Betrekkelijk voornaamwoord

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Wat gaan we doen vandaag?

1. Betrekkelijk voornaamwoord
   
2. Uitdaging!
3. Huiswerk & afsluiting

Betrekkelijk voornaamwoord

Heeft betrekking op een voorafgaand woord of zin 

(= antecedent).

'Dat' wordt gebruikt bij het-woorden.

'Die' wordt gebruikt bij de-woorden.

'Wat' wordt gebruikt bij onbepaalde woorden, overtreffende trap en bij verwijzing naar een hele zin.

'Wie' wordt gebruikt bij personen in combinatie met een voorzetsel en als meewerkend voorwerp.

Welk betrekkelijk voornaamwoord gebruik je bij de-woorden en welke bij het-woorden?

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord in de volgende zin? Het verlegen meisje dat ik zag.

De leerlingen ... te laat komen op school krijgen straf.

1. dat
2. wat
3. die
4. wie

Vul in: Alles ... u bestelt, wordt thuis bezorgd

1. dat
2. wat
3. die
4. wie

Vul in: ... rookt leeft erg onverstandig.

1. dat
2. wat
3. die
4. wie

Het schilderij ... je hebt opgehangen hangt scheef.

1. dat
2. wat
3. die
4. wie

Vul in: Iets ... ik niet begrijp, is dat je je daar druk over maakt.

1. dat
2. wat
3. die
4. wie

Vul het juiste betrekkelijk voornaamwoord in:
De firma ... in dat pand gehuisvest is, is failliet.

Vul in: Het slechte weer ... we verwachtten, bleef uit.

1. dat
2. wat
3. die
4. wie

Vul in: Ik zie, ik zie ... jij niet ziet.

1. dat
2. wat
3. die
4. wie

Vul in: Is dat alles ... we nodig hebben?

1. dat
2. wat
3. die
4. wie

Vul het juiste betrekkelijk voornaamwoord in:
Het tafeltje ... daar staat, is van onze buren.

Vul in: De poster achter in het lokaal, ... mijn collega heeft opgehangen, is verdwenen.

1. dat
2. wat
3. die
4. wie

Vul het juiste betrekkelijk voornaamwoord in:
Jochem, ... voor de vierde keer gespijbeld had, werd geschorst.

Vul het juiste betrekkelijk voornaamwoord in:
Daar is het meisje van ... ik een e-mail kreeg.

Uitdaging

Het moeilijkste Nederlandse woord dat je kent of ergens ziet.

Voorwaarden:

• Bestaand Nederlands woord
• Moet gebruikt worden in de "echte" wereld
• Context erbij vermelden (bijv. foto of de zin waarin het staat)

Afsluiting

Volgende week ....