DISK taak Wonen: presenteer je droomhuis
1 / 55
Lesson duration is: 90 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Woont Lucas in een flat?
ja
nee
Slide 5 - Poll
In wat voor een huis woont Lucas?
A
In een boerderij
B
In een eengezinswoning
C
In een blokhut
D
In een flat
Slide 6 - Quiz
In wat voor een huis woont Ingrid?
A
villa
B
flat
C
rijtjeshuis
D
boerderij
Slide 7 - Quiz
Op welke verdieping woont Ingrid?
A
3
B
5
C
7
D
11
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Natasha heeft 3 kinderen/
waar
niet waar
Slide 10 - Poll
Natasja woont in een flat?
waar
niet waar
Slide 11 - Poll
Het is een oud huis.
waar
niet waar
Slide 12 - Poll
Het huis is groot.
waar
niet waar
Slide 13 - Poll
Het huis is groot.
waar
niet waar
Slide 14 - Poll
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Ik woon in Joure. ______ jij in Luttelgeest?
A
Woon
B
woont
C
wonen
D
wonnen
Slide 18 - Quiz
Ik woon op een hele rustige plek. Ik woon in een.....
A
Stad
B
Dorp
Slide 19 - Quiz
Ik woon in een drukke plek. Ik woon in een...
A
Stad
B
Dorp
Slide 20 - Quiz
In welke ................. woon jij? Ik woon in Joure.
A
plaats
B
Nederland
C
buurman
D
wonen
Slide 21 - Quiz
Een flat is hetzelfde als een rijtjeshuis.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Ik woon op de 5e ......
A
verdieping
B
flat
C
Woning
Slide 23 - Quiz
Op welke ................ woon jij? Ik woon op de hoogste.
A
want
B
door
C
verdieping
D
huur
Slide 24 - Quiz
Wat is dit?
A
Woonboot
B
Flat
C
Rijtjeshuis
D
Villa
Slide 25 - Quiz
Wat is dit?
A
Camper
B
Caravan
C
Tent
D
Bus
Slide 26 - Quiz
Wat is dit?
A
Bus
B
Caravan
C
Camper
D
Tent
Slide 27 - Quiz
Wat is dit?
A
Woonboot
B
Flat
C
Rijtjeshuis
D
Villa
Slide 28 - Quiz
Wat is dit?
A
Hoekhuis
B
Flat
C
Rijtjeshuis
D
Villa
Slide 29 - Quiz
Wat is dit?
A
Woonboot
B
Flat
C
Rijtjeshuis
D
Villa
Slide 30 - Quiz
Wat is dit?
A
Flat
B
Vrijstaande woning
C
Rijtjeshuis
Slide 31 - Quiz
Wat voor woning is het witte huis?
A
Een tussenwoning
B
Een hoekwoning
Slide 32 - Quiz
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Waar staat jouw droomhuis (land, plaats)?
Slide 35 - Open question
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Met wie woon je in het huis?
Slide 38 - Open question
Met welke dieren woon je in het huis?
Slide 39 - Open question
Hoeveel kamers heeft het huis?
Slide 40 - Open question
Hoeveel badkamers en wc's heeft het huis?
Slide 41 - Open question
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Slide
De ruimte
A
De ruimteren
B
De ruimtes
C
De ruimtening
Slide 44 - Quiz
De woonkamer
A
De woonkamers
B
De woonkameren
C
De woonkamerning
Slide 45 - Quiz
De stoel
A
De stoels
B
de stoelen
C
De stoeleren
Slide 46 - Quiz
De tafel
A
De tafelen
B
De tafeleren
C
De tafels
Slide 47 - Quiz
De kast
A
De kasten
B
De kasteren
C
De kasts
Slide 48 - Quiz
De gordijn
A
De gordijns
B
De gordijnen
C
De gordijning
Slide 49 - Quiz
De bank
A
De banks
B
De bankeren
C
De banken
Slide 50 - Quiz
De keuken
A
De keukens
B
De keukeren
C
De keukening
Slide 51 - Quiz
De slaapkamer
A
De slaapkameren
B
De slaapkamers
C
De slaapkamering
Slide 52 - Quiz
De wc
A
De wc's
B
De wces
C
De wceren
Slide 53 - Quiz
Het toilet
A
De toiletten
B
De toilets
C
De toilteren
Slide 54 - Quiz
De woning
A
De wonings
B
De woningeren
C
De woningen
