This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Wat is het ww- of nw-gezegde in de volgende zin? De hond met de mooie vacht is heel erg verwend door zijn baasje.
Slide 5 - Open question
Wat is het ww- of nw-gezegde in de volgende zin? Door ontbossingen zijn overstromingen een groot risico geworden.
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Wat is de constructie van deze zin? De chauffeur van de voorbij rijdende stadsbus meldde door de speakers dat de bus waarschijnlijk een kwartier te laat zou aankomen.
A
hz - hz
B
hz - bz
C
bz - hz
D
bz - bz
Slide 10 - Quiz
Wat is de constructie van deze zin?
Behalve dat je de krant digitaal kunt lezen, kun je de krant bij veel winkels ook als avondkrant kopen.
A
hz - hz
B
hz - bz
C
bz - hz
D
bz - bz
Slide 11 - Quiz
Wat voor soort woord is 'voordat' in de volgende zin?