What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2BK - Cursus Spelling - §4 Bijvoeglijk naamwoord
Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
Slide 1 - Slide
Welkom
Ga rustig zitten volgens de plattegrond.
Pak je boek, schrift en pen.
En log alvast in op deze LessonUP.
timer
3:00
Basis: blz 226
Kader:
blz 234
Slide 2 - Slide
Leg je materiaal klaar op tafel (boek en schrift)
Log alvast in op LessonUp
(de code staat linksonder in beeld).
§4
Bijvoeglijk naamwoord
Voordat we beginnen:
WELKOM
2BKA
Slide 3 - Slide
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 7 - Spelling
1. Lesdoelen
2. Herhalingsvragen: hoofdletters en komma
3. Uitleg: bijvoeglijk naamwoord
4. Samen oefenen
5. Zelfstandig aan het werk
6. Lesdoelcheck + afronden
Slide 4 - Slide
Je leert wat
bijvoeglijke naamwoorden
zijn;
Je leert bijvoeglijke naamwoorden
spellen
;
Je hebt 10 minuten in stilte voor jezelf gewerkt.
Lesdoelen
Slide 5 - Slide
Er volgen nu wat herhalingsvragen
Slide 6 - Slide
Zet de leestekens op de juiste plek.
Albert riep Waar zijn mijn handschoenen gebleven?
Slide 7 - Open question
Zet de leestekens op de juiste plek.
Nederlands als moedertaal komt voor op vier continenten Europa Afrika Noord- en Zuid-Amerika.
Slide 8 - Open question
Zet de hoofdletters en leestekens op de juiste plek.
pas op voor het onweer! riep mijn broer.
Slide 9 - Open question
Even opwarmen...
Open je schrift en geef antwoord op de volgende vragen:
Slide 10 - Slide
Wat zijn bijvoeglijk naamwoorden?
Schrijf in je schrift alles wat je nog weet van bijvoeglijk naamwoorden.
timer
3:00
Slide 11 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord
Bedenk zoveel mogelijk bijvoeglijk naamwoorden
bij dit plaatje.
timer
3:00
Slide 12 - Slide
Hoeveel bijvoeglijk
naamwoorden heb je?
Slide 13 - Mind map
Heb je vragen?
Steek je vinger op en
wacht tot je aan de beurt bent.
Slide 14 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Geeft extra info (details) over een
zelfstandig naamwoord
: de
groene
kat, het
grote
feest.
Zo herken je een
bn
:
Staat voor of achter het
zn
.
Heeft een korte vorm (groen) en een lange vorm (groene).
Trappen van vergelijking.
Slide 15 - Slide
Let op!
Let op, soms moet je:
een -f- in een -v- veranderen
:
lief → lieve; naïef → naïeve;
een -s- in een -z- veranderen
:
grijs → grijze; serieus → serieuze;
de laatste letter (medeklinker) verdubbelen
:
fris → frisse; glad → gladde;
een a, e, o of u (klinker) weghalen
:
traag → trage; zuur → zure.
Slide 16 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Een
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
(st. bn) geeft aan van welke stof iets gemaakt is.
De zilveren ketting.
Een wollen trui.
Een houten bank.
Slide 17 - Slide
Zet de leestekens op de juiste plek.
Albert riep Waar zijn mijn handschoenen gebleven?
Slide 18 - Open question
Zet de leestekens op de juiste plek.
Nederlands als moedertaal komt voor op vier continenten Europa Afrika Noord- en Zuid-Amerika.
Slide 19 - Open question
Zet de hoofdletters en leestekens op de juiste plek.
pas op voor het onweer! riep mijn broer.
Slide 20 - Open question
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Geeft extra info (details) over een
zelfstandig naamwoord
: de
groene
kat, het
grote
feest.
Zo herken je een
bn
:
Staat voor of achter het
zn
.
Heeft een korte vorm (groen) en een lange vorm (groene).
Trappen van vergelijking.
Slide 21 - Slide
Let op!
Let op, soms moet je:
een -f- in een -v- veranderen
:
lief → lieve; naïef → naïeve;
een -s- in een -z- veranderen
:
grijs → grijze; serieus → serieuze;
de laatste letter (medeklinker) verdubbelen
:
fris → frisse; glad → gladde;
een a, e, o of u (klinker) weghalen
:
traag → trage; zuur → zure.
Slide 22 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Een
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
(st. bn) geeft aan van welke stof iets gemaakt is.
De zilveren ketting.
Een wollen trui.
Een houten bank.
Slide 23 - Slide
'Mooi ' en 'lelijk' zijn bijvoeglijk naamwoorden. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over
A
een zelfstandig naamwoord
B
een werkwoord
Slide 24 - Quiz
Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?
A
zonnige
B
dag
C
zonnige , leren
D
speelde
Slide 25 - Quiz
Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 26 - Quiz
Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in onderstaande zin?
Voorafgaand aan de moeilijke wedstrijd drinkt Leon nog snel een alcoholvrij biertje.
Slide 27 - Open question
Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in onderstaande zin?
Deze serie is goed en het onderwerp ervan is interessant.
Slide 28 - Open question
timer
5:00
Klaar?
Basis: pak alvast blz. 224-225 voor.
Kader: pak alvast blz. 232-233 voor
De _____ (mooi) bloemen stonden in de tuin.
Het _____ (interessant) boek ligt op de tafel.
Zij draagt een _____ (nieuw) jurk naar het feest.
We hebben een _____ (oud) huis gekocht in het dorp.
De _____ (lang) leraar is erg aardig.
De _____ (groot) hond loopt in de tuin.
Ze draagt een _____ (zilver) ketting om haar hals.
Hij heeft een _____ (lekker) taart gebakken voor het feest.
De _____ (grappig) film werd goed ontvangen door het publiek.
We kochten een _____ (gezellig) boekenkast voor de woonkamer.
Slide 29 - Slide
Zelfstandig werken
Wat
:
Basis: opdracht 1 t/m 7 (blz. 224-225)
Kader: opdracht 1,2, 3 , 4 en 5 (blz. 232-233)
Hoe
:
Zelfstandig. Zet de antwoorden in je schrift.
Hulp
:
Kijk eerst naar de theorie in je boek. Kom je er dan niet uit? Steek dan je hand op.
Tijd
:
10 minuten.
Klaar
:
Kiezen uit:
- Extra oefenen in de online methode (trainer)
- Lezen uit je leesboek.
ZELFSTANDIG WERKEN
timer
10:00
Slide 30 - Slide
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
AFSLUITING
Leerdoel: Je leert bijvoeglijk naamwoorden herkennen.
Onderstreep de bijvoeglijk naamwoorden en zet een cirkel om de lidwoorden in de volgende zin:
Het oude gebouw werd gerenoveerd door de architecten van het beroemde bureau.
Slide 31 - Slide
Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 32 - Open question
Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd
Slide 33 - Open question
More lessons like this
2BK - Cursus Spelling - §4 Bijvoeglijk naamwoord
December 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
WRE 2TN - Cursus Spelling - §4 Bijvoeglijk naamwoord
November 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
WRE 1HV - Cursus Grammatica - Bijvoeglijk naamwoord
19 hours ago
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
u1k C5 zn en bn
February 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
1BK - cursus 5 - paragraaf 5 - bijvoeglijk naamwoord
October 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
2BA - Woordsoorten - Bijvoeglijk naamwoord
3 days ago
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
WRE 1TC - Woordsoorten - Bijvoeglijk naamwoord
February 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
WRE 2TN - Cursus Grammatica - Bijvoeglijk naamwoord en voegwoord
19 hours ago
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2