This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
1.4 Het landschap in Hoog-Nederland
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
1. Doornemen paragraaf 1.5
2. Maken opdrachten
3. Afsluiting
Leerdoelen
* Je weet wat landijs, stuwwallen en zwerfstenen zijn.
* Je begrijpt hoe stuwwallen ontstaan zijn en waarom Hoog-Nederland als eerste bewoond werd.
* Je kunt op een topografische kaart de kenmerken van Hoog-Nederland aangeven.
Slide 2 - Slide
Nederland als doucheputje
De bovenste lagen van de Nederlandse ondergrond zijn gevormd door grote rivieren.
Nederland ligt in de benedenloop van de stroomgebiedenvan de Rijn en de Maas.
Stroomgebied
=het gebied dat afwatert op een rivier en haar zijrivieren
Slide 3 - Slide
Hoog- en laag Nederland
Het Nederlandse landschap bestaat uit: Laag Nederland en hoog Nederland
In oostelijk Nederland (ligt hoger dan west) zie je vooral zand en grind aan het oppervlak
Slide 4 - Slide
Het ijs komt
Hoog Nederland: het landschap is gevormd in koude perioden tussen 200.000 en 10.000 jaar geleden
De gemiddelde zomertemperatuur in Nederland
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
IJskap kwam vanuit Scandinavië richting Nederland
Slide 8 - Slide
Stuwwallen
De ijstong duwde het sediment van de rivieren opzij --> er ontstonden heuvels
Deze heuvels noemen we stuwwallen
Stuwwallen bestaan uit zand en grind (sediment van de rivier) en zijn geplooid
Slide 9 - Slide
Smeltwaterdal
Landijs ging smelten
Deel van de stuwwallen werd weggespoeld door het smeltwater
Ontstaansmeltwaterdalen
=Een dal ontstaat doordat smeltwater van de ijstong een stuk stuwwal erodeerde (afsleet)
Slide 10 - Slide
Smeltwaterdal in Herikhuizerveld (Veluwe)
Slide 11 - Slide
Stuwwallen
De stuwwal is nog steeds terug te vinden in het landschap van Hoog Nederland
--> De Veluwe, Utrechtse Heuvelrug
Slide 12 - Slide
Meegenomen door het ijs
Zwerfstenen zijn door het ijs meegenomen
Vind je ten noorden van de grote rivieren
Slide 13 - Slide
Hoog Nederland is afwisselend: akkers, weilanden en bossen.
Slide 14 - Slide
Jagers worden boeren
Archeologische vondsten laten zien dat Hoog-Nederland al duizenden jaren is bewoond.
Mensen waren hier veilig voor overstromingen.
Slide 15 - Slide
Jagers worden boeren
De eerste mensen in Nederland waren jagers. Zij leefden van het jagen en verzamelen. Op een gegeven moment gingen zij op vaste plekken wonen. Ze werden boeren.
Boeren leefden van veeteelt en akkerbouw.
Jagers worden boeren
Er waren twee problemen:
1) Hoog-Nederland was bedekt met bos.
2) Zandgronden zijn niet vruchtbaar.
Oplossing: mest van schapen gebruiken
Slide 16 - Slide
Opdrachten
Maak de opdrachten van paragraaf 1.5
Slide 17 - Slide
Afsluiting
1. Je weet wat landijs, stuwwallen en zwerfstenen zijn.
2. Je begrijpt hoe stuwwallen ontstaan zijn en waarom Hoog-Nederland als eerste bewoond werd.
3. Je kunt op een topografische kaart de kenmerken van Hoog-Nederland aangeven.
Slide 18 - Slide
Het Nederlandse landschap bestaat uit: Hoog-Nederland Laag-Nederland Welke letter geeft Hoog-Nederland aan?
A
A
B
B
Slide 19 - Quiz
De eerste bewoners van Hoog Nederland waren....
A
Jagers & verzamelaars
B
Landbouwers
Slide 20 - Quiz
Hoog Nederland is van nature vooral...?
A
Onvruchtbaar, er is een tekort aan neerslag
B
Vruchtbaar, boeren konden hier makkelijk alles verbouwen
C
Vol met landbouw, veel glastuinbouw
D
Onvruchtbaar, er was veel mest nodig
Slide 21 - Quiz
Hoe noemen we heuvels die door de ijstongen zijn achtergelaten in Nederland?
A
Stuwwallen
B
Terpen
C
Duinen
D
Zuid-Limburg
Slide 22 - Quiz
B = ...
A
Ijstong
B
Stuwwal
C
Smeltwaterdal
Slide 23 - Quiz
Welke uitspraak gaat over de koude perioden in Nederland.
A
Tijdens de laatste koude periode is heel Nederland met ijstongen bedekt.
B
Tijdens koude perioden hadden de ijstongen een dikte van 500 meter.
C
De grootste zwerfstenen kom je in het zuiden van Nederland tegen.
D
De ijstongen hebben het sediment van de rivier opzij geduwd tot stuwwallen.
Slide 24 - Quiz
Op welke manier komen zwerfstenen in Nederland terecht?
A
Via de rivier
B
Via ijstongen
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 25 - Quiz
H: Wat zijn nadelen van zandgronden?
A
Het houdt niet veel water vast en is niet vruchtbaar
B
Het houdt veel water vast en is vruchtbaar
C
Het houdt niet veel water vast en is heel vruchtbaar
Slide 26 - Quiz
Het landijs kwam in Nederland tot de HUN lijn
A
Hengelo-Uden-Nijmegen
B
Hengelo-Utrecht-Nijmegen
C
Haarlem-Uden-Nijmegen
D
Haarlem-Utrecht-Nijmegen
Slide 27 - Quiz
De hunnebedden vindt je vooral in
A
Noord-Nederland
B
Zuid-Nederland
Slide 28 - Quiz
Eerste bewoners van Nederland hielden schapen...
A
als hobby
B
om de grond vruchtbaar te maken
Slide 29 - Quiz
Wat zie je bij de letter B?
A
smeltwaterdal
B
stuwwal
C
ijstong
Slide 30 - Quiz
Wat past niet bij Hoog Nederland?
A
afwisselend
B
reliëf
C
veel vakantieparken
D
veel weilanden en sloten
Slide 31 - Quiz
H: smeltwaterdalen zijn ontstaan door.....van smeltwaterstroompjes.