Hoofdstuk 5: Pythagoras

Hoofdstuk 5: Pythagoras
1 / 35
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 5: Pythagoras

Slide 1 - Slide

8 x 8 =
A
56
B
81
C
64
D
72

Slide 2 - Quiz

6+(2+3) x 4 =
A
26
B
20
C
44
D
17

Slide 3 - Quiz

Welke driehoek zie je hier?
A
Gelijkzijdige driehoek
B
Rechthoekige driehoek
C
Gelijkbenige driehoek
D
Gewone driehoek

Slide 4 - Quiz

Kwadraten
4 x 4 = 16 
42 = 4 x 4 = 16

Slide 5 - Slide


62=
A
36
B
12
C
30
D
42

Slide 6 - Quiz

Wortels
Welk getal in het kwadraat is 36?


Of wat is de wortel van 36?

(...)2=......=36
36=

Slide 7 - Slide


400=
A
9
B
20
C
13
D
10

Slide 8 - Quiz

Wat is het antwoord op deze som?
12+5(63)2

Slide 9 - Open question

Rekenmachine
Kwadraattoets 

Worteltoets 

Slide 10 - Slide

Huiswerk paragraaf 5.1

Slide 11 - Slide

Leerdoelen paragraaf 5.2
Ik weet wat machten zijn.
Ik weet wat de exponent en het grondtal is.
Ik kan machten berekenen met mijn rekenmachine.

Slide 12 - Slide

Machten
21=2
22=22=4
26=222222=64

Slide 13 - Slide


23
A
9
B
6
C
8
D
4

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Rekenmachine
Machten
  • 6          3 = 6 x 6 x 6 = 216
  • 6          3 = 6 x 6 x 6 = 216

Slide 16 - Slide


57
A
78125
B
16807
C
35
D
25

Slide 17 - Quiz

Huiswerk paragraaf 5.2

Slide 18 - Slide

Leerdoelen paragraaf 5.3
Ik kan de zijden in een rechthoekige driehoek benoemen.
Ik ken de stelling van Pythagoras.

Slide 19 - Slide

Verschillende zijden 

Slide 20 - Slide

De stelling van Pythagoras

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Werkschema
  1. Maak het werkschema
  2. Zet een vraagteken voor de zijde die je gaat berekenen
  3. Bereken de kwadraten van de zijden die je weet
  4. Bereken het ontbrekende kwadraat van de zijde 
  5. Bereken de zijde met worteltrekken

Slide 23 - Slide


A
16
B
41
C
25
D
41

Slide 24 - Quiz

Uitwerking

Slide 25 - Slide

Huiswerk paragraaf 5.3
30-39
40-44 morgen na de toets

Slide 26 - Slide

Leerdoelen paragraaf 5.4
Ik kan laten zien met behulp van de stelling van Pythagoras of een driehoek een rechthoekige driehoek is.
Ik kan een hulplijn tekenen zodat ik een rechthoekige driehoek krijg.
Ik weet wat een diagonaal is in een kubus of een balk.
Ik kan de lengte van de diagonaal berekenen.

Slide 27 - Slide

Rechthoekige of niet?

Slide 28 - Slide

Aanpak
  1. Als de driehoek rechthoekig is, dan is de langste zijde de schuine zijde.

Slide 29 - Slide

Aanpak
  1. Als de driehoek rechthoekig is, dan is de langste zijde de schuine zijde.
  2. Maak het werkschema van Pythagoras.

Slide 30 - Slide

Aanpak
  1. Als de driehoek rechthoekig is, dan is de langste zijde de schuine zijde.
  2. Maak het werkschema van Pythagoras.
  3. Zet het vraagteken achter de plus.
?

Slide 31 - Slide

Aanpak
  1. Als de driehoek rechthoekig is, dan is de langste zijde de schuine zijde.
  2. Maak het werkschema van Pythagoras.
  3. Zet het vraagteken achter de plus.
  4. Bereken de kwadraten van de drie zijden en zet ze in het werkschema.
rhz2=3,52=12,25
rhz2=2,52=6,25
sz2=4,52=20,25
+ ?

Slide 32 - Slide

Aanpak
  1. Als de driehoek rechthoekig is, dan is de langste zijde de schuine zijde.
  2. Maak het werkschema van Pythagoras.
  3. Zet het vraagteken achter de plus.
  4. Bereken de kwadraten van de drie zijden en zet ze in het werkschema.
  5. Controleer de optelling, als het klopt dan is het een rechthoekige driehoek.
12,25 +6,25 = 18
18,5 is niet gelijk aan 20,25, dus dit is geen rechthoekige driehoek.

Slide 33 - Slide

Is de driehoek met de zijdes 3, 4 en 5 rechthoekig?
A
Nee
B
Ja

Slide 34 - Quiz

Hulplijnen

Slide 35 - Slide