Les 7 - Herhaling periode 3

 S&O Leerjaar 1
  • Voorbereiding op kerntaak 2
1 / 34
next
Slide 1: Slide
B&L TheorieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

 S&O Leerjaar 1
  • Voorbereiding op kerntaak 2

Slide 1 - Slide

Planning periode 3

Slide 2 - Slide

Inhoud
  • Herhaling periode 3
  • Leerdoelen behaald
  • Vooruitblik volgende les


Slide 3 - Slide

Leerdoelen deze les

1. Je hebt kennis van alle onderdelen van periode 3

2. Je bent klaar voor de test je kennis!

Slide 4 - Slide

Welke thema's hebben we afgelopen periode behandeld?

Slide 5 - Mind map

Thema's periode 3
  • Leerwerkprestatie 1
  • Evalueren
  • Vrijwilligers 
  • Trends en ontwikkelingen 

Slide 6 - Slide

Waar bestaat je LWP uit?
Stap 1: Vooruit kijken en doelen stellen (afgerond)
Stap 2: Voorbereiden (stap 2)
Stap 3: Uitvoeren
Stap 4: Evalueren en reflecteren
Stap 5: Finish

Slide 7 - Slide

Wat beschrijf je bij de randvoorwaarden:
(tijd, ruimte, materiaal)
• Wanneer vindt het evenement plaats
• Waar vindt het evenement plaats
• Plattegrond + materialen


Slide 8 - Slide

Vragen die je kunt stellen bij het motorisch niveau van een groep
  • Hoe goed of slecht beheerst het merendeel van de groep bepaalde vaardigheden en/ of technieken van de door jou te geven activiteit.
    Dus hoe goed zijn ze in de sportactiviteit die jij gaat geven?


Slide 9 - Slide

Vragen die je kunt stellen bij het cognitief niveau van een groep
  • Wat is de intelligentie van de deelnemers?
  • Hoe snel begrijpen de deelnemers de uitleg/spelregels?
  • Welke kennis van de spelregels en de regelementen hebben de deelnemers?
  • Hoeveel tactisch inzicht hebben ze?
  • Hoeveel ervaring heeft deze groep met deze vaardigheid?

Slide 10 - Slide

Vragen die je kunt stellen bij het sociaal-affectief niveau van een groep
  • Welke sfeer heerst er in de groep?
  • Hoe is de samenwerking in de groep?
  • Hoe is de communicatie in de groep?
  • Is er sprake van overleg binnen de groep?
  • Hoe is de onderlinge acceptatie en verdraagzaamheid?
  • Is er sprake van groepjesvorming?
  • Hoe is de relatie en de houding van de groep ten opzichte van de lesgever?

Slide 11 - Slide

Welke stappen doorloop je bij de evaluatie?
Zet de stappen in goede volgorde: wat eerst, daarna enz?
1
2
3
4
Wat wil je evalueren?
Met wie wil je evalueren?
Hoe wil je evalueren?
Hoe leg je de resultaten vast?

Slide 12 - Drag question

Stap 1 Wat wil je evalueren?
Is je doel behaald? Zijn de voorbereiding, samenwerking e.d. goed  verlopen?
  • productevaluatie: je kijkt naar het eindresultaat; is je doelstelling gehaald?
    Waarom is het wel/ niet gelukt. Welke factoren hebben daarbij een rol gespeeld?
  • Procesevaluatie: Je evalueert de voorbereiding en het verloop van het evenement. Het voorbereidend draaiboek en het dagdraaiboek kun je hier goed voor gebruiken.

    Wat je zou kunnen vragen:
    Verliep de voorbereiding zoals gepland? Was de taakverdeling goed? Klopte de planning? Verliep het evenement zoals verwacht? Hoe verliepen de activiteiten? Welke waren wel/ geen succes? Waren de deelnemers tevreden? Wat moet de volgende keer anders? Wat hebben we geleerd?

Slide 13 - Slide

Stap 2: Met wie wil je evalueren?
Uiteraard evalueer je met het projectteam, maar van wie wil je de mening nog meer horen?
Bijvoorbeeld:

de opdrachtgever, de deelnemers, de vrijwilligers, personeel van de accommodatie, de sponsoren.

Evalueren kost veel tijd, dus wees selectief in met wie je wilt evalueren.
Met wie je evalueert is ook weer afhankelijk van wat je wilt evalueren.

Slide 14 - Slide

Stap 3: Hoe wil je evalueren?
  • schriftelijk evalueren (vragenlijst, mail, Forms)
  • mondeling evalueren (face to face, telefonisch, groep/individueel)

De meest gebruikte methoden van evalueren zijn:
A. observeren: vb hoe vaak wordt een onderdeel bezocht bij een instuif?
B. interview: kost veel tijd; kunt er wel dieper op in gaan
C. enquête: een goed hulpmiddel als je informatie wil verzamelen over:
houding van mensen, mening van mensen, gevoelens van mensen.
(Kan schriftelijk en mondeling)

Slide 15 - Slide

Interview:

Bij het opstellen van een interview doorloop je de volgende stappen:

  • Stel je doel en doelgroep vast.
  • Stel de onderwerpen (topics) vast die je aan de orde wilt stellen.
  • Bepaal de vorm van je interview (open, gestructureerd).
  • Formuleer de vragen en eventueel de volgorde.
  • Stel vast hoe je de informatie vastlegt.
  • Houd een proefinterview.
Enquête:

Bij het opstellen van een enquête doorloop je de volgende stappen:
  • Stel je doel en doelgroep vast.
  • Stel de onderwerpen vast die je aan de orde wilt stellen.
  • Bepaal de vorm of manier van je enquête (schriftelijk, gestructureerd).
  • Bepaal wat voor soort vragen je wilt stellen (open, meerkeuze, beoordelingsschaal).
  • Formuleer de vragen, stel de enquête op.
  • Houd een proefenquête.

Slide 16 - Slide

Stap 4: Hoe leg ik de resultaten vast?
  • Bij een interview kun je aantekeningen maken of het gesprek opnemen. 
  •  Bij een observatie kun je soms turven of aantekeningen maken die je later uitwerkt.

    resultaten → conclusies → aanbevelingen en oplossingen

    Vanuit de resultaten kom je tot conclusies.
    vb Wat waren de meest/minst populaire onderdelen van het evenement?
    wat waren de sterkste/minst sterke punten van de voorbereiding of samenwerking?
    Vanuit deze conclusies kom je tot aanbevelingen, verbeterpunten en mogelijk ook tot oplossingen.
    Dit bespreek je eerst in het team en evt later met de opdrachtgever/andere betrokkenen.

Slide 17 - Slide

Nazorg
De nazorg is een belangrijk deel van de organisatie van een evenement. Hierbij geef je iedereen die meegewerkt heeft het gevoel gewaardeerd te worden. Dat geldt voor medewerkers, vrijwilligers, deelnemers, sponsoren en bezoekers.
Bij de nazorg gaat het om:
  • bedanken (grotere kans dat vrijwilligers de volgende keer weer meehelpen)
  • verzorgen van (na)publiciteit (verzenden van een bericht (naar de krant)
  • afhandelen administratie (financiën). (de afrekening moet kloppend zijn)

Slide 18 - Slide

Welke stappen doorloop je bij het werven van vrijwilligers
Zet de stappen in goede volgorde: wat eerst, daarna enz?
1
2
3
4
5
6
Maak een overzicht van de taken
Cluster de taken
Beschrijf de taken
Werf vrijwilligers
Plaats de vrijwilligers
Overzicht van kwaliteiten en wensen

Slide 19 - Drag question

Slide 20 - Slide

Stappenplan
1. Het is belangrijk om een overzicht te maken van taken en klussen 
2. Daarna ga je taken en klussen die bij elkaar passen te clusteren.
3. Hierdoor ontstaat er een overzicht van functies die vrijwilligers moeten vervullen.
4. Zo kun je een vrijwilliger de functie van materiaalman, wedstrijdleider, secretaris of groepsbegeleider geven.
5. Bij grote evenementen ga je de functies en taken te beschrijven, zodat de vrijwilligers weten waar ze aan toe zijn. Je kunt een instructiekaart  maken, waarop je kort beschrijft wat de taak inhoudt. 

Slide 21 - Slide

Welke taken moeten er uitgevoerd worden?

Slide 22 - Slide

Werven vrijwilligers

Slide 23 - Slide

begeleiden en ondersteunen
  • Na het werven en plaatsen, komt de begeleiding en ondersteuning. 
  • Vaak denken we dat vrijwilligers zonder informatie of ondersteuning hun taak uitvoeren.
  • Je kunt werkzaamheden die bij het begeleiden en ondersteunen van vrijwilligers komen kijken als volgt in kaart brengen:

Slide 24 - Slide

Waarover maak je afspraken met de vrijwilligers? 
Het is belangrijk om duidelijkheid te bieden over wat zij van jou en wat jij van hen kunt verwachten. Maak afspraken over: 
  • het tijdstip van aanwezigheid en vertrek
  • de uit te voeren taken
  • de algemene regels waaraan iedereen zich te houden heeft (dit kan bijvoorbeeld een kledingvoorschrift zijn)
  • de begeleiding van de vrijwilliger (wie, wanneer)
  • een eventuele onkostenvergoeding.

Slide 25 - Slide

Trends en ontwikkelingen
  • Technologische vooruitgang: Volgen van prestaties, virtual reality en biomechanische feedbacksystemen om de techniek te verbeteren.
  • Duurzaamheid: Duurzame sportkleding, eco-vriendelijke sportfaciliteiten en initiatieven voor milieuvriendelijke sportevenementen.
  • Diversiteit en inclusie: Diversiteit en inclusie in de sport om gelijke kansen te bieden voor mensen van alle achtergronden, genders en vaardigheidsniveaus.
  • E-sports: Groeiend aantal spelers kijkers en investeringen in professionele gamingcompetities en -evenementen.
  • Alternatieve sporten: Yoga, klimmen en outdoor avontuurlijke sporten
  • Gezondheid en welzijn: Toename van sporten en activiteiten die gericht zijn op fysieke fitheid, stressvermindering en mentaal welzijn.




Slide 26 - Slide

Ontwikkelingen
  • Maatschappelijke ontwikkelingen
  • Demografische ontwikkelingen
  • Culturele ontwikkelingen 

Slide 27 - Slide

Maatschappelijke ontwikkelingen
1. Sport en bewegen worden steeds belangrijker
2. Multiculturele samenleving

- Gevolgen: Steeds meer rekening houden met normen en waarden en sportaanbod.
3. Groter verschil tussen arm en rijk

Slide 28 - Slide

Demografische ontwikkelingen
De samenstelling van de bevolking binnen onze samenleving verandert.
  • Vergrijzing
    -  Steeds meer ouderen
  • Ontgroening
    - Steeds minder jongeren 
  • Verkleuring
    - Meer mensen met een migratie achtergrond


Slide 29 - Slide

Culturele verschillen
1. individualisering
'ik-tijdperk', mensen stellen zich zelf centraal, veel solo sport
2. democratisering
Sociale motieven en gezondheid belangrijk
3. consumptief gedrag
Mensen willen wel de lusten, maar niet de lasten. Weinig vrijwilligers.


Slide 30 - Slide

Culturele verschillen
4. zapgedrag
Moeite met concentreren op 1 ding. 
5. schoonheids- en gezondheidsideaal

Slank, gespierd en strak in het vel.
6. grensverleggend gedrag
Spanning en sensatie (rotsklimmen, survival, wildwatervaren)

Slide 31 - Slide

Volgende les/week test je kennis periode 3.

Minimaal een 5.5 halen


Slide 32 - Slide

Heb je het leerdoel behaald?
(Je weet hoe je vrijwilligers kunt begeleiden en ondersteunen)

Slide 33 - Poll

Volgende les

Herhaling periode 3
ter voorbereiding op test je kennis 

Slide 34 - Slide