsland makkelijk Nederland kunnen bezetten
B
door de verdeeldheid ging het economisch niet goed met Nederland
C
Verdeeldheid was niet nodig, tijdens de oorlog werd er ook samengewerkt
Slide 29 - Quiz
Waarom werd de verzuiling niet doorbroken na de oorlog?
A
de PvdA bleek vooral een socialistische partij, de liberalen wilden geen lid zijn
B
de confessionelen wilden geen lid zijn van de PvdA
C
Partijleden van de PvdA kregen onderling ruzie
Slide 30 - Quiz
Wat is verzuiling?
A
Bouwstijl uit de 20ste eeuw die gebouwen met zuilen maakt.
B
Politieke stroming uit de 20ste eeuw.
C
Verdeling van samenleving in groepen, de groepen gaan niet met elkaar om.
D
Begrip dat we gebruiken om openbaar en bijzonder onderwijs te onderscheiden.
Slide 31 - Quiz
Waardoor mislukte de doorbraak van de verzuiling?
A
Confessionelen bleven trouw op hun eigen zuil stemmen
B
De PvdA kreeg geen subsidie voor een grote doorbraakcampagne
C
De PvdA leek te veel op de oude socialistische SDAP, waardoor veel liberalen zich er niet thuis voelden
D
Door de invoering van de televisie was de ontzuiling toch al op gang gekomen
Slide 32 - Quiz
De tekenaar is een ... van de verzuiling.
A
tegenstander
B
voorstander
Slide 33 - Quiz
Met verzuiling leidde tot:
A
de indeling van de jeugd in meisjes- en jongensgroepen
B
de opdeling van de bevolking in gelovigen en niet-gelovigen
C
veel onenigheid in het Nederland van na WO II
D
een samenleving waarin het leven zich vooral binnen een groep afspeelde
Slide 34 - Quiz
Wat is GEEN groep van de verzuiling?
A
Liberalen
B
Katholieken
C
Communisten
D
Socialisten
Slide 35 - Quiz
Welke organisatie is niet een onderdeel van de verzuiling
A
Sportclub KPJ
B
omroepvereniging BNN
C
omroepvereniging VARA
D
krant Reformatorisch dagblad
Slide 36 - Quiz
Welk begrip is kenmerkend voor de tijd waarin dit affiche verscheen?
A
Oorlogsjaren
B
Verzorgingsstaat
C
Verzuiling
D
Wederopbouw
Slide 37 - Quiz
Deze vraag gaat over Nederland tijdens het interbellum.
Bekijk eerst de prent. Was de tekenaar een voorstander of tegenstander van de verzuiling?
A
Hij was een tegenstander, want hij vond de katholieke zuil in verhouding te groot.
B
Hij was een tegenstander, want hij vond de verzuiling veel te ver gaan.
C
Hij was een voorstander, want hij hoorde bij de rooms-katholieke zuil.
D
Hij was een voorstander, want hij vond de verdeling in zuilen wel praktisch.
Slide 38 - Quiz
In een verzuilde maatschappij was het helemaal aanvaard dat je als katholiek persoon met een protestants persoon trouwde
A
waar
B
niet waar
Slide 39 - Quiz
Koppel de juiste beschrijving aan het begrip ontzuiling en individualisering (meerdere antwoorden juist)
Ontzuiling
Individualisering
Doen waar jezelf zin in hebt.
Eigen mening ipv. die van ouders
Geen lid meer van de kerk of politieke partij
Uitkering van de overheid
Slide 40 - Drag question
Sleep de omschrijvingen naar de juiste plek
Voor de jaren 60
Vanaf de jaren 60
gehoorzaamheid
verzuiling
Ontzuiling
groepsnormen
welvaart
Iindividualisering
ontkerkelijking
Veel armoede
Slide 41 - Drag question
feminisme
individualisering
ontzuiling
secularisatie
mensen leven vooral als persoon
gelijke kansen voor jongens en meisjes
mensen gaan niet meer naar de kerk
protestantse en katholieke partijen gaan samen
Slide 42 - Drag question
Ontzuiling
Individualisering
Slide 43 - Drag question
Terugblik: Koppel de juiste plaatjes aan het juiste begrip