Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Maak de tabel compleet:
Wat komt er op plek 1?
1 / 15
next
Slide 1: Open question
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1,2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Maak de tabel compleet:
Wat komt er op plek 1?

Slide 1 - Open question

Maak de tabel compleet:
Wat komt er op plek 2?

Slide 2 - Open question

Maak de tabel compleet:
Wat komt er op plek 3?

Slide 3 - Open question

Maak de tabel compleet:
Wat komt er op plek 4?

Slide 4 - Open question

Maak de tabel compleet:
Wat komt er op plek 5?

Slide 5 - Open question

Maak de tabel compleet:
Wat komt er op plek 6?

Slide 6 - Open question

Maak de tabel compleet:
Wat komt er op plek 7?

Slide 7 - Open question

Maak de tabel compleet:
Wat komt er op plek 8?

Slide 8 - Open question

Maak de tabel compleet:
Wat komt er op plek 9?

Slide 9 - Open question

Maak de tabel compleet:
Wat komt er op plek 10?

Slide 10 - Open question

I
You
He
She
It
We
Sleep bezittelijke voornaamwoorden (rechts) naar de juiste persoonlijke voornaamwoorden (links)
Her
Their
Your
My
His
Its
Our
They

Slide 11 - Drag question

Vul het juiste bezittelijke voonaamwoord in.
We all have to bring _____ book to class.
A
my
B
our
C
your
D
his

Slide 12 - Quiz

Vul het juiste bezittelijke voonaamwoord in.
You have to put _____ mobile phone in the phone bag.
A
your
B
my
C
hers
D
his

Slide 13 - Quiz

Vul het juiste bezittelijke voonaamwoord in.
Kelly always brings _____ own lunch.
A
my
B
your
C
her
D
our

Slide 14 - Quiz

Vul het juiste bezittelijke voonaamwoord in.
It will work again when I charge _______ battery.
A
your
B
my
C
its
D
their

Slide 15 - Quiz