H3 3.2

Welkom :)
pak aub boek, schrift, pen erbij 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom :)
pak aub boek, schrift, pen erbij 

Slide 1 - Slide

planning
Vandaag: laatste les voor de toetsweek. hoofdstuk 3.2
  • cadeautje: cheat sheet met leerstof + oefentoets en uitwerkingen
  • herhalingsweek --> vragenuurtje (zusterstraat)? 
    maandag 1e uur /  5e uur
    dinsdag 3e uur
    komende week of herhalingsweek?

Slide 2 - Slide

Toepassing vorige keer
Welke soorten energie zie je? en welke zijn duurzaam?
timer
2:00

Slide 3 - Slide

Sleep op de juiste plek:
Elektrische energie
Warmte
Stralingsenergie
Bewegingsenergie

Slide 4 - Drag question

Leerdoelen
Je kunt uitleggen dat bij energieomzettingen de hoeveelheid energie niet verandert.

Je kunt energieomzettingen weergeven in een energiestroomdiagram.

Je kunt berekenen hoeveel warmte nodig is om een stof in temperatuur te laten stijgen. 

Slide 5 - Slide

Vandaag:
  • Eerst theorie. Goed luisteren + aantekeningen maken. vraag? hand opsteken
  • Checkvragen maken
  • Opdrachten maken. 
  • Controle & afsluiting
  • Eerst: waarom [onderwerp]? 

Slide 6 - Slide

Waarom energie-omzetting?

Slide 7 - Slide

Hoeveel kJ is 13 MJ?
A
0,013 kJ
B
1300 kJ
C
13000 kJ
D
13000000 kJ

Slide 8 - Quiz

Warmtebron
Een warmtebron zet een bepaalde vorm van energie om in warmte. Warmte is een energievorm.

Slide 9 - Slide

Warmtemeter / caloriemeter
Als je proeven met warmte wilt doen,
gebruik je een warmtemeter.

Dit is een goed geïsoleerde beker,
zodat er zo min mogelijk
warmte ontsnapt

Slide 10 - Slide

(Temperatuur, tijd)-diagram
Bij proeven met warmte
maak je vaak een 
(temperatuur, tijd)-diagram.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Een waterkoker van 1500 W doet er 3,5 minuut over om water te laten koken. Bereken hoeveel warmte de waterkoker heeft geproduceerd.

Slide 13 - Open question

Water verwarmen
Om 1 gram water 1 °C te laten stijgen heb je 4,2 J nodig.

Het maakt niet uit of dat van 10 °C naar 11 °C is. 
Of van 45 °C naar 46 °C.

Voor 2 gram hem je dus 8,4 J nodig.

Bedenk hoeveel energie je nodig hebt om 2 gram water 10 °C te laten stijgen.

Slide 14 - Slide

Soortelijke warmte
Deze waarde heet de soortelijke warmte. Het symbool is c

De soortelijke warmte van water is 4,2 joule per gram per graden Celsius.

In "natuurkunde-taal":  cwater = 4,2 J/(g °C)

Slide 15 - Slide

Opgenomen warmte berekenen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Bereken hoeveel warmte je nodig hebt om
150 gram water 85 °C te verwarmen. Rond af op kJ.

Slide 18 - Open question

Aan de slag
Maak van 3.2 opgave 1 t/m 8 

Slide 19 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 20 - Slide

Klaar?
Moeilijke opdracht klassikaal, doorlezen, anders??

Slide 21 - Slide