WOORDSOORTEN TOETS BLOK 6

• Spelling
• Basisschool
• Groep 6

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Heb jij gezeild op de Friese meren?

1. jij
2. gezeild
3. Friese
4. meren

Wat is het zelfstandig naamwoord?
Heb jij gezeild op de Friese meren?

1. jij
2. gezeild
3. Friese
4. meren

hulpwerkwoord?
Heb jij gezeild op de Friese meren?

1. jij
2. gezeild
3. heb
4. meren

Voltooid deelwoord
Heb jij gezeild op de Friese meren?

1. jij
2. gezeild
3. heb
4. meren

zelfstandig naamwoord?
Gisteren ben ik langs de Zeeuwse kust gevaren.

1. kust
2. gevaren
3. ik
4. Zeeuwse

Bijvoeglijk naamwoord
Gisteren ben ik langs de Zeeuwse kust gevaren.

1. kust
2. Zeeuwse
3. gisteren
4. gevaren

HULPWERKWOORD
Hij is eerste geworden met de grote slalom

1. Hij
2. is
3. geworden
4. met

Zelfstandig naamwoord
Hij is eerste geworden met de grote slalom

1. Hij
2. is
3. grote
4. slalom

VOLTOOID DEELWOORD
Hij is eerste geworden met de grote slalom.

1. Hij
2. eerste
3. is
4. geworden