jong schoolkind-oudere schoolkind

jong schoolkind-oudere schoolkind
Belangrijke informatie:
  • De laatste les van deze periode toetsen we je kennis. Fase baby-oudere schoolkind
Deze les:
  • Verder met de opdracht in combinatie met theorie over het jonge schoolkind
  • oudere schoolkind

1 / 23
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1,4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

jong schoolkind-oudere schoolkind
Belangrijke informatie:
  • De laatste les van deze periode toetsen we je kennis. Fase baby-oudere schoolkind
Deze les:
  • Verder met de opdracht in combinatie met theorie over het jonge schoolkind
  • oudere schoolkind

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Maak lesopdracht 1
Lees de tekst over het jonge schoolkind in 5.3 tot en met 5.3.3 uit de scans in stilte!
(bladzijde 108 tm 116)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden van lesopdracht 1
  1. Nee: Er is weinig verschil op te merken tussen jongens en meisjes in deze leeftijd.
  2. Ja: Ze hebben een goed uithoudingsvermogen, maar zijn wel snel moe.
  3. Ja: De afstemming tussen zien en handelen is sterk ontwikkeld en verbeterd.
  4. Nee: Ze zijn gericht op het eigen geslacht. Samen verkennen, plezier maken en experimenteren.
  5. Ja: de vriendschappen zijn daarbij wel van korte duur.
  6. Ja: hij/zij heeft last van prestatiedrang. Dit is terug te vinden in spelgedrag. Het kind wil winnen van anderen en is daar veel mee bezig.
  7. Ja: het jonge schoolkind verbergt ze. Angst neemt toe door multimedia waar ze o.a. mee te maken krijgen. Ze vragen zich af wat hem/haar kan overkomen.
  8. Nee, het leert om verschillende situaties aan te kunnen. Zo krijgen ze grip op het leven. 2 strategieën: problemen aanpakken of problemen omzeilen.
  9. Ja: Hierdoor ontwikkelen ze zich en weten ze wat goed en fout is.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

De 4 fasen van Piaget. Wat weten jullie nog? 

Slide 4 - Slide

concreet operationeel:
- het abstract denken is volop in ontwikkeling, het kind kan een bepaalde voorstelling er van maken
- Fantasie maakt plaats voor de werkelijkheid

Ze kunnen nu bijvoorbeeld beter ordenen en begrijpen waarom iets bij elkaar hoort: stoel, tafel, kast zijn meubels. 


De indeling volgens Piaget: Omdat deze Piaget een grote invloed heeft (gehad) op de indeling van de cognitieve ontwikkeling van kinderen, toch even zoals hij het zag. Hij deelde deze ontwikkeling in 4 fases in:
  • Van 0 – 2 jaar: Het sensomotorische stadium. Het kind zal vooral handelen vanuit zijn zintuigelijke indrukken. Dat wat het dus werkelijk kan zien, horen, voelen, ruiken enz.
  • Van 2 – 7 jaar: Het pre-operationele stadium: Het kind leert vooral door imitatie. Op deze leeftijd zullen ze zich vooral daarmee bezighouden. Ze doen zoals ze zien hoe ze zouden moeten doen, zeg maar.
  • Van 7 – 11 jaar: Het concreet-operationele stadium: Logische verbanden worden nu door het kind zelf gelegd. Maar toch blijft concreet materiaal voor hem noodzakelijk.
  • Vanaf 12 jaar: Het formeel-operationele stadium: Vanaf nu kan het kind ook werkelijk abstract redeneren.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

kijkopdracht
  • maak groepen van 3 personen
  • Bespreek wie welk ontwikkelgebied gaat observeren (lichamelijk, cognitief, sociaal-affectief)
  • Lees jou onderdeel door in de  scans op Cumlaude
  • kijk de film en beantwoord de vragen die bij jou opdracht horen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Bespreek de antwoorden met elkaar

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Het oudere schoolkind
9-12 jaar

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Lichamelijke ontwikkeling
  • Harmonieuze lichaamsverhoudingen.
  • Verschillen tussen jongens en meisje. Jongens sterker/ gespierder. Meisjes langer.
  • Groeispurt meisjes rond 11 jaar. Jongens rond 14 jaar.
  • Motoriek goed ontwikkeld.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Cognitieve ontwikkeling
  • Leergierig en prestatiegericht.
  • Concreet-operationele fase (van concreet naar abstract) (filmpje)
  • Kan reflecteren en analyseren. Oorzaak/gevolg.

Slide 12 - Slide

Concreet denken:2 knikkers+ 2 knikkers=4 knikkers (knikkers zijn waarneembaar)
Abstract denken: 2+2=4 (is niet waarneembaar)
 Van 7 – 11 jaar: Het concreet-operationele stadium: Logische verbanden worden nu door het kind zelf gelegd. Maar toch blijft concreet materiaal voor hem noodzakelijk.

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Sociaal affectief
  • Peergroup is belangrijk.
  •  Hebben vaak idolen om zich aan te identificeren.
  • Pesten kan voorkomen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Pesten
Er is sprake van pestgedrag als het gedrag voldoet aan drie kenmerken:
  1. opzettelijk negatief gedrag;
  2. dit negatieve gedrag is niet incidenteel, maar herhaaldelijk;
  3. er is sprake van een machtsverschil tussen de pester(s) en het pestslachtoffer.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Op het internet zeg je makkelijker dingen die je in het echte leven niet zou zeggen
mee eens
niet mee eens

Slide 17 - Poll

This item has no instructions

Hoe herken je een kind dat gepest wordt?

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Hoe herken je een kind dat gepest wordt? 
  • verminderde schoolprestaties;
  • weinig of geen contact met andere kinderen;
  • veel om aandacht vragen bij de leraar;
  • betrokken zijn bij opstootjes in de klas of op het plein;
  • als laatste gekozen worden bij het indelen van groepjes;
  •  schoolziekte of andere psychosomatische klachten (bijvoorbeeld buikpijn, hoofdpijn);
  • bedplassen, verstoorde nachtrust;
  • verwondingen of blauwe plekken;
  • ‘kwijtgeraakte’ of beschadigde spullen;
  • negatieve stemmingen, angsten, depressie;
  • geldtekort (bij afpersing); 
  • spijbelen.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Seksuele ontwikkeling oudere schoolkind
  • Rond 11/ 12 jaar ontstaat interesse voor het andere geslacht.
  •  Meisjes volop in lichamelijke ontwikkeling. Rijping van de geslachtsdelen.
  • Freud spreekt van ‘latentiefase’. (bijvoorbeeld: dubbelzinnige grapjes).

Slide 20 - Slide

Freud benoemd in de latentiefase dat seksuele fantasieën al wel aanwezig zijn maar onderdrukt worden. Het oudere schoolkind is op seksueel gebied nog niet of nauwelijks actief. Seksualiteit heeft wel zijn/ haar aandacht. Een voorbeeld is seksueel getinte grapjes of de interesse voor het andere geslacht.

Extra informatie over 
Freud
Voor de ontwikkelingspsychologie is zijn 5-fasenmodel van de psychoseksuele ontwikkeling 
van groot belang geweest.
1. Orale fase 0 - 1,5 jaar (ervaren door te zuigen aan borst, sabbelen op speen)
2. Anale fase 1,5 - 3 jaar (o.a. oefenen en ervaringen met sluitspieren)
3. Fallische fase/oedipale fase 3 - 6 jaar (geïnteresseerd in geslachtsverschillen. Jongen belangstelling voor penis en seksueel verlangen naar moeder.
4. Latentiefase 6 - 11 jaar (seksuele fantasieën bij het schoolkind worden onderdrukt, maar ze zijn wel nieuwsgierig naar het lichaam van het andere geslacht.
5. Genitale fase vanaf 11 jaar (seksuele energie in volle kracht.)

Het schoolkind is nog niet seksueel actief, maar heeft wel aandacht voor seksualiteit.
Alles op deze leeftijd is seksueel beladen; woordgrapjes en seksueel getinte plaatjes. Het ene schoolkind is sneller in deze periode dan de ander.

Slide 21 - Slide

Wat heb je eraan dat je week wie Freud was? Goed om te benoemen dat voor de ontwikkeling van de ontwikkelingspsychologie zijn 5-fasenmodel van groot belang zijn geweest. Met name als het gaat om de seksuele ontwikkeling van een kind. Freud spreekt van 5 fases als het gaat om de psychoseksuele ontwikkeling.

Check je kennis!
  • Individueel!
  • Je krijgt 20 minuten de tijd om te leren. Hoe dan? Je bedenkt een manier wat voor jou werkt belangrijkste stof helder te krijgen. Denk aan het leren van je aantekeningen, mindmap (maken), elkaar vragen te stellen, door de theorie te lezen. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

We gaan de test maken:
- Op tafel ligt alleen een pen
- Je maakt alleen de test, 
dus zonder te overleggen met 
je buurman of buurvrouw
- ben je klaar ga je stilletjes iets voor
 jezelf doen (zonder telefoon)

Slide 23 - Slide

iedere student krijgt de opdracht waarbij ze de nummers met de cijfers moeten verbinden op papier