11 februari 2021

Vandaag:
- check in;
- argumentatieleer;
check out.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vandaag:
- check in;
- argumentatieleer;
check out.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Argumentatie

Slide 3 - Mind map

"Het wordt in de winter veel te koud."
"Twee bananen per week zijn goed voor je."
"Roken is gewoon superslecht, man."
"Dat tasje is echt wat voor mij."

Slide 4 - Slide

Standpunt
Dat waar je de ander van wil overtuigen.

Mening, visie, opvatting, stelling, claim of conclusie.

Slide 5 - Slide

"want, ... 90% van alle rokers sterft vroegtijdig aan longkanker."
", aangezien er gisteren vijftien doden waren."

Slide 6 - Slide

Argumenten
Uitspraken die een mening of standpunt ondersteunen of juist aantonen dat een mening onjuist is.

Slide 7 - Slide

Argumentatie, betoog of redenering

Alle argumenten bij elkaar.

Slide 8 - Slide

Tegenargument
Uitspraak die laat zien waarom een uitspraak onjuist of minder aanvaardbaar is.

Slide 9 - Slide

Iemand zegt iets wat totaal niet waar is ...

Jij geeft hem duidelijk geen gelijk en komt met een tegenargument.

Slide 10 - Slide

Geef een voorbeeld van een tegenargument.

Slide 11 - Open question

Weerlegging of argument tegen

Jij geeft argument 1, ziet daar onverhoopt toch een nadeel in in argument 2, maar je benoemt extra positieve punten in argument 3.

Slide 12 - Slide

Denk aan mogelijke tegenargumenten die je tegenstander kan bedenken.




Kijk ook kritisch naar je eigen argumenten.
Op die manier kun jij vooraf weerleggingen verzinnen die je in je argumentatie opneemt.




Zo zie je schoonheidsfoutjes!

Slide 13 - Slide

Feit
"De rook die ze inademt en uitblaast, bestaat voor 99,9999999% uit schadelijke stoffen, zoals fosfaat, cadmium en koper."

Slide 14 - Slide

Waarde
"... ,want ik vind het gewoon lekker."

Slide 15 - Slide

Onthoud:
Standpunt ... + argument 1 ... + argument 2 ... 

Slide 16 - Slide