Spelling H4

Project grammatica spelling en formuleren

werkwoordspelling

Deze les

- Lesdoel

- Terugblik/voorkennis

- Uitleg

- Aan de slag

- controle

Benoem de woordsoort van "met".
Ik ben met mijn vrienden naar het strand gegaan.

1. werkwoord
2. voorzetsel
3. zelfstandig naamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Benoem de woordsoort van "gegaan".
Ik ben met mijn vrienden naar het strand gegaan.

1. werkwoord
2. voorzetsel
3. zelfstandig naamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Benoem de woordsoort van "vrienden".
Ik ben met mijn vrienden naar het strand gegaan.

1. werkwoord
2. voorzetsel
3. zelfstandig naamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Verdeel de zin in zinsdelen.
Ik ben met mijn vrienden naar het strand gegaan.

Wat is het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden.

Lesdoel

• Je weet hoe je het voltooid deelwoord correct moet spellen.

• Je weet hoe je verkleinwoorden correct kunt spellen.

Voltooid deelwoord

Te herkennen aan een vorm van "hebben" of "zijn" in de zin.

Ik heb al gegeten.

Voltooid deelwoord

Een paar belangrijke zaken om op te letten:

verteld vs verteld.

herinnerd vs herinnert.

gebeurd vs gebeurt.

Theorieblok doorlezen

Neem 4 minuten om het theorieblok op bladzijde 68, 70 (boek B) te lezen.

Charlie Chaplin heeft veel (optreden) ... als komiek.

Later heeft Charlie in diverse films allemaal rollen (vertolken) ...

Het verhaal werd (vertellen)..., dat Chaplin bij zijn eigen imitatiewedstrijd als vierde was (eindigen) ...

Wat is de juiste spelwijze?

1. ponytje
2. pony'tje
3. pony-tje
4. pony,tje

Wat is de juiste spelwijze?

1. koninkje
2. koningkje
3. koningje

Wat is de juiste spelwijze?

1. jockey'tje
2. jockey-tje
3. jockeytje

Aan de slag

- Lees goed in het boekje wat je moet doen.

- Ik loop rond -> eerst zelf goed lezen (ook de theorieblokjes).

Maken Spelling hs. 4 opdracht 1, 3, 4, 6, 7, 8 (Boek B p.67-71)

10 minuten in stilte, daarna overleggen in tweetallen.

Lesdoel

• Je weet hoe je het voltooid deelwoord en het tegenwoordig deelwoord correct moet spellen.

• Je kunt voltooid deelwoorden en tegenwoordig deelwoorden correct spellen.

controlevragen

• Wat is het verschil tussen het voltooid deelwoord en het tegenwoordig deelwoord?

• Wat is het verband tussen de vorige les en deze les?