Alle (gedrags)regels binnen het team worden nu duidelijk.
Teamgenoten werken samen om hun doelen te bereiken.
Het team rondt de taak af en gaat weer uit elkaar.
Opdracht 4
Slide 16 - Slide
Opdracht
* Wie ben jij? Is er een succesfactor (voor teamwerk) waar jij moeite mee hebt? Welke Belbinrollen passen het best bij jou? Welk persoonlijkheidstype (enneagrammpdel) ben jij en waar moeten andere collega's dan rekening mee houden en jijzelf naar anderen? Hoe ga jij met collega's om (Roos van Leary)?
* Wie wil jij zijn? Als je zelf een team mocht vormen wat voor personen zou je uitkiezen? En welke juist niet? Of kun je je aanpassen? Wat moet je daarvoor doen? Wat wil je nog veranderen aan jezelf?
* Welke leerdoelen neem je mee naar je volgende plek (opleiding, werk)?
Slide 17 - Slide
Zelfreflectie
Beantwoord voor jezelf de vragen op bladzijde 37 van je theorieboek.
Ga vervolgens in drietallen in gesprek over de antwoorden.
Zijn er overeenkomsten/ verschillen?
Teamreflectie
Slide 18 - Slide
Organisatie
kenmerken van een organisatie
doelgericht
samenwerken
middelen
methodisch werken
structuur
Slide 19 - Slide
Doelgericht
Doel
Missie
Visie
Beleid
Wat wil je bereiken met de organisatie?
Wie zijn wij? Wat vinden wij belangrijk?
Waar willen wij heen? Waarmee willen wij ons onderscheiden?
Strategisch - abstract omschreven doelen
Tactisch - hoe richten we de organisatie in?
Operationeel - uitvoeren van concrete activiteiten
Slide 20 - Slide
Wat is de missie van jouw stage?
Slide 21 - Open question
Structuur van een organisatie
hiërarchie, organigram
lijnorganisatie
lijn-staforganisatie
projectorganisatie
matrixorganisatie
zelfsturende teams
basisvorm, één bovengeschikte
staf geeft advies
tijdelijke, grote klus
permanent, twee leidinggevenden
teamleden zijn zelf verantwoordelijk
Slide 22 - Slide
Aan de slag!
Maak opdracht 1, 2, 3 en 4 uit je werkboek.
timer
15:00
Slide 23 - Slide
Lesdoelen
Je kan ten minste 4 succesfactoren voor teamwerk benoemen.
Je hebt vier modellen van teamrollen uitgevoerd.
Je kan de 5 fasen van teamvorming uitleggen.
Je kent drie vormen van beleid.
Je kan benoemen wat voor structuur jouw BPV organisatie heeft.
Slide 24 - Slide
Huiswerk
Neem het scholingsbeleid van je stage mee naar de volgende les.