4.4 Kerk en staat

H4 Tijd van steden en staten 







4.4 Kerk en staat
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H4 Tijd van steden en staten 







4.4 Kerk en staat

Slide 1 - Slide

Wat wordt hier eigenlijk bedoeld met KERK en STAAT?

Slide 2 - Mind map

kenmerkend aspect




het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke
macht het primaat behoorde te hebben 

Slide 3 - Slide

Conflict tussen?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slimme keizers?

  • Om de macht te vergroten, benoemden Duitse keizers vanaf de 10e eeuw bisschoppen als vazal
  • Trouwer aan de keizer dan aan de paus en geen gevaar van zonen  die konden erven (vanwege het ?)

Slide 6 - Slide

De paus is not amused.....
  • Bisschoppen benoemd door de keizer: er ontstaat strijd tussen Gregorius VII en Duitse keizer Hendrik IV over benoeming geestelijken
  • Tweezwaardenleer  
  • Keizer macht over het aardse 
  • Paus macht over het geestelijke 
  • Probleem?
  • Waar ligt het primaat? (hoogste gezag)


Slide 7 - Slide

Er volgt een investituurstrijd
  • Investituur betekent benoeming van een bisschop
  • Paus Gregorius VII (1075): alleen ik mag bisschoppen benoemen.
  • Duitse keizers en koningen: wij willen dat ook zelf doen

Slide 8 - Slide

Excommunicatie Hendrik IV
Canossa (1077)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

Quizvragen
hierna volgen enkele vragen over de stof

Slide 13 - Slide

wat bedoelen we met de tweezwaardenleer?
A
de strijd tussen de geestelijke en wereldlijke macht over de leiding van de kerk
B
Verrdeling van de macht tussen kerk en staat
C
de strijd tussen de paus en de bisschop over de leiding van de kerk
D
de leiding van de kerk in handen van christus en niet van de keizer

Slide 14 - Quiz

Een investituur is ....
A
Een promotie van een geestelijke
B
Benoeming van een nieuwe paus
C
Een plechtige benoeming van een bisschop
D
Een ruzie tussen de paus en de kerk

Slide 15 - Quiz

Waarom willen Duitse keizers zo graag bisschoppen benoemen als vazallen?
A
Bisschoppen zijn meer trouw aan de keizer en kunnen bovendien geen kinderen als opvolgers hebben
B
Bisschoppen zijn vroom: dat wil zeggen dat ze zich goed en netjes gedragen.
C
Bisschoppen kunnen het volk goed onder controle houden, omdat bisschoppen christelijke leiders zijn.
D
Bisschoppen zijn heel goed in het besturen van een stuk land.

Slide 16 - Quiz

De tweezwaardenleer hield in dat de wereldlijke macht de hoogste macht had
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Vragen bij 4.4
2 3 4 13 15 16 Herhalen: 9 t/m 12 Verdiepen: 14 17

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video