Komma, aanhalingstekens en dubbele punt.

2KGT Spelling
Leestekens en citaten
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

2KGT Spelling
Leestekens en citaten

Slide 1 - Slide

Wat weten we al?
Leestekens zorgen ervoor dat je teksten beter kunt lezen. 
Ze verduidelijken de leesbaarheid van een tekst.

Slide 2 - Slide

Wat weten we al?
. ? !
  • Aan het einde van een zin staat een punt.
  • Aan het einde van een vraagzin staat een vraagteken.
  • Aan het einde van een roep/schreeuw staat een uitroepteken.

Slide 3 - Slide

Je zet een komma...
  • .. in een samengestelde zin tussen twee persoonsvormen.(Als je het weet, mag je het zeggen.)
  • .. tussen delen van een opsomming. 
    (Wangen, ogen, neus en mond zijn delen van een gezicht)
  • .. na een naam of uitroep aan het begin van een zin.
    (Ties, wil je even helpen? Hé, hou eens op!)
  • .. voor voegwoorden als doordat, nadat, omdat, want, enz.
    (Ik ga naar huis, want ik moet zo eten.) 

Slide 4 - Slide

Neem over en plaats leestekens:
Vandaag hebben we biologie wiskunde en Nederlands

Slide 5 - Open question

Neem over en plaats leestekens:
Doordat ik rende ben ik gestruikeld

Slide 6 - Open question

Neem over en plaats leestekens:
Tom hou onmiddellijk op

Slide 7 - Open question

Neem over en plaats leestekens:
We gaan weer naar school zodra het mag

Slide 8 - Open question

Aanhalingstekens
Aanhalingstekens gebruik je als je letterlijk opschrijft wat iemand zegt. Dit noem je ook wel een citaat.

Het citaat staat tussen de aanhalingstekens. Kijk maar: 
Maartje zegt: 'Hoe laat is het?'

Slide 9 - Slide

Citaten
Let goed op de leestekens:
  • Maartje zegt: 'Hoe laat is het?'
  • 'Hoe laat is het?' vraagt Maartje.
  • 'Ik weet niet of ik dat durf!' gilde Sharon.
  • 'Ik weet niet of ik dat durf,' fluisterde Sharon.



Slide 10 - Slide

Schrijf het citaat goed op.
Heb jij nog snoep vroeg Jade

Slide 11 - Open question

Schrijf het citaat goed op.
De juf vraagt wie snapt het niet

Slide 12 - Open question

Dubbele punt
  • Bij een opsomming
    (Ik haat de volgende maatregelen: niet kletsen, geen kauwgom en op tijd komen.)
  • Bij een citaat
    (Hij zegt: 'Doe even normaal.')
  • Voor eenuitleg.
    (Die game is echt gaaf: het is zo realistisch vormgegeven.)

Slide 13 - Slide

Welke zin is goed?
A
He, laat dat!
B
He laat dat!
C
He, laat dat.
D
He laat dat.

Slide 14 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Volleybal, voetbal, en handbal zijn balsporten.
B
Ik loop, omdat ik dat fijn vind.
C
Lust je dat wel.
D
Nadat je dit leest moet je aan het werk

Slide 15 - Quiz