This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Toets Management
Slide 1 - Slide
Het aantal directe medewerkers aan wie een manager leiding geeft betekent?
A
Span of control
B
Scope of control
C
Depth of control
Slide 2 - Quiz
Een nieuwe medewerker krijgt uitleg van zijn leidinggevende over hoe hij zijn taak moet uitvoeren. Wat doet de leidinggevende?
A
Coördineren
B
Delegeren
C
Begeleiden
D
Instrueren
Slide 3 - Quiz
Deze laag houdt zich bezig met het vertalen van het beleid in concrete plannen voor de vestigingen.
A
Operationeel management
B
Tactisch management
C
Strategisch management
Slide 4 - Quiz
Stel, een medewerker heeft een lager niveau dan de opleiding. Wat zet je in om hem alsnog aan te nemen?
A
referenties
B
proeftijd
C
capaciteitentest
D
medische keuring
Slide 5 - Quiz
Een salesmanager neemt een medewerker binnendienst aan. Deze medewerker binnendienst krijgt een arbeidsovereenkomst voor een jaar. Ook wordt er een proeftijd afgesproken. Hoe lang mag deze proeftijd maximaal duren?
A
een maand
B
twee maanden
C
drie maanden
Slide 6 - Quiz
Hoeveel jaarcontracten mag je aanbieden?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 7 - Quiz
Bij welke onderhandelingsstijl is de kwestie belangrijk en de relatie ondergeschikt?
A
ontlopen
B
samenwerken
C
vechten
D
onderhandelen
Slide 8 - Quiz
Op welke managementlaag worden beslissingen genomen op beleidsniveau?
A
Operationeel
B
Tactisch
C
Strategisch
Slide 9 - Quiz
Hoe heet de organisatiestructuur waarbij er speciale medewerkers zijn die leidinggevenden gevraagd en ongevraagd adviseren?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie
Slide 10 - Quiz
Hoe heet de organisatiestructuur waarbij medewerkers eigenlijk altijd in wisselende samenstellingen samenwerken met collega’s van andere afdelingen?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie
Slide 11 - Quiz
Het overdragen van een taak, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van een daartoe bevoegde medewerker aan een ondergeschikte medewerker. De eindverantwoordelijkheid blijft bij de bevoegde medewerker is....
A
instrueren
B
overtuigen
C
overleggen
D
delegeren
Slide 12 - Quiz
Een leidinggevende die de mening van de meerderheid volgt.
A
Autocratisch leiderschap
B
Democratisch leiderschap
C
Consulterend leiderschap
D
Laisser-faire
Slide 13 - Quiz
Bij welk personeelsgesprek zou je kiezen voor STAR(R)?
A
Verzuimgesprek
B
Beoordelingsgesprek
C
Functioneringsgesprek
D
Slecht nieuws gesprek
Slide 14 - Quiz
Theorie van McGregor die stelt dat de mens een aangeboren hekel aan werken heeft.
A
X theorie
B
Y theorie
C
Z theorie
D
C theorie
Slide 15 - Quiz
In welke behoefte van de piramide van Maslow wordt voorzien als je medewerker een vaste baan krijgt.
A
Lichamelijke behoeften
B
Veiligheid en zekerheid
C
Sociale acceptatie
D
Waardering en erkenning
Slide 16 - Quiz
Taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en plaats in de organisatie is?
A
persoonsprofiel
B
functieprofiel
C
functie omschrijving
D
functie eisen
Slide 17 - Quiz
Welke managementlaag heeft, ten opzichte van de directie, een uitvoerende functie en ten opzichte van de uitvoerende medewerkers, een leidinggevende functie?
A
topmanagement
B
middenmanagement
C
lager management
Slide 18 - Quiz
Wat zijn primaire arbeidsvoorwaarden?
A
loon, werktijden, vakantiedagen
B
loon, vakantiedagen, auto
C
loon,auto, telefoon
D
loon, auto, laptop
Slide 19 - Quiz
Wat is volgens Herzberg geen motivator maar een hygiënefactor?
A
Zelfontplooiing
B
Verantwoordelijkheid
C
Salaris
D
Waardering
Slide 20 - Quiz
Een leidinggevende die op verschillende momenten verschillende stijlen van leidinggeven kan toepassen toont:
A
autoritair leiderschap
B
democratisch leiderschap
C
situationeel leiderschap
D
consulterend leiderschap
Slide 21 - Quiz
Bij een klein bedrijf bepaalt de directrice alles. De medewerkers zijn lovend over haar. Wat voor cultuur is dit?
A
Mensgerichte cultuur
B
Taakcultuur
C
Personencultuur
D
Machtscultuur
Slide 22 - Quiz
In een functieomschrijving staat: “De medewerker inkoop is het eerste aanspreekklant voor leveranciers. Hij verzorgt de inkoopafdeling. Van welk onderdeel van een functieomschrijving is hier sprake?
A
Verantwoordelijkheden
B
Taakinhoud
C
Bevoegdheden
Slide 23 - Quiz
De opzegtermijn is altijd 1 maand
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quiz
Heeft een uitzendkracht een arbeidsovereenkomst met het bedrijf waar hij/zij werkt?
A
Ja
B
Nee
Slide 25 - Quiz
Als de werkgever die medewerker ontslaat vanwege bedrijfseconomische redenen dan gaat dit via
A
het uwv
B
de kantonrechter
Slide 26 - Quiz
Welke wet hanteer je als medewerker ziek is?
A
Arbowet
B
Ziektewet
C
Wet verbetering Poortwachter
Slide 27 - Quiz
Bij welk personeelsgesprek is de medewerker passief deelnemer?
A
pop gesprek
B
functioneringsgesprek
C
beoordelingsgesprek
D
planningsgesprek
Slide 28 - Quiz
Wat bedoelen we met het halo-effect?
A
Als één positief element overheerst in een personeelsgesprek.
B
Als één negatief element overheerst in een personeelsgesprek.