Test voedingsstoffen en de schijf van 5

Druiven zijn een voorbeeld van...
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen
1 / 27
next
Slide 1: Quiz
biologieVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Druiven zijn een voorbeeld van...
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen

Slide 1 - Quiz

Voedingsmiddel of voedingsstof
Appel
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 2 - Quiz

Koolhydraten zijn een voorbeeld van...
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen

Slide 3 - Quiz

Voedingsmiddel of voedingsstof
Vitaminen
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 4 - Quiz

Eiwitten zijn een
A
Voedingsstof
B
Voedingsmiddel

Slide 5 - Quiz

Voedingsvezel
    Bouwstof
     Brandstof
  Reserve stof
  Beschermende 
             stof
          Geen   
  voedingsstof

Slide 6 - Drag question

eiwit
    Bouwstof
     Brandstof
  Reserve stof
  Beschermende 
             stof
          Geen   
  voedingsstof

Slide 7 - Drag question

koolhydraat
    Bouwstof
     Brandstof
  Reserve stof
  Beschermende 
             stof
          Geen   
  voedingsstof

Slide 8 - Drag question

vitamine 
    Bouwstof
     Brandstof
  Reserve stof
  Beschermende 
             stof
          Geen   
  voedingsstof

Slide 9 - Drag question

Voedingsmiddelen zijn de bruikbare bestanddelen van voedingsstoffen
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz


In de afbeelding is een voedingsmiddel weergegeven
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Energie wordt in je lichaam o.a gebruikt voor het op peil houden van de lichaamstemperatuur.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

De mens gebruikt voedingsvezels voor de vorming van cellen en weefsels.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Volkorenbrood
In dit product komt veel voedingsvezel voor.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Is kaas een voedingsmiddel?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Is kaas plantaardig of dierlijk?
A
plantaardig voedingsmiddel
B
dierlijk voedingsmiddel

Slide 16 - Quiz

Wat is een goede eigenschap van voedingsvezels?
A
Ze helpen infectieziekten tegengaan.
B
Ze voorkomen verstopping.
C
Ze helpen bij de bloedstolling.
D
Ze verbeteren de nierwerking.

Slide 17 - Quiz

Wat is gezonder voor de mens, verzadigde vetten of onverzadigde vetten?
A
Verzadigde vetten
B
Onverzadigde vetten

Slide 18 - Quiz

Energie wordt in je lichaam o.a gebruikt voor het op peil houden van de lichaamstemperatuur.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

In welke twee vakken komen voedingsmiddelen voordie rijk zijn aan voedingsvezel?
A
Vak met groenten en fruiten en Brood en granen
B
Vak met groenten en fruit en vak met vis en kip etc.
C
Vak met melk, boter en olie en vak met vis en kip etc.
D
Vak met groenten en fruit en vak met melk, boter en olie.

Slide 20 - Quiz

Tot welk vak behoort welk vak behoort spaghetti?
A
Het vak met Brood en granen etc.
B
Het vak met groente en fruit
C
Het vak met zuivelproducten
D
Het vak met vis, kip en vlees etc.

Slide 21 - Quiz

In welk vak van de
schijf van vijf
staat bloemkool?
A
Blauw
B
Groen
C
Oranje
D
Rose en Geel

Slide 22 - Quiz

Welk vak van de
schijf van vijf
levert veel eiwit?
A
Blauw
B
Groen
C
Oranje
D
Rose

Slide 23 - Quiz

Welk vak van de
schijf van vijf
levert veel vet?
A
Blauw
B
Groen
C
Oranje
D
Geel

Slide 24 - Quiz

In welk vak van de
schijf van vijf
zit veel zetmeel?
A
Blauw
B
Groen
C
Oranje
D
Rose en Geel

Slide 25 - Quiz

Hoe zorg je voor een gezond dieet volgens de schijf van vijf?
A
Eet elke dag uit elk vak evenveel
B
Eet elke dag uit alle vakken iets, in de juiste verhouding
C
Eet vooral groente en fruit
D
Eet weinig ongezonde dingen

Slide 26 - Quiz

In welke voedingsmiddelen
zitten vooral veel koolhydraten?
A
B
C
D

Slide 27 - Quiz