werkwoordspelling les 5: voltooid deelwoord (VD)

WERKWOORDSPELLING
LES 5: voltooid deelwoord (VD)

Nederlands
 VWO 1 P2 2024-2025
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WERKWOORDSPELLING
LES 5: voltooid deelwoord (VD)

Nederlands
 VWO 1 P2 2024-2025

Slide 1 - Slide

Vorige lessen heb je geleerd...
... hoe je de persoonsvorm in een zin kunt vinden.

.... hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd en de tegenwoordige tijd vervoegt (= in de juiste vorm in een zin zet).

... hoe je het onderwerp in een zin kunt vinden.


Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les weet je...


... hoe je het voltooid deelwoord op de juiste manier vervoegt (= op de juiste manier in een zin zet).

Slide 3 - Slide

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 4 - Open question

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

Slide 5 - Open question

Hoe weet je of je in de tegenwoordige tijd de ik-vorm of de ik-vorm+t moet schrijven?

Slide 6 - Open question

Wat is er zo bijzonder aan een zin in de gebiedende wijs?

Slide 7 - Open question

Welke regel pas je toe bij de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd?

Slide 8 - Open question

Welke regel pas je toe bij de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Sterke ww met vdw dat niet op -en eindigt

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Soms heeft het voltooid deelwoord van een werkwoord dezelfde vorm als de persoonsvorm tegenwoordige tijd (mv).

  1. Wij ontvangen een brief.
  2. Wij hebben een brief ontvangen.

Hoe weet je met welke werkwoordsvorm je te maken hebt?
Door de kenmerken van de werkwoordsvormen erbij te halen.

Slide 14 - Slide

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Kenmerken persoonsvorm: verandert als de tijd/getal verandert.
Kenmerken voltooid deelwoord: heeft een hulpwerkwoord bij zich (hebben, zijn, worden).

  1. Wij ontvangen een brief. - Wij ontvingen een brief. - Ik ontvang een brief.
  2. Wij hebben een brief ontvangen. - Hebben = hulpwerkwoord

Ontvangen in zin 1 = persoonsvorm
Ontvangen in zin 2 = voltooid deelwoord


Slide 15 - Slide

Oefenen met het VD
Maak onderstaande opdrachten. 
Klik op de linkjes om bij de opdrachten te komen.
Tijd voor het maken van slides 16-17 is 10 minuten.

Slide 16 - Slide

Persoonsvorm en voltooid deelwoord
Maak onderstaande opdrachten.
Klik op de linkjes om bij de opdrachten te komen.

Slide 17 - Slide

Opdrachten
Op slides 19 t/m 35 vind je verschillende afbeeldingen met teksten waarin spelfouten worden gemaakt. 

Het gaat hierbij steeds om fouten in de persoonsvorm tegenwoordige tijd, de persoonsvorm verleden tijd en/of het voltooid deelwoord. 

Maak de opdrachten op de volgende slides.

Slide 18 - Slide


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 19 - Open question


Hoeveel spelfouten haal je uit dit bericht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quiz


Verbeter de spelfout(en).

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide


Hoeveel fouten haal je uit dit bericht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quiz


Verbeter de fout.

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide


Hoeveel spelfouten vind je in dit bericht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 26 - Quiz


Verbeter de spelfout(en).

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Slide


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 35 - Open question