V4, HS 1 lezen, betoog/beschouwing/uiteenzetting

Welkom V4A!
Telefoon in telefoontas?
Boek, schrift en pen op tafel?
Tas op de grond?

1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom V4A!
Telefoon in telefoontas?
Boek, schrift en pen op tafel?
Tas op de grond?

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Eerste les: aan de slag met leesvaardigheid, de leessandwich


Tweede les: aan de slag met Laagland; wat is literatuur?

Slide 2 - Slide

Wat weet je al over...


Plandelen?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Lees tekst: 'Woord van de week'


Onderstreep andere neologismen, zoals plandelen. 

Slide 5 - Slide

Na de tekst: 'Woord van de week'
Wat vind jij van de neologismen? Mogen er zomaar nieuwe woorden ontstaan? Wie bepaalt volgens jou wanneer iets wordt opgenomen in het woordenboek? Heb jij zelf wel eens een nieuw woord bedacht? 

Bespreek dit eens met je buurman/buurvrouw

Slide 6 - Slide

Wat weet je al over...?
De situatie in Libië?

Slide 7 - Slide

Video
https://www.npostart.nl/nos-journaal/13-09-2023/POW_05467532

Slide 8 - Slide

Lees tekst: 'Het Libische Derma is de wanhoop nabij'



Markeer uit iedere alinea het belangrijkste.

Slide 9 - Slide

Na de tekst: 'Woord van de week'
Bespreek de belangrijkste dingen van de alinea met je buurman/buurvrouw. Zitten jullie op één lijn?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Boek van de week

- Uitgebracht in 1957
- Tweede wereldoorlog
- 96 bladzijden




Slide 12 - Slide

Wat weet je nog/al?
  • Wat hebben we de vorige les gedaan?
  • Wat heb je gelezen in de theorie op blz. 10?
  • Wat is het verschil tussen een betoog en een beschouwing?
  • Welk tekstdoel hoort bij een uiteenzetting? 
  • Weet je nog waar de tekst over ging die we hebben gelezen?

Slide 13 - Slide

Boek van de week

- Uitgebracht in 1957
- Tweede wereldoorlog
- 96 bladzijden




Slide 14 - Slide

Huiswerk bespreken
Opdracht 1, 3 en 5. (blz. 10-12)

Slide 15 - Slide

Zelf aan de slag!
Wat? Maak opdracht 7 en 9 (blz. 14-17)
Hoe? Je mag in tweetallen overleggen.
Tijd? Je hebt tot het einde van de les, het is huiswerk voor vrijdag
Klaar? Lees de theorie op blz. 19 en maak daarbij opdracht 1 (blz. 20)

Slide 16 - Slide

Indeling
Maandag 4e uur: Nieuw Nederlands + lezen in leesboek
Vrijdag 4e uur: Nieuw Nederlands + lezen in leesboek
Vrijdag 5e uur: Laagland

In het begin zal ik dit ook in Magister vermelden, maar na verloop van tijd ga ik ervanuit dat je planning weet. Het kan zijn dat er van deze planning afgeweken wordt, dan zal ik dit duidelijk vermelden in Magister. 





Slide 17 - Slide

Aan de slag!
We lezen samen een tekst. We gaan namelijk de komende tijd ook aan de slag met leesvaardigheid. In een groepje ga je de volgende opdrachten (proberen) uit te voeren. Ga vooral met elkaar in gesprek en markeer je antwoorden bijvoorbeeld in de tekst of schrijf die erbij. 

Wat zijn moeilijke woorden in deze tekst? Welke woorden begrijp je niet?
Wat is de toon van alinea 1 t/m 4? 
Wat is de tekstvorm, het tekstdoel en de tekstsoort?
Is deze tekst betrouwbaar? 
Wat is het onderwerp?
Wat is de hoofdgedachte?
timer
15:00

Slide 18 - Slide

Wat gaan we doen?
- Voorstellen
- Verwachtingen
- Indeling
- Aan de slag! 
- pauze 5 min -


Slide 19 - Slide

Wat gaan we doen?
- Voorstellen
- Verwachtingen
- Indeling
- Aan de slag! 
- pauze 5 min -
- Start Laagland
- Doelen
- Uitleg
- Samen aan de slag en daarna zelf aan de slag! 

Slide 20 - Slide

Laagland
Laagland is ingedeeld in een A en een B boek

A: literaire ontwikkeling en begrippen
B: literatuurgeschiedenis 

Slide 21 - Slide

Fictie & literatuur
Lees mee op blz. 26
Paragraaf 1.1                                                                                Paragraaf 1.2
  • Foregrounding
  • Actieve leeshouding
  • Proza, poëzie & toneel
  • Open plek
  • Open of gesloten einde
  • Spanning
  • Verwachtingen
  • Psychologisch schema
  • Samenhang 

Slide 22 - Slide

Literatuur... of niet?
Fragment 1: 





  • Fragment 1: Anoniem, Iene Miene Mutte. [Nederlands aftelrijm].

Slide 23 - Slide

Literatuur... of niet?
Fragment 2: 





  • Fragment 2: Cees Buddingh’, ‘De blauwbilgorgel’, in: Verzamelde gedichten. Amsterdam: De Bezige Bij, 1971.

Slide 24 - Slide

Literatuur... of niet?
Fragment 3: 






  • Fragment 3: ‘Martinus Nijhoff-brug’. Artikel op Wikipedia. Geraadpleegd: 14 september 2023.

Slide 25 - Slide

Literatuur... of niet?
Fragment 4: 





  • Fragment 4: Martinus Nijhoff, ‘De moeder de vrouw’, 1934. Uit: W.J. van den Akker en G.J. Dorleijn (red.), Martinus Nijhoff – Verzamelde gedichten. Amsterdam: Bert Bakker, 2001, p. 232.

Slide 26 - Slide

Literatuur... of niet?
Fragment 5: 





  • Fragment 5: Anoniem, [kattebelletje gevonden op straat in Alkmaar, 2023].

Slide 27 - Slide

Literatuur... of niet?
Fragment 6:   






  • Fragment 8: William Carlos Williams, 
  • ‘This Is Just To Say (poem #247)’, in: Collected Poems, 1921-1931, p. 123.





Slide 28 - Slide

Aan de slag!
Wat? Opdracht 2, 3, 6 en 8. (blz. 
Hoe? Je mag zachtjes overleggen. Wordt het te luid? Dan gaan we in stilte aan het werk.
Klaar? Lees in je leesboek

Slide 29 - Slide

Literatuur
  • Wat is literatuur?
  • Fictionele teksten waaraan veel betekenis of waarde wordt gehecht: literaire teksten, of: literatuur. 

  • In veel literaire teksten verschilt het taalgebruik van het alledaagse taalgebruik. 
  • In literaire teksten ligt meer dan in non-fictionele de nadruk op het taalgebruik zelf: foregrounding. In literaire teksten verwacht je eerder en vaker rijmschema's, dichtvormen, stijlfiguren of beeldspraak dan in een gebruiksaanwijzing van een fotocamera of een recept voor Normandische appeltaart.

Slide 30 - Slide

Literatuur
Literaire teksten worden in drie soorten verdeeld.

1. Proza -> vullen de regels de totale breedte van de pagina. Romans (honderd bladzijden of meer), novellen (ongeveer tachtig tot honderd bladzijden) en het kort verhaal (minder dan vijfentwintig bladzijden) zijn vormen van proza. Een prozatekst is verdeeld in alinea’s. Romans zijn verdeeld in hoofdstukken.
2. Poëzie -> herken je doordat de tekst op een bijzondere manier op de bladzijde staat, vaak met veel wit. Er zijn ook liedteksten die tot de poëzie worden gerekend.
3. Toneel -> verschilt van proza en poëzie. Proza en poëzie lees je zelfstandig en individueel. Toneelteksten daarentegen zijn in de eerste plaats bedoeld om gespeeld te worden voor een publiek. De tekst van het toneelstuk vormt het uitgangspunt van de voorstelling.

Slide 31 - Slide

Literatuur

Slide 32 - Slide

Hoe voel je je aan het eind van deze dag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll