Kom in de lessonUp Tijdens de uitleg: dicht of draai (gesloten of omgedraaid)
Slide 2 - Slide
Overzicht van de lessenreeks spelling § 4-13
Slide 3 - Slide
Trema paragraaf 10 p. 293
Het trema voorkomt uitspraakproblemen in woorden die geen samenstelling zijn.
>>> Want wat gebruik je bij een samenstelling met uitspraakproblemen?
Plaats het op de eerste letter van de volgende lettergreep: zee-en > zeeën
>>> Waarom schrijf je zee-egel en niet zeeëgel?
>>> Waarom schrijf je kopiëren met trema en gekopieerd zonder?
>>> Schrijf je a. Het geld is ge- ïnd? b. Het geld is ge- ind?
Slide 4 - Slide
Apostrof paragraaf 10 p. 293
Als weglatingsteken voor letters Des ochtends > 's Ochtends zijn > z'n Bas' fiets
om uitspraakproblemen te voorkomen bij bezitsvorm en meervoud papa's fiets (i.p.v. papas fiets) paraplu's (i.p.v. paraplus of parapluus) LET OP alleen bij uitspraakproblemen
Meervoud en verkleinvorm met letterwoorden en initiaalwoorden HEMA's (Letterwoord: Hollandsche Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam) sms'je (initiaalwoord)
Slide 5 - Slide
accenttekens (é, è en ê) en cedille (ç) paragraaf 10 p. 294
Veel in leenwoorden
Accent aigu (streepje dat voorover leunt en verlengt) café, rosé
Accent grave (streepje dat achterover leunt) crème, scène
Accent circonflexe (dakje) enquête, gêne en crème fraîche
Slide 6 - Slide
accenttekens (é, è en ê) en cedille (ç) paragraaf 10 p. 294
cedille: zorgt ervoor dat een c voor een a, o, u klinkt als een s in plaats van een k.
Ça va (geen cava >>>>)
Slide 7 - Slide
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
's ochtends
B
s'ochtends
Slide 8 - Quiz
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
max huis
B
maxs huis
C
max's huis
D
max' huis
Slide 9 - Quiz
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
mbo-student
B
mbo'student
C
mbo student
D
mbostudent
Slide 10 - Quiz
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
mbo- er
B
mbo'er
C
mboer
D
mboër
Slide 11 - Quiz
Getallen paragraaf 11, blz. 295
- wanneer letters (achthondertwintig of 820?) - wanneer cijfers
Slide 12 - Slide
Getallen met woorden
We hebben het over getallen in formele tekst. Wat zijn de regels?
Bij grote getallen kan je cijfer en woord combineren (335 duizend)
Slide 14 - Slide
Getallen
We hebben het over getallen in formele tekst. Wat zijn de regels?
Let op:
Schrijf breuken los, tenzij in een samenstelling twee derde (2/3) vijf drie vierde (5 3/4) driekwartsmaat (samenstelling) maar: achtenhalf, tweeënhalf
Als in een zin grote aantallen van iets in cijfers staan, gebruik je in die zin ook cijfers voor kleine aantallen.
Slide 15 - Slide
Hoe kan je deze tekst verbeteren? ^
nos.nl
Slide 16 - Slide
Hoe kan je deze tekst verbeteren? ^
Regel: als in een zin grote aantallen van iets in cijfers staan, gebruik je in die zin ook cijfers voor kleine aantallen.
Slide 17 - Slide
play.kahoot.it
Slide 18 - Link
Paragraaf 12 Sommige of sommigen
Slide 19 - Slide
Wanneer met alleen -e
Zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijk naamwoorden
Is het een bijvoeglijk naamwoord? Dan alleen -e (sommige mensen, vele huizen, alle bedrijven, enkele leraren)
Hebben ze betrekking op zaken of dieren (dus geen mensen?) Dan alleen -e (Achter de hekken in de dierentuin zien de meeste er verveeld uit in hun hok.)
Slide 20 - Slide
Wanneer wel met -en?
Zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijk naamwoorden
Zijn ze zelfstandig gebruikt en hebben ze betrekking op personen? Dan met -en Enkelen van ons komen met de trein. Sommigen zijn gezakt, de meesten zijn geslaagd.
Uitzondering: heeft het woord betrekking op woorden die al eerder zijn genoemd? Kan je deze weer invullen achter het telwoord? Dan alleen -e
Slide 21 - Slide
Uitzondering> wel personen, maar erachter opnieuw in te vullen
Voorbeeld:
Alle passagiers hebben de trein gehaald, maar enkele moesten hard rennen.
maar enkele (passagiers) moesten hard rennen.
Slide 22 - Slide
Wanneer wel -en?
Zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijk naamwoorden
Duizenden, tientallen, miljoenen, miljarden schrijf je altijd met -en. Duizenden kregen te eten, maar het smaakte nergens naar.
Miljarden hamburgers worden jaarlijks weggegooid.
Slide 23 - Slide
Bijvoeglijk naamwoorden schrijf je met -e (vreemde regels) tenzij zelfstandig gebruikt en verwijzend naar personen in het meervoud.
ouden van dagen, kreupelen, geliefden etc.
Slide 24 - Slide
Van (alle / allen) mensen die ik ken, vind ik jou de leukste.
A
alle
B
allen
Slide 25 - Quiz
Dat is voor ons (beide / beiden) het handigst.
A
beide
B
beiden
Slide 26 - Quiz
De (meeste / meesten) bezoekers van het festival vermaakten zich uitstekend.
A
meeste
B
meesten
Slide 27 - Quiz
Mijn auto moet zuiniger zijn dan (andere / anderen) en voorzien zijn van de nieuwste snufjes.
A
andere
B
anderen
Slide 28 - Quiz
(Vele / Velen) reisden afgelopen zondag gratis met het Boekenweekgeschenk als treinkaartje.
A
Vele
B
Velen
Slide 29 - Quiz
Onze vrienden waren (alle / allen) aanwezig op het feestje.
A
alle
B
allen
Slide 30 - Quiz
Mijn auto moet zuiniger zijn dan die van (andere / anderen).