A3 Spelling H 2, 3, 4

Herhaling spelling 1, 2, 3, 4
1. komma's en punten, citeren
2. ww-spelling en meervoud-n
3. hoofdletters en voltooid- en tegenwoordig deelwoord
4. voltooid- en tegenwoordig deelwoord als bijv.nw
    trema, apostrof, koppelteken, weglatingsteken, en accenten
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Herhaling spelling 1, 2, 3, 4
1. komma's en punten, citeren
2. ww-spelling en meervoud-n
3. hoofdletters en voltooid- en tegenwoordig deelwoord
4. voltooid- en tegenwoordig deelwoord als bijv.nw
    trema, apostrof, koppelteken, weglatingsteken, en accenten

Slide 1 - Slide

Week 6 / 3 vwo
Herhaling Spelling

Slide 2 - Slide

,,,,,komma,,,,,
1. Tussen twee ww: Omdat ik in slaap viel, kwam ik te laat in de les.
2. Meestal staat er een komma voor een voegwoord, maar niet voor 'en'.
3. Voor en na een bijstelling: Arno, onze rector van het MLG, is vandaag niet op school.
4. Bij tussenwerpsels en aansprekingen: Hé, A3C, let nou eens op!
5. Tussen bvnw: Ik heb een grote, lelijke sneeuwpop gemaakt.

Slide 3 - Slide

'Citeren'
Aanhalingstekens gebruik je als je citeert.
‘Als het aan mij ligt,’ zei Biden,’ krijgt hij een eerlijk proces.’
Trump antwoordde: 'Fake... all fakenews!'
'Ik had daar in het Witte Huis een ‘prettige’ tijd,' zei Trump.
Biden reageerde daarop: 'Maar nu is het mijn beurt!'

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Beide - beiden
Woorden als beide en alle krijgen in het meervoud een -n als ze verwijzen naar personen en zelfstandig gebruikt worden. 

(1) De mannen werden beiden onderscheiden.        
(2) De verdachten moesten allen een bloedonderzoek ondergaan.

Als beide of alle alleen naar dieren of zaken verwijst, krijgt het geen -n.

(3) Er stonden vijf honden aan het hek; alle blaften vervaarlijk.       
(4) Ik heb de twee foto's bekeken. Beide zijn prachtig geworden.



Slide 6 - Slide

Welke zin is goed geschreven?
A
's Nachts werd mevrouw Van Dam wakker door de westerstorm.
B
s' Nachts werd mevrouw van Dam wakker door de Westerstorm.
C
'S nachts werd mevrouw Van Dam wakker door de westerstorm.
D
's Nachts werd Mevrouw van Dam wakker door de Westerstorm.

Slide 7 - Quiz

Welke zin is goed geschreven?
A
13 Kerstkoekjes van Oreo heb ik tijdens Kerstmis gegeten.
B
13 kerstkoekjes van oreo heb ik tijdens Kerstmis gegeten.
C
13 Kerstkoekjes van Oreo heb ik tijdens kerstmis gegeten.
D
13 kerstkoekjes van Oreo heb ik tijdens Kerstmis gegeten.

Slide 8 - Quiz

Welke zin is goed geschreven?
A
Op koningsdag drink ik met Lisa van den Broek en Jan Bos-de Groot een colaatje in de herestraat.
B
Op Koningsdag drink ik met Lisa Van den Broek en Jan Bos-De Groot een colaatje in de Herestraat.
C
Op Koningsdag drink ik met Lisa van den Broek en Jan Bos-de Groot een Colaatje in de Herestraat.
D
Op Koningsdag drink ik met Lisa van den Broek en Jan Bos-de Groot een colaatje in de Herestraat.

Slide 9 - Quiz

Welke uitspraak klopt over de gebiedende wijs?
A
Schrijfvorm: infinitief Doel: bevel, advies, opdracht, instructie
B
Schrijfvorm: ik-vorm Doel: verzoeken, vragen, smeken
C
Schrijfvorm: ik-vorm Doel: bevel, advies, opdracht, instructie
D
Schrijfvorm: infinitief Doel: verzoeken, vragen, smeken

Slide 10 - Quiz

Vul in
De film ........ hem.
A
veraste
B
verraste
C
verastte
D
verrasde

Slide 11 - Quiz

Vul in
Hij .... al .... dat hij gisteren schuld heeft ....
A
- erkent, - blozend, - bekent
B
- erkend, - blozend, - bekend
C
- erkent, - blozent, - bekent
D
- erkent, - blozend, - bekend

Slide 12 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Wat gebeurd is, is gebeurd!
B
Wat gebeurt is, is gebeurt!
C
Wat gebeurd is, is gebeurt!
D
Wat gebeurt is, is gebeurd!

Slide 13 - Quiz

Dicteetje

Slide 14 - Open question

Dicteetje

Slide 15 - Open question

Spelling af maken en nakijken. Opdr. 1 t/m 8
Grammatica opdr. 6 ook nakijken en inleveren.

Slide 16 - Slide