Maken opdrachten 1 t/m 8 ( Blz 170)
Bloedenvatenstelsel: Bestaat uit hart en bloedvaten.
Bloedsomloop: De weg die het bloed door het lichaam aflegt.
Bloeddruk: de druk op de wanden van de bloedvaten.
Slagaders: bloedvaten waardoor het bloed naar de organen stroomt, dikke wand
Haarvaten: de kleinste bloedvaten in het lichaam. Dunne wand, zodat er stoffen in en uit gaan.