This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Tekstvragen over r. 1-12
5 inhoudsvragen
5 citeervragen 5 grammaticavragen
Slide 2 - Slide
Wat is Calvus voor persoon? (baseer je antwoord op r. 1-2)
A
de eigenaar van de kapperszaak
B
een medewerker in de kapperszaak
C
een klant van de kapperszaak
D
een toevallige voorbijganger die een kapperszaak ziet
Slide 3 - Quiz
Wat is er speciaal aan de spiegel in de kapperszaak? (baseer je antwoord op r. 3-4)
A
hij beweegt mee met degene die erin kijkt
B
je kan hem kantelen en draaien
C
je kan hem verplaatsen
D
hij is helderder dan de meeste spiegels
Slide 4 - Quiz
Wie heeft de spiegel ontworpen? (baseer je antwoord op r. 5-8)
A
de kapper zelf
B
een goede leermeester
C
de zoon van de kapper
D
een slaaf van de kapper
Slide 5 - Quiz
Waarom is de kapper blij dat hij in Alexandrië woont? (baseer je antwoord op r. 8-11)
A
er is zoveel kennis
B
er zijn zoveel goede leermeesters
C
er is een goede bibliotheek
D
er wonen veel mensen van over de hele wereld
Slide 6 - Quiz
Wat hoopt de kapper voor zijn zoon? (baseer je antwoord op r. 11-12)
A
dat hij beroemd wordt
B
dat hij veel gaat uitvinden
C
dat hij net zo goed wordt als zijn leermeester
D
dat hij de kapperszaak zal overnemen
Slide 7 - Quiz
Nu volgen citeervragen.
Je antwoord wordt automatisch nagekeken. Noteer dus alleen het latijnse woord of de latijnse woorden.
Let dus op de spelling, en typ alles over als je een langer stuk wil citeren.
Vb1. Citeer de naam van de kapper Antw: Ctesibius
Vb2. Citeer wat de kapper hoopt voor zijn zoon Antw. filium meum postea inventorem illustrissimum futurum esse
Slide 8 - Slide
Citeer het Latijnse woord uit r. 3-4 dat vertaald moet worden met "beroemd"
Slide 9 - Open question
Citeer het Latijnse woord uit r. 5-8 waarmee Ctesibius de jonge leeftijd van zijn zoon benadrukt.
Slide 10 - Open question
Citeer het Latijnse woord uit r. 8 dat vertaald moet worden met "zeer goede"
Slide 11 - Open question
Citeer het Latijnse woord uit r. 8-11 dat vertaald moet worden met "hier"
Slide 12 - Open question
Citeer het Latijnse woord uit r. 11-12 waarmee Ctesibius naar de toekomst verwijst.
Slide 13 - Open question
Laatste stukje:
de grammaticavragen: naamvallen, bepaalde vormen zoeken en natuurlijk... de AcI!
Slide 14 - Slide
Citeer de AcI uit r. 3 (let op: typ het helemaal over)
Slide 15 - Open question
Naamvallen r. 6-11 omdat het een tekst is, heeft ieder woord maar één naamval.
nom
gen
dat
acc
abl
nos
puer (r7)
speculum
mundi
totius
filis
grave
ponderibus
Slide 16 - Drag question
totius uit r. 10 is een....
A
positivus
(stellende trap)
B
comparativus
(vergrotende trap)
C
superlativus
(overtreffende trap)
D
bijwoord
Slide 17 - Quiz
optimos uit r. 10 is een....
A
positivus
(stellende trap)
B
comparativus
(vergrotende trap)
C
superlativus
(overtreffende trap)
D
bijwoord
Slide 18 - Quiz
Kies het juiste stukje om de vertaling af te maken "filium inventorem futurum esse spero" = "Ik hoop dat mijn zoon een uitvinder..."
A
zal zijn geweest
B
is geweest
C
was geweest
D
zal zijn
Slide 19 - Quiz
Wat in deze tekst aan bod is gekomen....
- de tekstinhoud van tekst 33 t/m r. 12
- in zekere mate: trappen van vergelijking - in zekere mate: naamvallen
- de infinitivus in het futurum (natijdige AcI, zie vorige vraag) en in het passief (moveri, duci, doceri)
In de volgende slides geef je van elk onderwerp aan hoe je vind dat je ervoor staat.
Slide 20 - Slide
In hoeverre ben je tevreden over je begrip van de tekstinhoud van tekst 33 t/m r. 12?
Slide 21 - Poll
In hoeverre ben je tevreden over hoe goed je comparativus en superlativus in een tekst herkent?
Slide 22 - Poll
In hoeverre ben je tevreden over hoe goed je naamvallen in een tekst herkent en kan gebruiken bij het vertalen?
Slide 23 - Poll
In hoeverre ben je tevreden over hoe goed je de AcI in een tekst herkent en kan vertalen in actief, passief en verschillende tijden?
Slide 24 - Poll
Je gaat nu verder strepen en vertalen tm r. 16
Slide 25 - Slide
Tekst 33
r. 17-28: vertaling met aanvullen om nog even te herhalen + vragen over de AcI's
r. 29-36: streeptekst en vertaling doornemen
Slide 26 - Slide
r. 17: Perdix vero a Daedalo doctus est. Perdix is zeker .......... onderwezen. Noteer wat er op de puntjes moet staan.
Slide 27 - Open question
r. 18: Daedalus puerum iam tenera aetate serram invenisse sciebat Daedalus ........ dat de jongen al op jonge leeftijd de zaag had uitgevonden
Slide 28 - Open question
Daedalus puerum iam tenera aetate serram invenisse sciebat Deze AcI is....
A
voortijdig
B
natijdig
C
gelijktijdig
Slide 29 - Quiz
r. 19-20: eum mentem accerrimam possidere sensit
hij merkte dat hij een ........... geest bezat
Slide 30 - Open question
eum mentem accerrimam possidere sensit Deze AcI is....
A
voortijdig
B
natijdig
C
gelijktijdig
Slide 31 - Quiz
r. 20-21: discipulum mox magistrum superaturum esse praesensit hij had een voorgevoel dat de ....... spoedig de meester zou overtreffen
Slide 32 - Open question
discipulum mox magistrum superaturum esse intellexit Deze AcI is....
A
voortijdig
B
natijdig
C
gelijktijdig
Slide 33 - Quiz
r. 20-21: Homines Perdicem plus quam se ipsum laudaturum esse putavit Hij dacht dat .............. Perdix meer dan hem zelf zouden prijzen
Slide 34 - Open question
Homines Perdicem plus quam se ipsum laudaturum esse putavit Deze AcI is....
A
voortijdig
B
natijdig
C
gelijktijdig
Slide 35 - Quiz
r. 23: Ira affectus est: Perdicem de arce urbis deiecit! Hij was door woede gegrepen: hij heeft Perdix van de burcht .......... naar beneden gegooid
Slide 36 - Open question
r. 23: Dicisne magistrum discipulum interfecisse? Zeg jij ..... de meester de leerling heeft gedood?
Slide 37 - Open question
Dicisne magistrum discipulum interfecisse? Deze AcI is....
A
voortijdig
B
natijdig
C
gelijktijdig
Slide 38 - Quiz
r. 27: Non interfectus est Perdix: dei puerum in avem mutari curaverunt. Perdix is niet gedood: ............... hebben gezorgd dat de jongen in een vogel werd veranderd.
Slide 39 - Open question
dei puerum in avem mutari curaverunt. Deze AcI is....
A
voortijdig
B
natijdig
C
gelijktijdig
Slide 40 - Quiz
Streeptekst
Kijk je streeptekst na en vul je eigen tekst aan (als je dit al vertaald had). Anders neem je op de volgende dia streeptekst met vertaling door!
Opvallende dingen:
combinatie met esse mag ook als ND
wat is steeds de A en wat is de 2 in je AcI?
Slide 41 - Slide
Vertaling r. 29-33
Plotseling horen de mannen dat de deur wordt geopend. De zoon komt binnen. "Vader," zegt hij, "weet je dat de zaag door een jongen van mijn leeftijd is uitgevonden? Vandaag heeft de meester over hem verteld.
Ook ik heb al nuttige uitvindingen gedaan. Ik weet zeker dat ik later meer uitvindingen zal doen!