What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
W12 FA 1VH1 les online
Bienvenue 1VH1
Semaine 11
Du 15 au 19 mars
Chapitre 5
1 / 55
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
55 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bienvenue 1VH1
Semaine 11
Du 15 au 19 mars
Chapitre 5
Slide 1 - Slide
Les devoirs
Af:
lundi 22 mars
Faire
:
(dit staat ook in de planning in de ELO van Grandes Lignes)
Chapitre 4: ex 13 à 18
Apprendre
:
Chap 2 (p. 92 à 95), chap 3 (p. 130 à 133)
LET OP: Toets chap 2 & 3 in week 13 (29/03 -02/04)
à = tot en met
Het huiswerk maak je in het
online
werkboek en is af voor de eerste les van volgende week. Het wordt gecontroleerd.
Slide 2 - Slide
La semaine dernière
Chapitre 5: introduction
Toets chapitre 2 & 3
Chapitre 4
Slide 3 - Slide
Cette semaine
Nous répètons chapitre 2 & 3.
Nous continuons avec chapitre 5.
Slide 4 - Slide
Cette semaine
À la fin de cette semaine......
vous pouvez
(kunnen jullie):
de regelmatige werkwoorden en het werkwoord être gebruiken.
de ontkenning en het bezittelijk voornaamw. gebruiken.
een gesprek over het afgelopen weekend begrijpen.
Slide 5 - Slide
Cette semaine
vous savez
(
kennen jullie
)
:
woorden die te maken hebben met eten & drinken, schoolvakken, dagen van de week, je mening geven.
de getallen t/m 100 en de kloktijden.
Slide 6 - Slide
Toets woensdag 31 maart
Toets chapitre 2 & 3
leren:
- vocabulaire & phrases clés p. 92 & 93
- phrases clés & getallen p. 94
- werkwoorden -er & ontkenning p. 95
- vocabulaire & phrases clés p. 130 & 131
- phrases clés & dagen van de week p. 132
- werkwoord être & bezittelijk vnw. p. 133
Slide 7 - Slide
Réviser
Chapitre 2 'J'adore ca'
We herhalen:
het regelmatige werkwoord op -er (
partie D
)
de ontkenning
(partie H)
Slide 8 - Slide
Réviser
Het regelmatige werkwoord op - er
Doel: je kunt de werkwoorden die eindigen op -er vervoegen en gebruiken.
Voorbeelden van werkwoorden:
aider trouver
chercher regarder
aimer habiter
essayer changer
Slide 9 - Slide
Réviser
Vervoegen:
1. je neemt de stam:
werkwoord - er = stam
Habiter - er = habit
inviter - er = invit
2. Plak de uitgang er achter:
je +e tu +es il/elle/on +e nous +ons vous +ez ils/elles + ent
Slide 10 - Slide
Réviser
Voorbeeld:
rentrer
(naar huis gaan)
Je rentr
e
Tu rentr
es
Il/elle/on rentr
e
Nous rentr
ons
Vous rentr
ez
Ils/elles rentr
ent
Slide 11 - Slide
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
1. tu (manger)
Slide 12 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
2. vous (payer)
Slide 13 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
3. ils (aider)
Slide 14 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
4. elle (trouver)
Slide 15 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
5. je (danser)
Slide 16 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
6. Ahmed (regarder)
Slide 17 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
7. Chaimae et Lola (organiser)
Slide 18 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
9. (détester)
Slide 19 - Open question
Réviser
De ontkenning
Doel: je kunt zinnen ontkennend maken en gebruiken.
In het Nederlands: niet, geen
In het Frans: ne/n'...pas
Slide 20 - Slide
Réviser
In het Nederlands: niet, geen
In het Frans: ne/n'...pas
Je zet de ontkenning (ne...pas) om de persoonsvorm heen:
Je mange des fruits.
mange
= de persoonsvorm
ne
komt voor
mange
en
pas
erachter.
Je
ne
mange
pas
de fruits.
Let op: wanneer de persoonsvorm begint met klinker/h =>
ne
wordt
n'
Slide 21 - Slide
Réviser
Zet de volgende zinnen in de ontkenning.
Zahra porte le T-shirt rouge.
Le marché est grand.
C'est un hypermarché.
Mes parents travaillent dans une boulangerie.
Il y a trois croissants.
Slide 22 - Slide
Réviser
1. Zahra porte le T-shirt rouge.
persoonsvorm =
porte
ne
komt voor
porte
,
pas
komt erachter.
Zahra
ne
porte
pas
le T-shirt rouge.
Slide 23 - Slide
Réviser
2. Le marché est grand.
persoonsvorm =
est
ne
komt voor
est
,
pas
komt erachter.
est
begint met klinker, dus
n'
Le marché
n'
est
pas
grand.
Slide 24 - Slide
Réviser
3. C'est un hypermarché.
persoonsvorm =
est
ne
komt voor
est
,
pas
komt erachter.
est
begint met klinker, dus
n'
Ce
n'
est
pas
un hypermarché.
Slide 25 - Slide
Réviser
4. Mes parents travaillent dans une boulangerie.
persoonsvorm =
travaillent
ne
komt voor
travaillent
,
pas
komt erachter.
Mes parents
ne
traivallent
pas
dans une boulangerie.
Slide 26 - Slide
Réviser
5. Il y a trois croissants.
persoonsvorm =
y a
ne
komt voor
y a
,
pas
komt erachter.
y a
begint met klinker, dus
n'
Il
n'
y a
pas
trois croissants.
Slide 27 - Slide
En ligne
Chapitre 5: Mon temps libre
Cahier d'activités B p. 12 & 13
Partie A écouter ex 4 à 7
Slide 28 - Slide
Réviser
Chapitre 3 'Sympa, le collège'
We herhalen:
het werkwoord être (
partie D
)
het bezittelijk voornaamwoord
(partie H)
Slide 29 - Slide
Réviser
Het werkwoord être
Doel: je kunt het werkwoord être (zijn) gebruiken en vervoegen.
Onregelmatig werkwoord (uniek, er is er maar 1 die zo wordt vervoegt)
Stampen!
Slide 30 - Slide
Réviser
être
je suis
tu es
il/elle/on est
nous sommes
vous êtes
ils/elles sont
Slide 31 - Slide
Geef de juiste vorm van het werkwoord être.
1. Nous
Slide 32 - Open question
Geef de juiste vorm van het werkwoord être.
2. Marc
Slide 33 - Open question
Geef de juiste vorm van het werkwoord être.
3. Vous
Slide 34 - Open question
Geef de juiste vorm van het werkwoord être.
4. tu
Slide 35 - Open question
Geef de juiste vorm van het werkwoord être.
5. Mes amis
Slide 36 - Open question
En de laatste:
Geef de juiste vorm van het werkwoord être.
5. Son frère
Slide 37 - Open question
Réviser
Het bezittelijk voornaamwoord
Doel: je kunt het juiste bezittelijk voornaamwoord gebruiken.
Je past het bezittelijk voornaamw. aan, aan het zelfstandig naamwoord.
Slide 38 - Slide
Réviser
mnl enk.
vrl enk.
meervoud
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn/haar
son
sa
ses
ons/onze
notre
notre
nos
jullie/uw
votre
votre
vos
hun
leur
leur
leurs
Slide 39 - Slide
Wat komt er te staan?
... (mijn) père
A
mon
B
ma
C
mes
Slide 40 - Quiz
Wat komt er te staan?
... (mijn) mère
A
mon
B
ma
C
mes
Slide 41 - Quiz
Wat komt er te staan?
... (mijn) parents
A
mon
B
ma
C
mes
Slide 42 - Quiz
Wat komt er te staan?
... (zijn) ami
A
son
B
sa
C
ses
Slide 43 - Quiz
Wat komt er te staan?
... (zijn) amie
A
son
B
sa
C
ses
Slide 44 - Quiz
Wat komt er te staan?
... (onze) soeur
A
notre
B
nos
Slide 45 - Quiz
Wat komt er te staan?
... (haar) frère
A
son
B
sa
C
ses
Slide 46 - Quiz
Wat komt er te staan?
... (zijn) soeur
A
son
B
sa
C
ses
Slide 47 - Quiz
Wat komt er te staan?
... (hun) livres
A
leur
B
leurs
Slide 48 - Quiz
Wat komt er te staan?
... (uw) prof
A
vos
B
votre
Slide 49 - Quiz
Wat komt er te staan?
... (jouw) école
A
ton
B
ta
C
tes
Slide 50 - Quiz
En de laatste:
Wat komt er te staan?
... (mijn) carnet des notes
A
mon
B
ma
C
mes
Slide 51 - Quiz
En ligne
Chapitre 5: Mon temps libre
Cahier d'activités B p. 12 & 13
Partie A écouter ex 4 à 7
Slide 52 - Slide
Toets woensdag 31 maart
Toets chapitre 2 & 3
leren:
- vocabulaire & phrases clés p. 92 & 93
- phrases clés & getallen p. 94
- werkwoorden -er & ontkenning p. 95
- vocabulaire & phrases clés p. 130 & 131
- phrases clés & dagen van de week p. 132
- werkwoord être & bezittelijk vnw. p. 133
Slide 53 - Slide
Les devoirs
Af:
lundi 12 avril
Faire
:
(dit staat ook in de planning van de ELO van Grandes Lignes)
Chap 4: ex 19 t/m 26
Apprendre
:
Vocabulaire A (p. 40)
à = tot en met
Het huiswerk maak je in het online werkboek en is af voor de eerste les van volgende week. Het wordt gecontroleerd.
Slide 54 - Slide
Leertips Vocabulaire
Leer je woordjes elke dag (10 min).
Herhalen, herhalen, herhalen!
Begin met het doorlezen van de woordjes.
Vervolgens bedek je ze met een blaadje of je hand en overhoor je jezelf (mondeling).
Ken je alle woordjes?! Ga dan aan de slag via quizzlet, wrts of via Grandes Lignes online, etc. en overhoor jezelf.
Elke week krijg je er een nieuw stukje bij, blijf de eerdere stukjes wel herhalen!
Slide 55 - Slide
More lessons like this
W12 FA 1VH1 les 18 Ch 5
March 2021
- Lesson with
48 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Revision : chapitre 2 et 3
March 2021
- Lesson with
44 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
W16 FA 3H1 Chap 2 & 3
April 2022
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
GL chapitre 5 - Mon style est chic 4 - 1er/2ème cours
May 2021
- Lesson with
10 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
W15 FA 3H1 Chap 2 & 3
April 2022
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
W23 FA 1VH H5 les 10
May 2020
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
HA1B ma 06/03 leren voor toets + stellingen + spropdr 31b
February 2023
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
28-05-2024 V3B ww's herhalen + werkblad
May 2024
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3