Week 5 - verwijswoorden

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Het meisje ... zich schaamde, liep met rode wangen weg.
A
die
B
dat
C
wat

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

De vrouw ... boodschappen deed, pakte snel het laatste pak hagelslag uit het schap.
A
die
B
dat
C
wat

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hun of hen?
Ik stel de vraag aan ...... .
A
hun
B
hen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Hun of hen?
Ik vraag...... of ze meegaan naar de Albert Heijn.
A
hun
B
hen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hun of hen?
Ik neem ..... spullen wel mee, want ik zie ..... morgen weer.
A
hen, hun
B
hun, hen
C
hun, hun
D
hen, hen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Sommige mensen hebben het vooral over datgene ... fout gaat.
A
dat
B
wat

Slide 11 - Quiz

*
Na dat of datgene

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Noteer wie, waar of daar met het juiste voorzetsel:
De docent [...] we net het antwoord vroegen, wilde het niet zeggen.
A
waaraan
B
waarover
C
aan wie
D
van wie

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Noteer wie, waar of daar met het juiste voorzetsel:
De docent [...] we net het antwoord vroegen, wilde het niet zeggen.
A
waaraan
B
waarover
C
aan wie
D
van wie

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Noteer wie, waar of daar met het juiste voorzetsel:
De docent [...] we net het antwoord vroegen, wilde het niet zeggen.
A
waaraan
B
waarover
C
aan wie
D
van wie

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Voor het onderdeel verwijswoorden haal ik sowieso een...
010

Slide 16 - Poll

This item has no instructions